No. 62 12 Maart 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS WESTFRONT. De georganiseerde tegenstand in het Duitsche bruggehoofd bij We- zel is geëindigd. De geheele Westelijke Rijnoever tot Coblenz is in het be- zit der geallieerden. Er zijn reeds 110.000 gevangenen binnen gebracht. Het Amerikaansche bruggehoofd op den Oostoever bij Remagen is naar het N. en Z. uitgebreid. Ten Z. aan Königwinter zijn de Amerikanen in Honnef doorgedron- gen. Geall. artillerie is reeds over den Rijn. De luchtmacht ondersteunt de operaties door het bombardeeren van troepenconcentraties, artilleriestellin- gen en wegenknooppunten. Er is een nieuw Amerikaansch leger (het l5e) in Frankrijk aangekomen. In de Eiffel maakt het 3e leger goede vorderingen. De ingesloten troepen worden op 23.000 man geschat; zij zijn volkomen gedemoraliseerd en geven zich bij duizenden over. Geweldige voorraden materiaal en munitie vallen den Amerikanen in handen. Wittlich en Neuerburg werden veroverd. De troepen van den vijand trekken zoo verward en overhaast terug, dat zelfs een hos- pitaal met 1500 gewonden den Amerikanen in handen viel, ofschoon de gewon- den voorrang hebben bij een terugtocht. LUCHTFRONT. Berlijn voor de 19e maal in 19 nachten gebombardeerd. Vrijdag werden door de R.A.F. gebombardeerd 2 olie-installaties in het Ruhrgebied, Cassel en Hamburg. De Amerikanen bombardeerden Cassel, Rheine, Osnabrück en Münster. Zaterdag werden olie-install. en spw.knooppunten in het Ruhr- gebied aangevallen o.a. Dordmund en Paderborn. Gisteren vielen de Amerika- nen olie-installaties en duikbootwerven te Bremen, Hamburg en Kiel aan. 1000 zware bommenwerpers van de R.A.F. deden een aanval op Essen en wel op de Kruppfabrieken, de haven en goederenstations. Er werd 4 à 5.000 ton ge- worpen. Vanuit Italië werden Graz, Komorn en doelen aan de spw. Weenen-Ko- morn aangevallen. Bruggen en viaducten van den Brennerspoorweg worden ie- deren dag gebombardeerd. In de afgeloopen week werden 1500 wagons en 450 autos vernield. OOSTFRONT. De Russen staan langs een front van 200 km. langs de Oostzee en hebben o.a. Rügenwalde, Schlawe Stolp, Stolpmünde, Lauenburg en Leba ver- overd. In Kolberg wordt gevochten. De Russen rukken van 3 zijden op Danzig aan; de stad ligt onder artillerievuur. Ter Z. van Stettin naderen de Rus- sen de Oder. Altdamn is gedeeltelijk in hun handen. Stettin ligt onder ar- tillerievuur. Ten N. van het Balatomeer zijn hevige vijandelijke aanval- len afgeslagen; hierbij werden 95 tanks vernietigd, 67 liepen op mijnen. VERRE OOSTEN. De helft van Mandelay is in Britsche handen. Vrijdag bombar- deerden Superfortressen Tokio; gisteren Nagoja. DIVERSEN. Wij ontvingen bevestiging van de berichten, dat in Nederland hon- derden onschuldigen werden doodgeschoten door den vijand, z.g. als repre- saille. In de Haag hield de Groene mannenrazzia's na het mislukte bombar- deren, toen de menschen bezig waren de slachtoffers te helpen. Wij ont- vingen bericht, dat de hevige verwoesting in de Haag vooral een gevolg is van den sterken wind, die het vuur der brandbommen ontstellend aanwakkerde. Bovendien schrijft men ons, dat de burgerij veel meer bevreesd is voor de V2, waarvan 50 à 70% mislukken, dan voor de geall. bommenwerpers. De 2e groep van 500 Nederl. kinderen is in Engeland aangekomen en doorge- reisd naar een vacantiekamp bij Hull. Vrijdag l.l. heeft H.M. de Koningin het kamp bij Coventry bezocht en met de kinderen den maaltijd gebruikt. De kinderen zijn op bezoek geweest in een Amerikaansch kamp, waar zij o.a. het decoreeren van soldaten bijwoonden, die in ons land gevochten hebben. Een meisje mocht één der mannen de decoratie op de uniform hechten. Vijandelijke krijgsgevangenen in het W. deelen mede, dat vele soldaten zich aan den frontdienst onttrekken door voortdurend met den trein heen en weer te reizen. Breslau. De verovering van deze stad geschiedt niet door eigenlijke straat- gevechten, daar de Russen niet door de straten oprukken, maar dwars door de huizen waarvan zij de muren doorbreken. Er wordt nog steeds hevig gevoch- ten. W.DUITSCHLAND. Op een overgebleven stuk muur stonden uittreksels uit ver- schillende redevoeringen van Hitler. Onder de woorden: "Geef mij 5 jaren en gij zult Duitschland niet meer herkennen", had iemand geschreven: "Rich- tig!", Het land schijnt inderdaad niet meer te herkennen te zijn. -o- -2- DE AFBROKKELENDE DUITSCHE WEERSTAND. "Zoodra men over de Duitsche grens komt, vindt men alleen nog maar puin", deelde een correspondent mede, die bezet Duitschland had bezocht. In Keulen rukten de Amerikaansche tanks op door de ruïnes der huizen en passeerden zoo de barricades, welke de Duitschers hadden opgeworpen in de straten. Deze twee simpele mededeelingen geven een behoorlijk beeld van den toe- stand, waarin stad en land in het Derde Rijk verkeeren. Desondanks vechten de troepen nog steeds door, al krijgen wij den indruk, dat het élan af- neemt, gezien het feit, dat er sinds den 23 Februari reeds meer dan 100.000 vijanden in het Westen gevangen genomen zijn. Het gros echter strijdt stug verder. Behalve de terreur door de S.S.troepen uitgeoefend op de rest van het le- ger, alsmede die, welke erin bestaat, dat soldaten, die zich willen over- geven, het risico loopen, dat hun familie wordt gearresteerd, is voor dit doorvechten het volkomen onpersoonlijke plichtsgevoel van den gemiddelden Duitscher van beslissende beteekenis. Zijn geweten blijft hierbij buiten spel. "Plicht is plicht" is een hooge wijsheid voor hem; maar hij beseft niet, dat een dergelijke "wijsheid" volstrekt nietszeggend is, en niet dieper gaat, dan bijv. de uitspraak, dat een koe een koe is. In zaken van staatkunde houdt hij er geen geweten op na, maar laat alles over aan zijn regeering. Daarom is hij ook zoo moeilijk tot een revolutie te brengen, zelfs na een verloren oorlog. De met veel tam-tam in 1918 be- gonnen revolutie liep op niets uit; pensioenen en vermogensregelingen voor de verbannen vorsten, handhaving van den eerbied voor de oude machthebbers, tegenover wie de nieuwe machthebbers alle égards betrachtten; maar van een omwenteling geen spoor. De Weimar-republiek, als poging om het staatkundig geweten der Duitschers in te schakelen, mislukte, omdat de gemiddelde Duitscher zulk een geweten nu eenmaal niet bezit. Dientengevolge was het een verademing voor hem, toen Hitler hem weer van deze moeilijkheid verloste en een sterken staat beloofde, die alles voor hem zou opknappen. De sterke staat kwam; de gemiddelde Duitscher voelde zich behagelijk en liet aan het meest armzalige stelletje politieke amateurs, dat de wereld ooit gezien heeft, over om politieke leiding te geven, en om tevens het schip van staat internationaal koers te doen houden. Internationale politiek was steeds het zwakke punt voor Duitschland; ook de vorige wereldoorlog is veroorzaakt geworden door het feit, dat de Duit- sche regeering niet bij machte was de juiste lijn, welke zij moest volgen, te onderkennen. Reeds het bloote feit dat zij sprak over "den ons opge- drongen oorlog" bewijst zulks, want geen enkele groote mogendheid behoeft zich een oorlog te laten opdringen. Alleen door het erbarmelijk gebrek aan diplomatieke tact en inzicht kwam het keizerlijke Duitschland in een oorlog terecht, dien het niet wilde n.l. in een twee-fronten oorlog. Het huidige régime is in hetzelfde schuitje terecht gekomen en praat eveneens over "den ons opgedrongen oorlog". Evenals de keizerlijke regeering is het na- zi-régime veeleischend geweest, en geloofde ook zijn plannen te kunnen uitvoeren zonder dat iemand het zou wagen om het Derde Rijk een stroobreed in den weg te leggen, gezien de geweldige militaire macht van dit rijk. Het politieke "inzicht" van den champagne-reiziger Ribbentrop gaf hier den doorslag. En de gemiddelde Duitscher geloofde het. Zijn armzalige politieke ontwik- keling maakte het hem onmogelijk om in te zien, dat het Duitsche volk zich onsterfelijk blameerde door Hitler en consorten aan de macht te brengen; zijn staatkundige gewetenloosheid, gepaard met zijn trouweloosheid en ka- rakterloosheid, deden hem Sieg Heil schreeuwen bij elke gemeenheid, welke door het régime werd gepleegd, en natuurlijk als heldendaden voorgesteld. Zijn onbenulligheid maakt hem vatbaar voor Goebbels' gruwelpropaganda, waarin hem wordt wijs gemaakt, dat de geallieerden de afschuwelijkste voornemens koesteren, t.a.v. de Duitschers. Hij heeft zelf zoo verschrik- kelijk hard gejuicht, als hem de Duitsche gruwelen werden medegedeeld; hij vond alles prachtig en heldhaftig. Het verbaast ons dus niet, dat hij soortgelijke gruweldaden van de zijde der geallieerden als een volkomen normaal verschijnsel beschouwt. Waarom zonden ze het niet doen? Voor hem is elke bestialiteit, als politieke handeling bedreven, immers in orde, -3- want hij bezit geen politiek geweten. Slechts moeizaam gelukt het aan de tegenpropaganda der geallieerden om het effect van Goebbels' griezelverhalen te verzwakken; slechts zeer geleidelijk dringt twijfel door, en neemt daardoor de bereidheid der soldaten toe om zich over te geven. In de eerste plaats natuurlijk aan de geallieerden in het Westen, want omtrent die in het Oosten, de Russen, is de zaak allerver- schrikkelijkst voorgesteld. Deze geallieerde tegenpropaganda veroorzaakt echter allerminst een omwenteling in den gemiddelden Duitschen mensch wat zijn geweten betreft; hij blijft politiek gewetenloos, evengoed als trouwe- loos en karakterloos. Vandaar zijn kruiperigheid tegenover de Russen, die - naar "De Vliegende Hollander" meldt - hiervan walgen. Wanneer het Derde Rijk vernietigd is, zal de gemiddelde Duitscher onderda- nig zijn en verontwaardigd doen; maar een beter mensch zal hij dan nog niet zijn. Laat niemand dat gelooven. De vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. -o- DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN Als een gevolg van de diverse roofpartijen der Duitschers en de bombardemen- ten en de beschietingen der geallieerde vliegtuigen verkeeren onze spoor- wegen in een deplorabele toestand. De stoomlocomotieven zijn voor het groot- ste deel of kapot of ze zijn door de Duitschers gestolen, de wagons en rij- tuigen doen voor het meerendeel dienst bij de Duitschers, de motoren en dy- namo's zijn uit de diesel-electrische treinstellen gesloopt en gemonteerd in Duitsche onderzeeërs, het electrische materieel is weggevoerd, de stati- ons en andere gebouwen zijn leeg geroofd, de werktuigen uit de werkplaat- sen zijn gestolen, diverse bruggen zijn kapot enz., enz. Het zal dan ook heel wat voeten in aarde hebben voor dit bedrijf zoo straks weer op gang zal zijn en er zal door iedereen zeer hard gewerkt moeten worden. Want, hoewel wij met behulp van automobielen en de binnenscheepvaart vrij veel kunnen vervoeren, voor het massavervoer blijft men toch voor een groot deel aangewezen op de spoorwegen. Ondanks het feit, dat de huidige situatie zich dus vrij somber laat aan- zien, is men in de kringen der spoorwegmenschen niet pessimistisch gestemd voor wat betreft een betrekkelijk snelle hervatting van het bedrijf. Men gaat zelfs zoo ver, dat men verwacht in ongeveer twee jaar tijd de toe- stand van 10 Mei 1940 weer te hebben hersteld. Inderdaad heeft de Nederland- sche Regeering reeds allerlei maatregelen genomen om het spoorwegverkeer zoo snel mogelijk te herstellen en men heeft daartoe o.a. in Zweden ruim veertig stoomlocomotieven besteld; verder mag natuurlijk worden gerekend op herstelbetalingen in natura door Duitschland, waartoe vanzelfsprekend het noodige spoorwegmaterieel zal behooren. Weliswaar zal dit materieel niet van de allerbeste kwaliteit zijn, want ten eerste, men heeft in Duitschland tijdens de oorlogsjaren nu niet bepaald een overdreven zorg be- steed aan het onderhoud van het rollend materieel, terwijl, ten tweede, het tijdens de oorlogsjaren nieuw gebouwde materieel noch wat materiaal, noch wat afwerking betreft, op gelijke hoogte staat met de vroegere locomotie- ven en wagons. Zoo verschrikkelijk erg is dat echter allemaal niet, want dit materieel zal slechts in hoofdzaak dienen voor het overbruggen van het tijdperk tusschen het staken der vijandelijkheden en het verwezenlijken der inderdaad grootsche plannen der Directie van de Nederlandsche Spoorwegen. Deze plannen, welke reeds vóór 10 Mei 1940 voor een groot deel waren uit- gewerkt, komen in hoofdzaak neer op een algeheele electrificatie van ons binnenlandsche spoorwegnet. Oorspronkelijk had men slechts het middennet en de lijn Amsterdam-Dordrecht willen electrificeeren en andere belangrijke lijnen, waar de frequentie echter minder hoog was, willen bedienen met die- sel-electrisch materieel, terwijl voor het goederenvervoer de stoomtrac- tie, op een enkele uitzondering na, gehandhaafd zou blijven. Het die- sel-electrische materieel heeft echter niet bijzonder goed voldaan; de levensduur der dieselmotoren is vrij kort, het onderhoud vraagt veel zorg en de exploitatie van spoorlijnen met dergelijke treinstellen wordt dan ook betrekkelijk duur. Het electrische materieel daarentegen heeft uitstekend voldaan en, ondanks de enorme sommen, welke gepaard -4- gaan met het aanleggen van een bovenleiding en het bouwen van ondergrond- sche stations voor het transformeeren van de electrische stroom, is in de practijk gebleken, dat de exploitatie van spoorlijnen met dit materieel aanmerkelijk goedkooper is dan met stoomlocomotieven en diesel-electrisch materieel. In principe zal de dienst worden uitgevoerd met de ons bekende gestroom- lijnde treinstellen, doch hiernaast zullen ook electrische locomotieven worden gebruikt voor het trekken der goederentreinen en der internatio- nale treinen. Verder zal men zooveel mogelijk een dienstregeling invoeren, waarbij het onnoodig zal zijn een spoorboekje te raadplegen en de ver- schillende diensten ook met een zoo hoog mogelijke frequentie uitvoeren, zoodat men min of meer op ieder uur van den dag naar alle deelen van het land per trein zal kunnen reizen. Hierbij kan worden vermeld, dat men waarschijnlijk de dienst Amsterdam-Leeuwarden-Groningen als kringloop zal uitvoeren. Een dienst loopt dan van Amsterdam via Alkmaar over de Afsluit- dijk naar Leeuwarden en Groningen om vervolgens via Assen-Zwolle en Amers- foort naar Amsterdam terug te gaan. De andere dienst begint de route via Amersfoort-Zwolle-Assen te volgen en gaat dan terug naar Amsterdam via de Afsluitdijk; gedacht wordt aan een maximum reisduur van Amsterdam naar Groningen van 2 1/2 uur. Ook Twenthe en Maastricht krijgen uiterst snelle verbindingen met het centrum en het westen van ons land, evenals Zeeland. Een andere, ditmaal internationale, snelle verbinding is gedacht tusschen Amsterdam en Parijs, via den Haag, Rotterdam, Antwerpen en Brussel; de reisduur hiervan zou ongeveer 4 1/2 uur bedragen. Oorspronkelijk had men voor deze route de diesel-electrische vijfwagenstellen willen gebruiken, waarmede een maximum snelheid van 160 km/u kan worden bereikt, zulks in verband met het feit, dat de Belgische electrische spoorwegen rijden met een netspanning van 3000 Volt en wij en Frankrijk met slechts 1500 Volt. Bovendien zijn groote deelen van dit traject niet geëlectrificeerd. Het is echter technisch zeer goed uitvoerbaar om onze treinstellen toch te laten rijden bij een netspanning van 3000 volt en, waar men ook in Bel- gië en Frankrijk groote plannen heeft inzake het electrificeeren van het spoorwegnet, is het hoogst waarschijnlijk, dat dit traject eveneens met electrische treinstellen zal worden bereden. Wat de electrische locomotieven betreft, aangezien deze nogal duur zijn, hebben de ingenieurs der Nederlandsche Spoorwegen een type ontworpen, dat zoowel dienst kan doen voor goederentreinen met een betrekkelijke lage maximum snelheid, doch groote trekkracht als voor de snelle inter- nationale treinen, door het aanbrengen van een gangwissel, waardoor in het eerste geval op de lage en in het tweede geval op de hooge versnel- ling wordt gereden. Een even ingenieuze als eenvoudige oplossing van het probleem. In het kort, door de algeheele electrificeering van ons spoorwegnet met de daarmede gepaard gaande opvoering van de frequentie der diensten en van de rijsnelheid, benevens een verlaging der exploitatiekosten, wil de Directie der Nederlandsche Spoorwegen het reizend en vervoerend publiek een "service" bieden, welke in alle opzichten tot tevredenheid zal stem- men. Daarbij is men ook tot het inzicht gekomen, afgaande tenminste op gesprekken, welke wij met spoorwegmenschen voerden, dat de spoorwegen niet in staat zijn om àlle vervoer even goed te verzorgen (wij denken hier aan bijv. het vervoer van vee van de weide naar de markt en omge- keerd), zoodat men erkent, dat er ook ruimte is voor andere vervoermid- delen. Het is te hopen, dat door deze erkenning tevens een einde zal komen aan de pogingen der Regeering om het automobielverkeer ten behoeve van de spoorwegen aan banden te leggen door het heffen van zoo hooge belastingen, dat de rentabiliteit in het gedrang kwam en door het in- voeren van andere belemmerende maatregelen. Voor wat betreft het overgangstijdperk, vanzelfsprekend zal in de aller- eerste plaats aandacht worden geschonken aan het goederenvervoer,waar- bij vermoedelijk op bepaalde trajecten gebruik zal worden gemaakt van vrachtauto's en trekkers met opleggers en aanhangwagens. Eerst daarna kan men aandacht gaan schenken aan het vervoer van personen, doch er is alle reden om aan te nemen, dat, zoodra de Duitschers ons land hebben verlaten, het niet lang meer zal duren of het verkeer, in zooverre dit door de spoorwegen wordt behartigd, in belangrijke mate zal zijn hersteld. -o-o-o-