No: 76 16 April 1945 WESTFROND. Binnenland. Donderdagnacht trokken de Britten met behulp van mariniers over den IJsel bij Westervoort, hebben Arnhem en Deelen veroverd en rukken verder op naar het N. Het bruggehoofd bij Wilp werd 3 km. uitge- breid. Naar het W. veroverden de Canadeezen Twello en Teuge. In het cen- trum van Apeldoorn wordt hevig gevochten. De Canadeezen zijn het Apel- doornsch kanaal overgestoken. Zwolle is veroverd. Op Meppel na is geheel Drenthe van Duitschers gezuiverd. In Friesland rukten de Canadeezen via Heerenveen en Leeuwarden op tot den Noordzeekust bij Ternaat. Alle landver- bindingen met het 0. zijn voor den vijand thans verloren. In Groningen woedt in de stad Groningen een hevigen strijd. De Polen hebben Winschoten bereikt; verkenners zijn aan den Dollard. In de sector Emden-Bremen-Hamburg bieden de vijanden hevig verzet. Ten Z. van Hamburg werd het spw.knooppunt Uelzen genomen. De troepen van het 9e leger hebben Steendal veroverd en staan over een front van meer dan 160 km. langs de Elbe. Zij hebben reeds een bruggehoofd gevormd; een tweede brug- gehoofd moest wegens hevige aanvaller van de S.S.parachutisten worden te- ruggenomen. In Maagdenburg vecht nog een kleine groep vijanden, die den burgemeester verhinderd hebben om de stad over te geven. Brunswijk is ge- heel gezuiverd en meer naar het Z. werden Jena en Zeitz genomen. De Amer. staan aan de stadrand van Halle en nog 12 km. van leipzig. De groote Leu- nawerke werden reeds veroverd. Zij zijn in Gera binnengedrongen en staan nog 10 km. van Chemnitz en 65 van Dresden. In Beieren werd Bayreuth en Bamberg veroverd. Ten N.W. van Neurenberg werd Neustadt en ten Z.W. Ansbach veroverd. De Franscken hebben Kehl ge- nomen en zijn vanuit Baden-Baden 20 km. opgerukt. LUCHTRONT. Ter ondersteuning van de Fransche aanval op de vijandelijke strijdkrachten aan de mond van de Gironde deed de Amer.luchtmacht Zater- dag en Zondag met 1300 zware bommenwerpers een aanval op de vijandelijke stellingen en troepen. De R.A.F. bombardeerde Kiel en het spw.centrum Neu-Münster. Zaterdagnacht werden kazernes en emplacementen te Potzdam gebombardeerd. Berlijn, Cuxhaven en Wismar werden eveneens aangevallen. OOSTFRONT. Weenen is veroverd. In den slag om Weenen werden sinds den 16en Maart 130.000 Duitschers krijgsgevangen gemaakt; meer dan 1300 tanks en gemotoriseerde kanonnen werden buitgemaakt of vernietigd. Naar het W. zijn de Russen in de richting Linz opgerukt en hebben op 55 km. afstand van Weenen Sankt Pölten veroverd. Drie vijandelijke tankdivisies zijn ingezet om de opmarsch naar Brünn te- gen te houden. De aanval werd echter afgeslagen en de troepen van maar- schalk Malinofski zetten hun opmarsch voort. In O.Pruisen wordt het schier- eiland ten W. van Koningsbergen van vijanden gezuiverd. 6000 werden gedood en 7000 gevangen genomen. In de haven Pillal werden 31 schepen tot zinken gebracht. ITALIE. De Britten hebben een bruggehoofd over de derde rivier, de Silaro gevormd. De tegenstand is hier zeer hevig. Bij Massa Lombarda, dat door de geall. veroverd is, wordt verwoed gevochten. In de Zee-Alpen maken de Franschen vorderingen. DIVERSEN. President Roosevelt's stoffelijk overschot is heden ten grave gedragen; hij is bijgezet op zijn bezitting te Hydepark in den staat New- York.- Zijn opvolger is vice-president Harry Truman, die onmiddellijk na 's Presidenten overlijden is beëedigd. Hij heeft verklaard de politiek van zijn voorganger te zullen voortzetten en het kabinet verzocht in func- tie te blijven. Maandag 16 dezen zal hij een rede uitspreken voor het con- gres over de buitenlandsche politiek, maar heeft minister Stettinius reeds thans gemachtigd te verklaren, dat hij geen veranderingen in de buiten- lansche politiek zal aanbrengen. De commissaris van Buitenl.Zaken Molotov, zal op verzoek van President Truman als afgevaardigde naar San Francisco komen. Prins Agust Wilhelm, zoon van den ex-keizer, is in Brandenburg gevangen genomen. Hij is afgevaardigde voor Brandenburg en S.A. 0bergruppenfüren. In het Ruhrgebied werd von Papen met zoon en schoonzoon gevangen genomen. In Bad Frankenhausen is het Gestapo-hoofkwartier in Amer.handen gevallen; er bevond zich in het kaartsysteem ook een kaart van Adolf Hitler. -o- Er gaat een rouwklacht door de beschaafde wereld om de dood van den groo- ten President. Droevenis heerscht in de paleizen en ministeries. rouw aan alle fronten der vrijheid en in de binnenkamers der millioenen, die begrij- pen, dat de wereld een vriedr menschheid verloor. In zijn vierden anbtstermijn is hij ons ontvallen, slachtoffer van zijn plicht, van de vrijwillig op zie genomen taak. Want sloopend is het ambt van President der Vereenigde Staten, het zwaarste ambt der wereld. In de twaalf jaren zijner regeering was hij een grijsaard geworden, maar desalniettemin zette hij zich opnieuw in en stelde zijn helderen geest en ijzeren wil ter beschikking van ons allen. Groot is Roosevelt en grootsch is de herinnering, welke wij in ons hart aan hem meedragen. "Den grootsten-Amerikaan om dezen tijd" noemde hem de Aerikaansche ge- zant te Londen. Inderdaad! En niet slechts de grootste Amerikaan van dezen tijd, maar een der grootste wereldburgers vol zorg en liefde voor zijn volk en de wereld. Amerika treurt om dezen grooten zoon, die het gedurende de laatste jaren van zijn leven leidde langs den moeizamer we van de oorlog naar de over- winning, welke hij wel gezien, maar helaas niet meer beleefd heeft. Het begon in 1939, toen hij zich in eigen persoon tot het congres richtte en een pleitrede hield voor opheffing van het embargo, dat krachtens de Neutraliteitswet op alle wapenuitvoer uit de Staten rustte. De President verklaarde dit embargo "uiterst gevaarlijk voor de Amerikaansche neutra- liteit, veiligheid en vrede". Hij won het pleit en ging rustig, koel en doelbewust verder. Beter dan zijn volk zag hij in, dat om de beschaving te redden de vernietiging van het Derde Rijk en Japan onbetwistbaar nood- zakelijk was, evenals het deelnemen van de Vereenigde Staten aan den oor- log aan de zijde der geallieerden. Om dit te bereiken, dreef hij de verhouding met Japan op den spits, eisch- te, dat klaren wijn geschonken zou worden, liet volstrekt ondubbelzinnig blijken, dat hij geen Japansche belofte vertrouwde en daden eischte als bewijs van vreedzame gezindheid en goede trouw. Japan, door den President in het nauw gedreven, sloeg toe - Pearl Harbour. Een storm stak op in Ame- rika, een orkaan, van verontwaardiging tegen den gehaten Japanner. Hitler, verstoken van elk spoor van staatsmansinzicht, meende zijn trouw aan Japan te moeten doen blijken door een oorlogsverklaring aan de Staten en speelde daarmede den President de grootste troefkaart in handen: de ontzagwekkende Amerikaansche oorlogsmachine begon op volle toeren te draaien en de regeering werd gemachtigd om de soldaten daarheen te zenden, waar zij zulks noodig achtte. Aavoerder van zijn volk, leidde Roosevelt met groote staatsmanswijsheid den oorlog en versterkte de banden van vriendschap tusschen de geallieer- den, waarbij hij het Amerikaansche volk genas van zijn dwaze angst voor de Sovjet-Unie. Laten wij echter niet het vele andere vergeten, waarnaar hij streefde, het vele vredeswerk: betere sociale verhoudingen en een zuivere politieke at- mospheer. Als aanvoerder van zijn volk is hij gestorven, doodgewerkt. Hij is geval- len op het veld van eer - de eer der menschheid, welke hij hoog hield in den oorlogsnacht tegen de machten der duisternis. Een rouwklacht gaat door de wereld om den dood van den grooten Amerikaan met den Nederlandschen naam. Wij danken U, Franklin Delano Roosevelt. Wij danken U en zegenen Uw nage- dachtenis om wat Gij deed voor Uw volk en voor de menschheid, en dus ook voor om hier in de lage landen bij ze zee. -o- -3- DE BINNENLANDSCHE GULDEN NA DE BEVRIJDING Wij hebben in een vorig artikel uiteengezet, dat de binnenlandsche waar- de van den gulden nauw zal samenhangen met de voorziening met goederen en diensten eenerzijds en den geldvoorraad, resp. de geldcreatie anderzijds. Nemen wij elk dezer factoren nog wat nader onder de loup. De beschikbare hoeveelheid goederen en diensten zal aanvankelijk uiterma- te gering zijn, in aanmerking genomen de enorme ontblooting waaronder de Duitsche bezetting ons heeft doen lijden. Aanvulling van onze voorraden kan geschieden door: 1) Leveringen bij wijze van "Relief" door onze bondgenooten. Deze dragen uiteraard een voorbijgaand karakter. 2) Invoer. Wij zijn hierbij aanvankelijk aangewezen op betaling uit onzen goud- en deviezenvoorraad. In het buitenland dienen de aankoopen te wor- den verricht naar gelang van de beteekenis der goederen voor onze econo- mie. Vooraan staat daarbij herstel van onze physieke volkskracht; dus in- voer van levensmiddelen en andere voor het leven onmisbare zaken. Daarna komen grondstoffen en productiegoederen in aanmerking, zooals kolen, ma- chines, locomotieven e.d. Het is niet zoo eenvoudig een staat van belang- rijkheid op te maken en het zal zaak zijn, dat de Overheid zich eenigs- zins distancieert van allerlei particuliere belanghebbenden, die allen hun eigen bedrijf het gewichtigste vinden en poogt objectieve normen aan te houden. 3) Arbeid. Er zal gewerkt moeten worden om de hoeveelheid goederen en diensten te vermeerderen, zoowel voor eigen gebruik als voor uitvoer, die weder essentieele invoer mogelijk moet maken. Het gebod te werken zal moeten gelden voor alle kringen der de bevolking; het dient gepaard te gaan aan een behoorlijke verdeeling van de productie onder de werkers, -een vrangstuk, dat buiten het kader van deze beschouwing valt. 4) Leveringen bij wijze van schadeloosstelling door Duitsland. Wij den- ken hierbij niet alleen aan leveringen van roerende zaken, maar ook aan gebiedsafstand onder wegvoering van de Duitsche bevolking. Men kan zich den gang van zaken zoo voorstellen, dat de af te stane gebiedsdeelen wor- den geschat en de uitkomst op rekening van onze vordering, op Duitschland afgeschreven. De gronden worden Staatseigendom en kunnen aan belangheb- benden worden verpacht of verkocht. De inkomsten van den Staat uit dezen hoofde leiden tot een contractie van de geldhoeveelheid. De productie van de verworven gebiedsdeelen zal een aanwinst zijn tegenover de schaarschte aan goederen, die vooralsnog te duchten valt. De vermeerdering van het aanbod van goederen en diensten in bovenstaande vier punten vormt slechts één zijde van het binnenlandsche monetaire probleem. Daarnaast verdient de geldschepping de aandacht, wel ke na 1918 in Duitschland zulke funeste gevolgen heeft gehad. Het tech- nische apparaat ter beheersching van de geldswaarde is weliswaar zoodanig verbeterd, dat een onbeperkte inflatie zich niet behoeft voor te doen, maar het enkele feit van een te groote en toenemende geldschepping heeft gevolgen, die op allelei ongewenschte wijzen tot uiting kunnen komen. Men dient zich op dit terrein te hoeden voor het dokteren aan de sympto- men in plaats van aan de oorzaken. Hoe kan de geldcreatie worden beperkt? In de eerste plaats valt op te merken, dat een belangrijke oorzaak van de hooge uitgaven van de schatkist, n.l. de bezettingskosten, zal komen te vervallen. Hoe groot deze kosten zijn, is nimmer bekend gemaakt, maar op gemiddeld een milliard per jaar zullen zij toch wel geschat mogen worden. De Duitsche bezetting heeft nimmer de goede gewoonte gevolgd bepaalde be- dragen, die ten laste van Nederland als bezettingskosten zouden moeten komen, periodiek te fixeeren, althans hiervan is nimmer iets gebleken. Ware dit, zooals bijvoorbeeld in den tijd, van de Fransche overheersching, wel geschied en aan Nederland de zeggenschap gelaten, hoe de middelen tot dekking van gemeldde lasten te vinden, dan had men de zaak misschien eenigszins in de hand kunnen houden. Helaas heeft de Duitsche onmatigheid ook op dit terrein hoogtij gevierd. Verder zal een bron van geldschepping zonder compensatie aan de goederen- zijde opdrogen, nl. de teugellooze uitvoer van goederen en diensten naar Duitschland, waar slechts een aanwas van onze vorderirg op Duitschland te- genover staat, zonder gelegenheid deze in goederen om te zetten. -4- Sinds September 1944 legt de ingetreden bedrijfsstilstand een zwaren last op de schatkist. Zooals bekend, betalen de bedrijven in het algemeen de loonen aan de werkneners door; ter gedeeltelijke dekking van deze uitga- ven kunnen zij subsidie bij de gemeenten aanvragen, die weer op het Rijk terugvallen. De uitgaven uit dezen hoofde beloopen hooge sommen. Het is te verwachten, dat na de bevrijding het wachtgeldvraagstuk niet terstond van de baan zal zijn (ook in bevrijd gebied is een wachtgeldregeling in wer- king), maar naargelang het werk weder wordt hervat, zal deze oorzaak van hooge schatkistuitgaven komen te vervallen. Welke niewe uitgaven tegenover voormeldde factoren komen te staan, is nog niet te voorzien; het streven zal er echter op gericht moeten zijn de economie weder in het te wijd geworden geldjasje te doen groeien. -o- STAATSINMENGING. Uit het bovenstaande artikel blijkt, dat in vele opzichten inmenging van den staat in het bedrijfsleven noodzakelijk zal zijn, en dat dus de oude liberale opvatting omtrent de staatstaak (welke volgens de liberalen in principe hierin bestaat, dat hij zich niet met het economische leven be- moeit) niet meer opgaat. Het liberale standpunt werd gedurende de laatste tientallen jaren meer en meer bestreden, en velen oordeelden uiterst ongunstig over het libera- lisme. Tamelijk naïef werd o.a. beweerd, dat het geheele stelsel een uit- denksel was van de economisch sterken, de slimmen, de gewetenloozen en dgl. om de economisch zwakken ten eigen bale te exploiteeren. Wij noemen deze critiek naïef, omdat zij een veel te simplistische voor- stelling geeft van de maatschappelijke ontwikkeling. Het economisch liberalisme, was de de economische uitdrukking van de vrij- heidsgedachte der Fransche revolutie, welke zich keerde tegen het abso- lutisme der Fransche monarchie, een absolutisme, dat zich niet slechts op politiek, maar ook op maatschappelijk en vaak ook op godsdienstig gebied liet gelden. Het maatschappelijk absolutisme was het mercantilisme, dat in zijn tijd zijn groote verdienste gehad heeft, en natuurlijk evenzeer zijn groote gebreken, waaraan het onderging. Elk stelsel gaat nu eenmaal voorbij. De eisch: vrijheid van het individu op alle gebieden, was allerminst een uitdenksel van boosaardige lieden, die het kwade bedoelden; een man als Adam Smith bijv. valt van geen kwaad te verdenken, hij meende integen- deel, dat zijn stelsel een soort heilstaat brengen zou. Het bracht dezen heilstaat niet, maar dank zij dit stelsel werd wel het ontzagwekkende productie-apparaat geschapen, dat wij kennen. Toen het apparaat er was, was het stelsel onvoldoende om het economisch leven op behoorlijke wijze aan den gang te houden. Zijn tijd bleek voor- bij te zijn, maar het is niet zoo eevoudig voor een geslacht, dat in een bepaalde leer gelooft, om deze leer -die toch tot zulke geweldige resultaten geleid had als voortaan onbruikbaar te verwerpen. En evenals omstreeks het einde der XVIIIe eeuw ontstond ook nu een strijd tusschen voor- en tegenstanders, waarbij zich in beide kampen allerlei schakeeringen voordeden en nog steeds voordoen. Men moet elkaar hierbij nu weer niet direct van boosaardigheid beschuldi- gen, maar -evenals het burgerlijk recht eischt op het stuk van bewijs- uitgaan van de veronderstelling, dat de wederpartij te goeder trouw is. De tijd van het liberalisme is voorbij, d.w.z. van het volstrekt weren van den staat uit de spheer van het econonisch leven. De wereld is te ge- compliceerd geworden, dan dat iedereen op eigen gelegenheid in het pro- ductieproces kan ingrijpen. Ordening is dus geboden en dit beteekent staatsinnenging. Maar staatsinmenging wil allerminst zeggen staatsalmacht zooals het nationaal-socialisme eischt. Vele zijn de schakeeringen op dit gebied; laten wij wijs zijn en overleg- gen. Een braintrust zou hier niet misplaatst zijn. -o-o-o-