No.72 6 April 19 FRONTNIEUWS. WESTFRONT. Binnenland. Hengelo en Almelo zijn bevrijd. De geall. zijn 20 km. naar het N.O. opgerukt en hebben Ülsen veroverd. Ten N.van Lingen werd de Eems overgestoken en rukken de geallieerden op naar Emden; hierdoor bedreigen zij den laatsten weg uit Nederland. In Zutphen nog steeds straatgevechten. Aan beide zijden van Arnhem werd de Rijn door patrouilles overgestoken. Van Osnabrück uit zijn de Britten in 24 uur 50 km. opgerukt en hebben Min- den veroverd. Zij hebben hier 15 km. van de Weseroever in handen. In het N.W. is het Weser-Mittellandkanaal reeds overschreden; de Amer. hebben de Weser bij Oeyenhausen bereikt en zijn bij Hameln over de rivier en staan 40 km. van Hannover. Bielefeld werd veroverd. De Britten staan aan het Weser- Mittellandkanaal; 45 km. van Bremen. In het Ruhrgebied rukken de Amer. op Dortmund en Castrop-Raurel aan; Waltrop werd veroverd. Bij enz., enz. LUCHTFRONT. 1000 vliegende forten deden een aanval op Kiel en Hamburg. Mos- quitos vielen in de afgeloopen nacht Berlijn en Maagdenburg aan. De R.A.F. deed met meer dan 1000 vliegtuigen aanvallen op de Leunawerke, op Hamburg en Lotzkenderf. De Amer. vielen spw. knooppunten en industrieële doelen in... enz.enz. OOSTFRONT. Weenen wordt van 2 kanten bedreigd. Nadat maarschalk Malinofski's troepen Bratislava veroverd hebben, rukken zij in snel tempo op Weenen af;... enz. enz. VERRRE OOSTEN. De Amerikanen zijn op het laatste groote eiland van de Philip- pijnen, dat nog in handen der Japs is, geland. Tokio werd opnieuw door su- perfortresses aangevallen. De Britten zijn op een nieuwe plaats aan de kust van Birma geland en bedreigen de laatste Japansche aanvoerhaven. DIVERSEN. De Sovjet-regeering heeft aan de regeering van Japan doen weten dat zij het neutraliteitsverdrag met Japan opzegt, hoofdzakelijk omdat haar twee grootste bondgenooten met Japan in oorlog zijn. Het Jap.kabinet Koyso is afgetreden. De nieuwe premier is de 77-jarige admiraal Soesoeki.- Het geall. opperbevel maakt bekend, dat eenige Duitsche soldaten (krijgs- gevangenen) tijdens het transport per trein naar krijgsgevangenkampen over- leden zijn door gebrek aan ventilatie der wagons. Het opperbevel heeft een onderzoek ingesteld en de Zwitsersche regeering als de mogendheid, die de belangen der Duitschers bij de geall. behartigt, uitgenoodigd, de Duitsche regeering met dit incident op de hoogte te brengen. Degenen, die voor dit ongeluk verantwoordelijk zijn, zullen tenstrengste disciplinair gestraft worden. In Osnabrück werden o.a. 200 Russisch vrouwen bevrijd, die in de Messrschmidtfabrieken te werk gesteld waren. Zij hadden gedurende den tijd van haar gevangenschap Engelsch geleerd, teneinde zich verstaanbaar te kun- nen maken aan hun bevrijders.- De geall. opmarsch naar Cassel geschiedde zoo snel dat er vrachtautos volgeladen met geweren voor de munitiefabrie- ken werden gevonden ter verzending naar de troepen; de arbeiders wisten eenige uren te voren niet, dat de geall. naderden. Bij de stad werden gloednieuwe tanks gevonden, die zoo uit de fabriek kwamen en waarvan de kilometerteller nog geen 30 km. aanwees.- Maarschalk Montgomery heeft het Ca- nadeesche hoofdkwartier in ons land bezocht ter bespreking van de operaties in ons land en N.W.Duitschland.- -o- -2- OVER DE VRIJHEID. Allerwegen wordt over de vrijheid gesproken en geschreven; zelfs de natio- naal-socialisten hebben zich er in allerlei toonaarden over uitgelaten, of- schoon hun tegenstanders van oordeel zijn, dat zij zelfs niet het gering- ste vermoeden hebben wat vrijheid eigenlijk beteekent. Er zijn er, die zeggen, dat vrijheid niet anders is dan een beetje minder onvrijheid. Anderen beweren, dat de mensch alleen vrij is, wanneer hij doen en laten ken wat hij wil. De eerste opvatting laat in het midden, wat vrijheid is; de tweede om- schrijft vrijheid als anarchie. Dit alles is echter niet wat de menschen in het algemeen vragen. Zij wil- len vrij zijn in dezen zin, dat zij niet afhankelijk zijn van de willekeur van een ander of anderen; en zij willen hun leven niet doorbrengen met zwoegen en tobben, zooals een Eskimo, wiens leven opgaat in strijd om het naakte bestaan tegen de barre natuur, die hen omgeeft. Wanneer een mensch zoo leven moet, is hij niet in staat om aan het hooge menschelijke, aan het cultureele leven voldoende aandacht te besteden. En de behoefte hieraan bezit elke normale mensch. Niet afhankelijk zijn van de willekeur van anderen (allen hebben wij vijf jaar lang ervaren hoe verschrikkelijk die afhankelijkheid is) beteekent: rechtszekerheid hebben. En niet willen ondergaan in tobben, zwoegen en zorg om het naakte bestaan beteekent: bestaanszekerheid eischen terwille van het hoogere, het waar- achtig menschelijke leven. En alleen langs dezen weg komt de mens tot vrijheid. Rechtszekerheid, gepaard met bestaanszekerheid voert tot een sociale rechts- ordening, welke de individieele willekeur tusschen de leden der maatschap- pij principieel uitsluit. Tien jaren van massale werkloosheid (vanaf 1929) en vijf jaar tyrannie hebben duidelijk de verschrikking gedemonstreerd van rechtsonzekerheid en bittere nood. De vrijheid had in de vorige eeuw en het begin der XXe een bepaalden vorm, welke wij kennen als het liberalisme. Elke vorm is product van de geestes- gesteldheid van een bepaalde periode. Wij zijn allen kinderen van onzen tijd. Maar "de tijden veranderen en wij met hen" leerden ons reeds de oude Romeinen, en met ons veranderen de maatschappelijke stelsels en de poli- tieke structuren. Het liberalisme is voorbijgegaan; de inzichten zijn veranderd. De huidige mensch zoekt een nieuwen vorm. Echter zal hij moeten bedenken, dat wat voorbijging niet radicaal is te- niet gegaan. Wat West-Europa betreft: hij kan de grootschse schepping van de renaissance: den zelfbewusten individu, de vrije persoonlijkheid niet onge- daan maken, maar zal deze moeten erkennen en tot gelding brengen binnen de sociale ordening, welke hij bezig is te scheppen. Dat de Westersche mensch hiernaar streeft bewijzen o.a. het plan Beveridge en Roosevelts New Deal. De handhaving van den zelfbewusten individu, de vrije persoonlijkheid is van beslissend belang, omdat zonder deze geen cultuur mogelijk is. De eeni- ge oplossing van dit vraagstuk is, dat de zelfbewuste individu maatschap- lelijk niet meer uitsluitend op en voor zichzelf handelt, doch als functie der gemeenschap. Slechts op deze wijze is een cultureele sociale rechts- ordening mogelijk. De nationaal-socialisten streefden naar een nieuwe ordening, waarbij de persoonlijkheid niet alleen geen rol speelde, maar welbewust opzettelijk vernietigd werd. Dat dit slechts tot den chaos leiden kan, is voldoende gebleken. De nieuwe ordening zal slechts dan juist zijn, wanneer de individu het recht heeft om overeenkomstig zijn aanleg en ontwikkeling deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Wanneer wij echter dit recht erkennen, dat hij leeft tegenover de maatschappij, dan erkennen wij daarmede tevens zijn plicht om een sociale functie te zijn. In dit licht gezien gaan wij dan ook accoord met het particulier initia- tief, doch dit niet meer opgevat als zuiver particuliere aangelegenheid, maar als taak, een functie, waarbij de initiatiefnemer zich heeft te rich- ten naar de eischen, welke het maatschappelijk leven stelt uit hoofde van de nieuwe rechtsordening. -3- Er zijn natuurlijk utopisten, die gelooven, dat er een prachtige en vrijwel definitieve nieuwe ordening kan en zal worden geschapen. Zij vergeten, dat elke ordening slechts een tijdsverschijnsel is en op den duur onhoudbaar wordt. Want: "De tijden veranderen enz.." Er zal veel gediscussieerd, veel gepoogd worden; er zullen vele teleurstel- lingen zijn en ontevredenen. "Gods molens malen langzaam". De bevrijding van het nazi-juk beteekent, dat wij de mogelijkheid terug- krijgen om een vrije samenleving op te bouwen, waarbij wij de harde lessen, welke wij geleerd hebben, in toepassing kunnen brengen. Laten wij trachten alles zoo goed mogelijk te doen. Laten wij ernaar stre- ven de idealen van rechtszekerheid en bestaanszekerheid zoo goed mogelijk te verwerkelijken. -o- Een abonné schrijft ons onder den titel: "Duitsch of Russisch" een brief, welke wij hieronder gedeeltelijk reproduceren. Na gewezen te hebben op de schandelijke bevoorrechte positie, welke het Duitsch op de lesroosters der scholen inneemt, en den eisch gesteld te heb- ben, dat hieraan na de bezetting een einde komt (wat wij juist achten) geeft inzender als zijn meening te kennen, dat het Duitsch onbelangrijk ge- worden zal zijn zoodra Duitschland een tweederangs mogendheid (na den oor- log) zal zijn geworden. Dit wat de practische kant der zaak betreft. En "wat de ideëele kant betreft, de Kultur van Duitschland kunnen we wel mis- sen". Hij vervolgt dan: "Het Duitsch kunnen we missen, maar we moeten het vervan- gen door Russisch, dat onze derde moderne taal moet worden. Na den oorlog zal Rusland een vooraanstaande plaats in de wereld en sociaal in Europa in- nemen. De behoefte aan contact met dit land zal voor ons om economisch re- denen enorm toenemen." Inz. ziet zeer goed in, dat wij het onderwijsapparaat daarvoor niet uit den grond kunnen stampen, maar acht dit geen onoverkomelijk bezwaar, evenmin als hij de te verwachten tegenwerping steekhoudend acht: dat het Russisch te moeilijk is. Inz. merkt hierbij op, dat toen Thorbecke zijn middelbare school stichtte, er in de Tweede Kamer o.a. bezwaren gemaakt werden tegen het opnemen van het Engelsch, omdat de uitspraak te moeilijk zou zijn. Tot zoover de inzender, die ons nadrukkelijk verzekerde geen communist te zijn, welke verzekering wij overbodig achten. Het zou een rare geschiedenis worden, wanneer iemand niet een lans zou kunnen breken voor onderwijs in den een of anderen taal, zonder verdacht te worden van politieke bedoelin- gen. Wij achten de opvattingen van inzender zeer de moeite waard, al zijn wij het niet eens met bijv. zijn bewering, dat het Duitsch ideëel onbelangrijk is, "omdat wij van de Duitsch Kultur niets willen weten". Wij geven gaarne toe, dat het woord Kultur een nare bijsmaak heeft, maar dit neemt niet weg, dat er wel degelijk een Duitsche cultuur bestond, en dat het te ver gaat, wanneer wij om de zonden van het huidige geslacht, de groo- te Duitsche cultuur van het verleden zouden willen begraven. De haat en ver- achting voor den huidigen Duitscher spreken vanzelf; maar in een onderwijs- programma dienen zij niet mee te spreken. Wij zijn van oordeel, dat er stu- dies en beroepen zijn, waarin Duitsch onmisbaar is; in andere gevallen kan het facultatief gesteld worden. En hetzelfde geldt voor het Russisch. En tenslotte; waarom zou in bepaalde gevallen iemand niet vier moderne talen leeren? "Dat wordt veel te zwaar", zullen velen uitroepen. Niets daarvan! Wie veel wil bereiken moet hard werken. En als hij geen vier talen leeren kan? Wie niet zoo hard kan loopen als Nurmi, moet niet klagen, dat hij van hem verliest. Hem geschiedt geen onrecht en hij heeft geenerlei aanspraak op een gouden medaille. -o- -4- DRINGEND VERZOEK. Wie van de lezers of lezeressen kan ons helpen aan GEMBER voor een il- legaal strijder, die 11 maanden in Vught heeft doorgebracht en vandaar met een zeer ernstige ziekte is teruggekomen. Het gevraagde zal gaarne door den bezorger(ster) van dit blad in ont- vangst worden genomen. S P O E D G E W E N S C H T !!! -o- VARIA. Een frontcorrespondent vertelde van de onafzienbare colonnes vracht- auto's, waaronder ware giganten, die nog steeds beladen met het meest moderne materiaal onafgebroken dag en nacht naar Duitschland stroomen. Hij merkt hierbij op dat, wanneer het Duitsche volk deze colonnes zien zou en daartegenover het terugtrekkende Duitsche leger, dat van allerlei vervoermiddelen - behalve behoorlijke en volwaardige - gebruik moet maken, dat dat volk dan wel onmiddellijk den oorlog zou staken. Wij deelen deze meening niet. Voor het Duitsche volk is de oorlog klaar- blijkelijk een toestand geworden, welke het als een onontkoombaar nood- lot aanvaardt en welke verschrikkingen het ondergaat tot er iemand komt, die deze verschrikkingen doet ophouden. Dit blijkt o.a. uit het feit, dat er nergens van partisanen gesproken wordt en dat er evenmin sabotage gepleegd wordt tegenover de geallieer- de troepen. De correspondent noemde slechts een geval: op een boerderij woei de witte vlag; een officier ging er heen en vroeg den boer of alles veilig was; het antwoord luidde bevestigend; er waren geen scherpschutters in de boerderij aanwezig, zei de boer. Toen de officier nader kwam, werd hij neergeschoten. De boer werd gearresteerd en moet voor een krijgsraad verschijnen; de boerderij werd in brand gestoken. Dit geval echter is een uitzondering. Meestal verschuilen zich de inwo- ners der dorpen, waar de geallieerden aankomen, maar wanneer zij dan merken, dat er niet geschoten wordt, komen zij al heel gauw uit hun schuilhoeken te voorschijn. Voor hen is de oorlog en zijn de verschrik- kingen dan voorbij. Maar zij schijnen geheel en al het besef te missen, dat zij er zelf een einde aan kunnen maken. -o- De neiging om zich over te geven is onder de soldaten nog steeds zeer groot; de eenige soldaten, die uit eigen beweging verbitterd doorvechten, zijn die van de S.S. Er blijft dezen desperados weinig anders over. Met heldenmoed en/of vaderlandsliefde heeft hun houding niets te maken. Hoogstens kan bij deze lieden nog de factor der woedende wraakzucht een rol spelen, wraakzucht tegen degenen, die hun hun roof- en moordhand- werk voor goed onmogelijk maken. Ook dit is echter geen nobel motief. Dergelijke motieven echter moet men niet zoeken bij het uitvaagsel der samenleving, dat zich als S.S. vereenigde om het Beest in de wereld ten troon te verheffen tot hun voordeel. -o- Generaal Eisenhower heeft den inwoners der West-Duitsche steden doen weten, dat zij onmiddellijk den arbeid moeten staken en de veiligste schuilplaatsen moeten opzoeken en pas weer te voorschijn moeten komen, wanneer de geallieerden er zijn. Dit bericht spreekt voor zichzelf. Aan de soldaten in het Ruhrgebied, die daar zijn omsingeld, richtte de opperbevelhebber der geallieerden eveneens het woord. Hij raadde hen aan den strijd te staken en zich over te geven. "Wie dit doet, blijft leven; wie doorvecht verliest zijn leven onherroepelijk." De geallieerden zijn n.l. bezig om de ingesloten troepen te vernietigen. Hiertoe werken verschillende legeronderdeelen der Amerikanen samen; de legers van maarschalk Montgomery namen er niet aan deel, daar hij ermede belast is Noordwest-Duitschland te veroveren. -o- Het stelen van fietsen, door den vijand huichelachtig "vorderen" genoemd, gaat onverdroten voort. Fietst dus niet, tenzij in volstrekte noodge- vallen. Als zij Uw fiets gestolen hebben, kunt U ook niet fietsen. -o-