No. 63 14 Maart 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS WESTFRONT. De Amerikanen breiden hun bruggehoofd bij Remagen steeds verde uit; het is thans 18 km. breed en 10 km. diep. Meer dan 23 plaatsen zijn veroverd. 96 uur na de vestiging van het bruggehoofd is een pontonbrug vol- tooid. De vijandelijke tegenstand neemt toe; drie tegenaanvallen werden af- geslagen. Van de 160 vijandelijke vliegtuigen, die de Ludendorferbrug aan- vielen, is de helft neergeschoten. In de Eiffel wordt de vijandelijke te- genstand geliquideerd. Op een strook van 10 km. na is de linker Moezel- oever tusschen Trier en Coblenz in handen der geallieerden. Tusschen Trier en Saarburg maken de Amerikanen vorderingen. LUCHTFRONT. Maandag deed de Amer. luchtmacht een hevigen aanval op plaatsen langs de Oostzee o.a. Swinemünde. 1000 bommenwerpers van de R.A.F. wierpen 5000 ton bommen op Dortmund en richtten ongeloofelijke verwoestingen aan. Gisteren viel de R.A.F. Barmen aan. Vanuit Italië werden 1000 ton bommen op olieraffinaderijen bij Weenen geworpen. Gisteren werd Regensburg gebom- bardeerd; de Brennerspw. is op 17 plaatsen onderbroken. De tactische lucht- macht viel spw. in Nederland aan, waarlangs de V2 vervoerd wordt; op 13 plaatsen werd de spoorlijn onderbroken. Vnl. lijn Utrecht-Arnhem en Amers- foort-Apeldoorn. Mosquitos bombardeeren nog steeds elken nacht Berlijn. Van de Luftwaffe is weinig meer te bespeuren en de Flak heeft veel aan kracht ingeboet. Van de 3150 vliegtuigen, die Zondag boven Duitschland wa- ren, gingen er 7 verloren; de 3300 van Maandag verloren er 5. OOSTFRONT. Küstrin is veroverd. Slechts 3000 gevangenen werden gemaakt; de rest der bezetting is gedood. De troepen van maarschalk Rokossovski staan nog 12 km. van Danzig; zij hebben hier Dirschau veroverd. Ten N. van Gdynia hebben de troepen de Danziger bocht bereikt, en staan nog 9 km. van de stad. In Hongarije zet de vijand zijn hevige tegenaanvallen voort, waarbij hij in 8 dagen 350 tanks verloor. VERRE OOSTEN. De haven van Osaka is door Superfortresses aangevallen. 2000 ton brandbommen werden afgeworpen. In Nagoya is een gebied van 40 km. door vuur verwoest. DIVERSEN. De Britsch min. van Oorlog deelde het Lagerhuis mede, dat bij het begin van het offensief der Canadeezen op 8 Febr. de meest uitgelezen troepen waren ingezet, en dat vlgs. Montgomery het een genoegen was deze uitstekende soldaten, met hun vaste geloof in de goede zaak, in het vijfde oorlogsjaar blijmoedig den aanval te zien inzetten. Op 10 Febr. zouden de Amerikanen tot den aanval overgaan, maar door het opblazen van de stuwdam van de Roer door den vijand, konden zij pas den 23en tot het offensief overgaan. De vijand zette zijn élitetroepen in tegen het 1e Canadeesche leger; de Amerikanen konden daardoor gemakkelijk doorbreken, zoodat het ge- heele beeld van de strijd veranderde. Duizenden vijanden zijn gevallen of zwaar gewond. Tegenover iedere Tijger en Panthertank staan 5 geall. tanks met een ge- schut van 7,8. De vijandelijke tanks zijn beter gepantserd, en dus beter geschikt voor afweer; wij echter zijn op den aanval ingesteld en hebben dus snelle en bewegelijke tanks noodig, die op elk terrein kunnen manoeu- vreeren. 300.000 ton voedsel is geleverd aan Fr., België en Nederl., 150.000 ton aan Griekenland en aan Italië tot eind 1944 1.000.0O0 ton. In het bezette gebied van Nederland is de toestand ontzettend; naarmate wij dieper Duitsch- land ingaan vinden wij stroomen ontwortelde buitenlanders, die dringend hulp noodig hebben. Den Doolaard stelde de firma Lips, Merwedestraat 40 Dordrecht aan de kaak, als schuldig aan misdadige collaboratie. "Met Lips is alles veilig", luid- de de reclame, maar blijkbaar hebben de heeren hun geweten verloren door hun omgang met stalen brandkasten. Zonder blikken of blozen n.l. hebben zij een order van 60.000 handboeien voor de Wehrmacht aangenomen. Van hangslot naar handboei is voor deze uiterst geoutilleerde firma slechte één stap. Om zijn wereldreputatie te handhaven heeft de firma het systeem der hand- boeien verbeterd en er octrooi op aangevraagd. De firma zou zich natuurlijk doodschamen, wanneer iemand uit deze boeien zich zou kunnen losbreken; thans weet zij zeker, dat de Nederlandsche po- litieke gevangenen wiskundig veilig gebracht worden naar concentratiekamp, galg of vuurpeleton. De boeien passen echter ook om de polsen van de hee- ren der firma Lips. -2- DE REGEERING. Wij hebben geruimen tijd gewacht of er nadere mededelingen uit Londen zouden worden gedaan inz. de verandering in het kabinet, doch hebben tot ons leedwezen moeten constateeren, dat dit niet het geval is. Tot ons leedwezen - omdat enkele punten duister blijven. 1o) Waarom is de sociaal-democratie niet vertegenwoordigd in de regeering? Is zij niet uitgenoodigd? Zijn er in bevrijd gebied geen sociaal-demo- craten beschikbaar, die een minister-portefeuille kunnen waarnemen? Of heeft de sociaal-democratie geweigerd? Het zou een bedenkelijk symptoom zijn, wanneer zou blijken, dat in bepaalde politieke kringen (en hier- mede bedoelen wij niet alleen regeeringskringen) onvoldoende besef be- staat van de volstrekte noodzakelijkheid van samenwerking in tijden van nationalen nood. 2o) Wat beteekent het stilzwijgen, dat thans hangt rondom de figuur van Mr.van Heuven Goedhart? Is er bezwaar geweest tegen zijn voortvarendheid? Zoo ja, dan zou dit een ernstige waarschuwing zijn aan ons volk, dat er krachten zijn, die een dergelijke voortvarendheid tegenwerken, wat ze- ker niet gedoogd kan worden. Of heeft Mr.van Heuven Goedhart geweigerd opnieuw de portefeuille van Justitie te nemen, omdat er figuren in het cabinet zijn, met wie hij niet wenscht samen te werken? Aangezien wij niet kunnen aannemen, dat hij hierbij om persoonlijke redenen geweigerd zou hebben, zou in dat geval slechts overblijven, dat hij bezwaar heeft tegen de(n) betreffen- de(n) functionaris(sen) wegens zijn (hun) tijdens de bezetting aan- genomen houding. Een derde mogelijkheid is; dat de algemeene politiek van het kabinet een wijziging heeft ondergaan, waarmede de gewezen minister van Justitie zich niet kan vereenigen. En het is in dit geval niet uitgesloten, dat dit zou samenhangen met zijn event. bezwaren tegen een of meer der nieuwe functionarissen. Het is zeer te betreuren, dat de minister-president, die een zoo groot vertrouwen geniet in binnen- en buitenland, zich in de voornoemde kwestie niet volkomen duidelijk heeft uitgesproken. Overigens haasten wij ons er aan toe te voegen, dat wij van zijn integriteit ten volle overtuigd zijn. Het feit, dat het kabinet aftreedt, terstond na de bevrijding van het geheele land, moge ene belangrijke waarborg zijn voor het tot uitdruk- king brengen van den volkswil in de kwesties van nationale en sociale reorganisatie, hervorming van de structuur van het Rijk, bestraffing van landverraad en collaboratie, cultureele wederopbouw enz. Toch kun- nen wij ons niet aan den indruk onttrekken, dat het volk zeer diligent zal moeten blijven om te verhinderen, dat de tegenwerkende krachten storenden invloed zullen kunnen uitoefenen. Wij zijn een nieuwe phase der wereldgeschiedenis ingetreden. Al weten wij zeer goed, dat er wèl reactionaire gezindheid bestaat (welke niet be- perkt is tot bepaalde partijen, klassen of standen), doch dat politieke reactie onmogelijk is, omdat er in de geschiedenis geen "weg terug" is. Toch verhelen wij ons niet, dat reactionaire gezindheid zeer vertragend kan werken. En wij willen geen vertraging. De leuze is: Voorwaarts ! Er is reeds veel te veel vertraagd vóór 1940 en afgebroken sindsdien. Thans is geen enkele vertraging meer toelaatbaar. MEMENTO. Naar in Duitsche kringen verluidt is Rauter Vrijdag 9 Maart overleden. Zijn dood gaf den vijand de gelegenheid honderden Nederlanders te ver- moorden z.g. als repressaille. Amsterdam heeft de afgeloopen dagen eenige van deze bloedbaden beleefd. Zijn volslagen karakterloosheid leidt ertoe, dat de vijand huichel- achtig spreekt van "terechtstelling" van "terroristen". Nederlanders ! Zult gij dit alles vooral niet vergeten ? Nu niet, en na afloop der bezetting evenmin ? Wij rekenen erop. -o- -3- De Wereldveiligheidsraad. Te Jalta zijn de Groote Drie het eens geworden over de in den op te richten Wereldveiligheidsraad te volgen stemprocedure. De Raad zal uit 11 leden bestaan, waarvan 5 permanente en 6 periodieke. De permanente zetels zullen worden ingenomen door de Vereenigde Staten, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië, Frankrijk en China. Zeven vormen een meerderheid en kunnen dus een procedure aanhangig maken. Voor groote politieke acties echter zijn de stemmen der vijf groote mogend- heden (de permanente leden) vereischt. Aldus de voorstellen, welke de Groote Drie te San Francisco aanhangig zullen maken. Voorloopig hebben wij wel eenige critiek op het bovengenoemde schema. Om te beginnen zijn er ernstige bezwaren tegen het feit, dat China tot de groote mogendheden gerekend wordt, en wel zoo volkomen, dat het geheel gelijk ge- steld wordt met de andere vier. Wij staan vooralsnog zeer sceptisch tegen- over de staatkundige solidariteit van het Hemelsche Rijk, en zijn er aller minst van overtuigd, dat het een politiek geheel is, evenmin als een maat- schappelijke en cultureele eenheid. Wij erkennen volmondig de Chineesche cultuur, maar dit beteekent niet, het volk een cultureele eenheid vormt. Integendeel vreezen wij voor ernstige verdeeldheid in China, zoowel uit hoofde van de aanmerkelijke ideologische verschillen, welke er bestaan, van de Chineesche ziekte der corruptie. Nog slechts enkele maanden geleden was er in de Vereenigde Staten groote verbolgenheid wegens ontdekte corruptie-schandalen in de omgeving van Tan- Kai-Tsjek. Ook is er nog altijd de tegenstelling tusschen de Chineesche communisten en de partij van Tan, alsmede tusschen de verschillende Chineesche gebieden, wat betreft beschaving, ontwikkeling en cultuur. Wij kunnen in het deelnemen van China aan de nieuwe wereldordening, op een zoo gewichtige plaats als in de Wereldveiligheidsraad voor de permanente leden is, niet zien een maatregel, welke enkel succes belooft. Dat aan Frankrijk een permanente zetel is toegewezen, is verklaarbaar uit het feit, dat het de eenige groote Westersche continentale mogendheid is. Toch is ook dit gebaar niet zonder meer toe te juichen. Marianne houdt er kuren op na; reeds nu heeft zij er danig last van. Wij weten wel, dat het nog altijd overtuigd is te zijn: "de groote natie, die aan het hoofd der beschaving gaat". Wij erkennen overigens volmondig, dat de wereld aan Frankrijk onnoemelijk veel te danken heeft. Maar wij kennen ook de onverzadigbare behoefte aan veiligheid van dit land. En nu zijn wij van oordeel, dat een land, dat zich telkens weer zoo schrik- kelijk bedreigd gevoelt, een eenigszins zonderlinge paladijn is voor de wereldveiligheid. Het zal in de eerste plaats aan eigen veiligheid denken. Tenslotte het groote punt: voor elke groote politieke actie zijn alle stem- men der permanente Raadsleden vereischt. Dit beteekent dus, dat aan de Groote Vijf een beslissende suprematie wordt toegekend. En nu doen zich hierbij twee vragen voor: 1o) wanneer is er sprake van een "groote" politieke actie? Wij zien in dit simpele woord een dankbaar punt voor polemieken. 2o) zoolang de groote mogendheden het eens zijn, kunnen de kleinere niets tegen haar beginnen. Hèt argument der groote mogendheden is natuurlijk: wij moeten met onze mi- litaire macht den wereldvrede handhaven; de kleinere kunnen dat niet. Het spreekt dus vanzelf, dat wij ook het hoogste woord mogen voeren. Dit argument snijdt hout. Theoretisch echter blijft de mogelijkheid van een "samenzwering" der Groote Vijf om de wereld te verdeelen. Laten wij ons echter geen muizenissen in het hoofd halen; een dergelijk denkbeeld is onzin. -4- Al erkennen wij gaarne volmondig de sterke solidariteit der Groote Drie, waar het gaat om het algemeene belang van den wereldvrede, toch zien wij niet voorbij, dat de groote mogendheden naast dit algemeene ook eigen be- langen hebben, welke niet altijd geheel overeenstemmen met die van anderen. En dus zien wij weer wel in, dat er alle plaats is voor diplomatie en het zoeken van morele en politieke steun bij andere mogendheden, ook bij de kleinere. Een "harmonie der (politieke) spheren" is een onmogelijkheid, want altijd blijven er tegenstellingen. Niet voor niets is vastgesteld, dat voor groote politieke acties eenstemmigheid der permanente leden ver- eischt is; de groote mogendheden weten zeer goed, dat er belangentegenstel- lingen bestaan. Worden dus door 7 Raadsleden economische sanctie voorgesteld tegen een der grooten, dan kan (en zal) deze de aanneming weigeren, hetgeen oorlog betee- kent, tenzij de overigen ervoor terugschrikken. De oorlog is dus niet principieel uitgebannen. Ook daarvoor behoeven wij ons voorloopig niet al te bezorgd te maken, aange- zien ons nogal oorlogzuchtig werelddeel in dit opzicht voor langen tijd is uitgeschakeld, wanneer het Derde Rijk vernietigd is, want noch Groot-Brit- tannië, noch de Sovjet-Unie zijn bijster oorlogzuchtig. Het is overigens niet bevreemdend, dat de Groote Drie overeenkwamen, dat niet geëist kan worden, dat zij zelf hun stem geven aan eventl. tegen hen te richten acties. Wanneer men dit desondanks als een gebrek wil beschouwen, dan moet toch niet over het hoofd worden gezien, dat - aangezien in zulk een geval slechts oorlog overblijft als eenige oplossing - de betreffende groote mogendheid zich wel zal bedenken, alvorens dezen te ontketenen. Wij weten alle veel te goed, wat een moderne oorlog beteekent. Hierin schuilt echter een gevaar voor de kleinere mogendheden. Wij mogen er niet op rekenen, dat de groote altijd dezelfde gematigdheid zullen betrach- ten als de Sovjet-Unie t.a.v. de vaststelling van de Russisch-Poolsche grenslijn. Het is dus niet uitgesloten, dat bepaalde belangentegenstellin- gen zouden worden opgelost ten koste van de belangen der kleine mogendheden. Daarom is het van beslissende beteekenis voor deze laatsten, dat zij zich aaneensluiten, waardoor zij bovendien handelen in overeenstemming met den geest des tijds: centralisatie gepaard met decentralisatie naar binnen. De idee der Vereenigde Staten van Europa is sinds lang geen hersenschim meer, zelfs in het theoretisch nationaal-socialisme komt zij tot uitdrukking, maar natuurlijk verkeerd, want als despotisme van één groote mogendheid over al- le andere. Een dergelijk verouderd denkbeeld van despositie kan alleen opko- men in het brein van een volk dat volstrekt ongeschikt is voor internation- nale samenwerking. Wij hebben er reeds meerdere malen op gewezen, dat men zich de Vereenigde Staten van Europa niet direct moet voorstellen als die van Amerika; daarom achten wij blocvorming op cultureele basis primair en dan als verdere orga- nisatiephase die der Vereenigde Staten van Europa. Dit echter ontslaat ons niet van de plicht om als Nederlanders ernaar te streven een sterk Neder- landsch Rijk te vormen - wat evenzeer in den geest des tijds ligt - een Rijk waarin de drie gebiedsdeelen tot een eenheid zijn saamgebonden. Niet uit im- perialistische overwegingen, maar om te voorkomen, dat wij zinken onder de kim der politieke belangrijkheid, waardoor ons slechts zou overblijven een plaats in te nemen als derde of vierderangs mogendheid. Een dergelijk aspect is weinig rooskleurig voor ons volk, en in het bijzon- der voor onze jeugd, welke wij een grootscher en wijder toekomst willen ge- ven, en een Rijk willen nalaten, waaraan zij haar beste krachten wijden kan, omdat zij daardoor het Rijk en de wereld dient. "Ik dien" is thans in de eerste plaats aan de orde. De nieuwe wereldordening, welke ontworpen is, is nog ruimschoots onvolmaakt. Een volmaakte is trouwens onbestaanbaar, behalve in sprookjes en utopieën. Toch moeten wij ernaar streven, en dit wil zeggen naar een wereld, welke op Recht is gegrondvest, een christelijke humanistische wereld. Wij moeten er onverdroten naar streven, omdat slechts dan, wanneer de mensch naar het hoogste reikt, hij menschwaardig leeft. -o-o-o-