No. 55 23 Februari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONT-NIEUWS. WESTFRONT. Ten O.van Goch rukken de Canadeezen op naar Udem, en zijn 4 km gevorderd. Calcar is omsingeld en ligt onder artilletievuur. Parachutis- ten veroverden Moyland. De Driehoek tusschen de Saar en de Moezel is door het 3e Amerikaansche le- ger van Duitschers gezuiverd. Saarburg is in hun bezit. Reeds eergisteren meldden oorlogscorrespondenten, dat alle georganiseerde tegenstand van vijandelijke zijde aldaar had opgehouden en dat de vijand op de vlucht was over de Saar. De Amerikanen rukken op naar Konz aan de samenvloeiing van Moezel en Saar. Het 7e Amerikaansche leger vecht in Forbach ten Z.W. van Saarbrücken. Tusschen Prüm en Echternach wordt het gebied, dat de vijand bezet houdt, steeds kleiner; de beide vleugels van de geallieerden staan hier 20 km van elkaar. Ten N. van Vianden hebben de Amerikanen eenige dorpen op Rijksgebied ver- overd. In 3 weken tijd zijn 1000 bunkers van de Siegfriedlinie buiten ge- vecht gesteld. LUCHTFRONT. Neurenberg is 2 achtereenvolgende dagen aangevallen; in totaal werden 23000 brisantbommen en 700.000 brandbommen geworpen. Dortmund, Ber- lijn, Mannheim en oliefabrieken bij Düsseldorf werden door de R.A.F. aange- vallen. Donderdag l.l. waren 6000 geall. toestellen vanuit Groot-Brittannië, Italië, Frankrijk, België en Nederland boven Duitschland. Aangevallen werden 22 spw. knooppunten, verkeerswegen, bruggen en andere militaire doelen in Midden- en West-Duitschland. De zware bommenwerpers bombardeerden van geringe hoog- te; op ongeveer 700 meter. Het doel van deze geweldige operaties was om in één aanval het spw.verkeer over een reusachtig gebied stil te leggen. Vanuit Italië werden Weenen, Fiume, Triest en Pola aangevallen. Thunderbolts bombardeerden de spw. en het station bij Berchtesgaden. OOSTFRONT. De troepen van maarschalk Koniev staan over een breed front aan de Neisse. Guben en Forst liggen onder artillerievuur. Vier voorsteden van Breslau zijn veroverd. De Duitschers melden grootere activiteit aan het front van maarschalk Zjukov, maar de Oder is nog steeds buiten haar oevers. Ten N.O. van Konitz werden Schlachta en Czersk genomen, en rukken de Rus- sen op naar Danzig, vanwaar zij nog 60 km. verwijderd zijn. In O. Pruisen werd Zinten ten Z. van Koningsbergen genomen. De vijand ligt van alle zij- den onder artillerievuur. Bij zijn uitvallen uit de stad verloor hij 8000 dooden. In Hongarije werden de vijandelijke aanvallen bij de Hron afgeslagen. De vijand verloor veel tanks. Bij Lücenec rukken de Russen verder op. VERRE OOSTEN. Een derde van Iwo-Shima is in handen der Amerikanen, die aanvallen doen op het tweede vliegveld. Zij hebben bij de landing 3500 man verloren, waaronder veel gewonden. Hier wordt verbitterder dan waar ook ge- vochten. De Japansche radio heeft de bevolking erop voorbereid, dat zij met een landing op de kusten van het moederland rekening moet houden. Amerikaansche onderzeeërs hebben weer 25 Japansche schepen tot zinken ge- bracht. In Birma zijn de bruggehoofden over de Irawaddi ter weerszijden van Mandalay uitgebreid. DIVERSEN. In Griekenland staan 2 ex-premiers wegens collaboratie terecht. De zitting heeft een stormachtig verloop, daar er 500 getuigen gedagvaard zijn. In België zijn 5 landverraders en collaborateurs te Antwerpen ter dood ge- bracht. In Mexico is de Pan-Amerikaansche conferentie geopend. Van de 21 Amerik. staten zijn 19 aanwezig. San Salvador en Argentinië ontbreken. Het Turk- sche parlement is tegen vandaag bijeen geroepen voor een bijzondere zitting, waarop een gewichtige beslissing genomen zal worden. 2660 krijgsgevangenen van verschillende nationaliteiten zijn door de Russen bevrijd en op weg naar Odessa, vanwaar zij naar hun vaderland verscheept zullen worden. Van Zweedsche sociaal-democratische zijde is van de regeering geëischt, dat zij handelend zal optreden, wanneer Denemarken of Noorwegen om hulp vragen. De regeering heeft hierop nog niet geantwoord. Tusschen Emden en Munster heb- ben vliegeniers een 60 km lange kolonne vluchtelingen waargenomen. -o- -2- MARIANNE IS ONTSTEMD. Er is thans geen twijfel meer mogelijk omtrent de ontstemming der Fransche regeering tegenover de Vereenigde Staten en tegen de Groote Drie in het algemeen. President Roosevelt heeft zijn groote teleurstelling uitgespro- ken over de weigering van de regeering De Gaulle, welke weigering ons voorkomt een bewijs te zijn van kortzichtigheid en zelfoverschatting. Het verbaast ons dan ook niet te vernemen, dat in Parijs verdeeldheid is terzake van de houding der regeering, welke door sommige kringen wordt afgekeurd. Men schijnt in deze kringen niet vergeten te zijn, dat de Atlantikwall doorbroken werd door Britten en Amerikanen, en dat het ook de A m e r i k a n e n waren, die het eerst Parijs binnentrokken. Men heeft toen weliswaar den Franschen de eer gelaten Parijs zelf bevrijd te hebben, maar zonder de aanwezigheid der groote geallieerde legers onder de muren der stad, was dit een onmogelijkheid geweest. Waarschijnlijk ziet men in bedoelde kringen ook wel in, dat het Frankrijk nog allerminst betaamt om zoo hoog van den toren te blazen, en dat het land gevaar loopt weer veel sympathieën te verliezen, al zal het nooit aller sympathie kunnen verliezen, daar het nu eenmaal Frankrijk is. Toch moet het op het oogenblik niet te veel op dit laatste speculeeren. Met erkenning van de groote verdienste van generaal De Gaulle voor zijn land en de zaak der bondgenooten, dient ook erkend te worden, dat de beteekenis van Frankrijk in de afgeloopen jaren voor deze zaak niet zoo overweldigend was, dat het land het recht heeft aanspraak te maken op een positie, welke volkomen gelijk is aan die der Groote Drie. Het enkele feit, dat Frankrijk een grooter mogendheid w a s, toen het ten oorlog toog, impliceert niet dat het reeds thans een dusdanige mogend- heid i s. De qualificatie "groote mogendheid" hangt niet alleen af van het bevolkingscijfer, maar in zeer hooge mate van de qualiteiten van een volk. Hoe het hiermede in Frankrijk gesteld is, is nog steeds een open vraag. Waarschijnlijk heeft de haast, waarmede minister Churchill naar Parijs toog om een pact te sluiten, welke haast geëvenaard word door Moskou, dat ook al een pact klaar had, een groote rol gespeeld in de blijkbare zelfoverschatting waaraan althans een deel der openbare meening in Frankrijk momenteel lijdt. In Silezië hebben de Russen in de bosschen een prachtig gecamoufleerd vliegveld en een onderaardsche stad ontdekt. Deze stad liep onder heu- vels en meren door, had geplaveide straten en electrisch licht. Voor den bouw ervan waren tienduizenden dwangarbeiders en krijgsgevan- genen gebruikt. Kilometers lange gangen waren gevuld met bommen, gra- naten, springstoffen en dgl. Een druk op de knop kon de geheele stad in de lucht doen vliegen, maar toen het erop aankwam, bleef die ene druk achterwege, daar de verantwoordelijke commandant in haastig tempo vluchtte, toen hem het verschijnen der Russische tanks werd ge- gemeld. Blijkbaar willen niet alle Duitsche officieren sterven voor den Führer. -o- Het Nederlandsche Roode Kruis in bevrijd gebied (waar het niet in handen van Pieck is en dus werkelijk voor het Nederlandsche volk werkt) roept de bevolking van bevrijd Nederland op om voedselpaketten bijeen te bren- gen voor bezet gebied onder het motto "Zuid helpt Noord". In Oudenbosch en Breda is men hiermede reeds begonnen, terwijl in Zeeland daarenboven voor kleeding en medische hulp gezorgd wordt; tevens worden die menschen geregisteerd, die ondervoede kinderen willen opnemen. Het is verblijdend, dat reeds nu met dit alles een aanvang gemaakt is, zoodat op den dag onzer bevrijding het geheele hulpapparaat, dat in ons land en Groot-Brittannië in gereedheid gebracht wordt, in werking treden kan. Wij willen wel honger en ontberingen lijden voor de vrijheid, maar liefst niet langer dan strikt noodig is, dus tot het moment, waarop onze, thans gelukkiger, landgenooten ons de hand kunnen reiken. -o- -3- Recht op arbeid. Dat de moderne mensch recht heeft op arbeid, wordt momenteel algemeen er- kend. In vroeger eeuwen, na de Hervorming, kon daarvan geen sprake zijn, omdat toen het individualistische beginsel: "elk voor zich" algemeen gold, en niemand aan de juistheid ervan twijfelde. De harde consequenties van dit beginsel werden verzacht door de Christelijke liefdadigheid. Aangezien niemand aan de juistheid van het beginsel twijfelde, was het voor den toen- maligen mensch ook het juiste. Schimpen op het individualisme is tegenwoordig schering en inslag. Ten on- rechte, voorzooverre het het verleden betreft, en slechts gedeeltelijk juist, wanneer over de huidige samenleving gesproken wordt. Immers is deze samenleving geworden uit de individualistische, en dus doet in onze samen- leving het individualisme mee, al moeten wij tot het inzicht komen, dat voor het zuivere individualisme, zooals dat in vroeger eeuwen gold, geen plaats meer is, behalve t.a.v. die uitzonderingen, die geheel zelfstandig hun eigen weg willen gaan. De gemiddelde moderne mensch wil dit echter niet, maar ageert maatschappe- lijk bij voorkeur in groepsverband; terwijl hij verder zijn leven zooveel mogelijk in dusdanig verband leeft. Voor dezen mensch is dus de zuiver individualistische samenleving een on- ding. En uit het verwerpen ervan vloeit voort, dat de eisch gesteld wordt van "Recht op arbeid". Daartegenover dient dan echter de plicht tot arbeid gesteld te worden, want alleen aan zijn plichten, ontleent de mensch zijn rechten. Door den eisch van het recht op arbeid te stellen ontkent de moderne mensch dan tevens, dat hij gedwongen zou mogen worden tot den strijd om het naak- te bestaan, en eischt hij een samenleving, welke dusdanig geordend is, dat zijn bestaan verzekerd is. Ook dit past geheel in het moderne tijdsbeeld. Maar wanneer wij stellen, dat de strijd om het naakte bestaan uit den tijd is in een moderne samenleving, dan beteekent dat niet, dat de strijd om het bestaan uit den tijd zou zijn. Wij zeiden immers reeds, dat de plicht tot arbeid erkend moet worden als grondslag van het recht tot dien arbeid. Het was de vloek der werkloozensteun, dat den werkloozen de strijd om het bestaan geheel onthouden werd. Zij kregen alles gratis, volksconcerten en bioscoopvoorstellingen incluis. En nu mag deze of gene tegenwerpen, dat zij desondanks veel te weinig kregen, of iets van dien aard, dan verandert dit niets aan het feit, dat hun de strijd om het bestaan was onthouden, en dat zij daardoor demoraliseerden. Wat zonder moeite en zorg verworven wordt, is waardeloos. Dit beteekent niet, dat cadeaux waardeloos zijn. Zij zijn dat allerminst, wanneer zij een waardeering, een innig gevoel tot uitdrukking brengen, maar er kan moeilijk beweerd worden, dat in de werkloozensteun waardeering of innige gevoelens tot uitdrukking kwamen. Noodig is en blijft het zich bekwamen voor, het werken in beroep, ambacht, vak; noodig is en blijft wedijver en streven naar hooger. Alleen gelijk- heidmaniakken ontkennen zulks, maar zij zijn niet degenen, die de wereld vooruitbrengen. Natuurlijk zijn in principe alle menschen gelijk, want een mensch is een mensch. Maar aangezien maatschappelijke hiërarchie noodig is, is er maatschappelijke ongelijkheid noodig, die trouwens ook hieruit voort- vloeit, dat de menschen, wat betreft aanleg, ontwikkeling, bekwaamheid, vi- taliteit, verschillend zijn. Al zijn de menschen in principe gelijk, daarom zijn zij in hun ontwikkeling (dus als subjectief ontwikkelde principes) niet gelijk. Zonder wedijver, zonder het streven naar hooger, is de samenleving ten doode gedoemd. Alleen door hooger te reiken heft de mensch zich op. (Daarom ook moet de gods- dienst eischen stellen, die te hoog liggen voor den mensch, opdat hij al- tijd in geestelijk opzicht naar hooger zal blijven streven.) Recht op arbeid impliceert plicht daartoe, en deze den strijd om het be- staan, waarin de wil gestaald, het karakter ontwikkeld wordt. -o- -4- ? Het machtigste wapen tegen het nationaal-socialisme is de ontwikkeling der persoonlijkheid. Een mensch met verantwoordelijkheidsbesef kan nimmer nationaal-socialist zijn. Wij moeten niet streven naar homogene eenheid van het volk, want hiertoe is cadaverdicipline noodig, dus levende lijken, zooals destijds tentoon- gesteld werden voor Hotel "Parkzicht" te Amsterdam. Wij willen een levend volk van levende menschen. Wij moeten daarom streven naar veeleenheid, veelvormigheid in eenheid van menschen, die zich bewust zijn - verantwoordelijkheid te bezitten. Wij moeten niet zeggen: "mijn politieke opvatting is de eenig juiste voor iedereen", maar: "mijn politieke opvatting is de eenig juiste voor mij en mijn geestverwanten". Ouder worden beteekent rijper worden; dit dient zich uit te strekken tot onze inzichten inzake God en de wereld, mensch en maatschappij. -o- Renaissance. Bij het spreken over en plannen maken i.z. de toekomst, wordt te weinig in het oog gehouden, dat wij een geestelijke vernieuwing noodig hebben, een herbeleving van den geest, wat dan beteekent de zuivering des geestes. De geest der menschen is bezwaard door velerlei dogmatisch stof, opgehoopt in lange, lange jaren, eeuwen zelfs. Want van eeuw tot eeuw hoopt zich stof op. Wel beteekent elke vernieuwing groote schoonmaak, maar geheel schoon wordt de zaak nooit. In de kelders van voor- en onderbewustzijn blijven restanten, die door de aldaar heerschende duisternis aan het oog onttrokken zijn. De jongste groote vernieuwing in het Westen van Europa was het evenement der Fransche revolutie en de daarop volgende keizerlijke periode. Een ontzaggelijke energiegolf verhief zich boven dit deel der wereld, doch aangezien deze energie zich hoofdzakelijk richtte op het materieele leven, vervloeide de golf vrij snel, omdat de mensch bij brood alleen niet leven kan. De ontstellende bevolkingstoename, welke ermee gepaard ging, was oorzaak, dat het vraagstuk van de materieele welvaart eveneens een ontstellend groo- te plaats innam in het openbare leven, en dat -hetgeen Prof Huizinga zoozeer ontstelde, en hem niet alleen - de "massa" het tijdsbeeld begon te beheer- schen, en toonaangevend werd. De Spaansche philosooph Ortega y Gasset ontwikkelde hoogst interessante conclusies op dit gebied, en tevens werd meer en meer aandacht besteed aan massa-psychologie, terwijl in de politieke wereld het woord "massa" tot een modewoord werd. Inderdaad is de gemiddelde moderne mensch het zuiverst aan te duiden als de massamensch. Huizinga vreesde, dat de persoonlijkheid in het Westen zou ondergaan, wel- ke vrees allerminst absurd is, omdat de begrippen massamensch en persoon- lijkheid zich slecht laten identificeeren. Het beangstigde hem, dat de mo- derne mensch in hoofdzaak op het welvaartsprobleem georiënteerd is, en zoo bitter weinig aandacht schenkt aan cultuur. De moderne massamensch is product van de groote eeuw van het materialisme, de XIXe, wier stof bij bergen ligt opgehoopt in de zielen der menschen, stof van allerlei dogmatiek, een warwinkel van "-ismen", vermengd met de restanten van "-ismen" uit vroeger eeuwen. Het welvaartsidool, los van de cultuur, en deze zelfs verdringend, is een Moloch. "Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht". Het ontzettende cultureele en moreele verval van het Duitsche volk is zulk een spiegel. De Duitscher, pedant, naijverig, heerschzuchtig (maar zonder de qualiteiten om te heerschen); achteraan gekomen in de wereld, wat betreft macht en staatkundig aanzien, wierp zich in de tweede helft der XIXe eeuw als een bezetene op de vraagstukken van welvaart en politieke macht, en combineer- de deze. -5- En hij verzaakte daarbij den geest, offerde ook dezen op aan zijn wel- vaarts- en machtsidealen - zoozeer, dat het land van den ziener Goethe en van de klassieke idealistische wijsbegeerte verviel tot de dolzinnigste philosophasmen, en zelfs een geestelijk wangedrocht als Joseph Goebbels den titel van "Dokter philosophiae" liet verwerven. De afschuwelijke ver- wording van het Duitsche volk moge ons tot leering strekken. In zijn philosophie over de massa toont Ortega y Gasset ons, dat de massa- mensch in alle rangen en standen is doorgedrongen, en dat zijn type zelfs de aristocratie beheerscht. Deze mensch is dus niet met eenige klasse of stand of rang te identificeeren. Hij is de mensch, die het tijdbeeld der XXe eeuw beheerscht. Het eerste wat hij deed, toen hij ten tooneele verscheen in de wereld der technische "wonderen", de door het groot-kapitalisme geschapen verindustri- aliseerde wereld, was eischen stellen; alles was mogelijk, of moest in elk geval mogelijk zijn. Bijkans pathologische welvaartsdroomen spookten door veler hersens. En de XIXe eeuw had de illusie van den eeuwigen vooruitgang geschapen. Nog steeds denkt de massa voornamelijk in termen van welvaart. Het moest alles zoo komen, want de industrieele revolutie had door de to- tale wijziging van bijkans alle economische verhoudingen en de daaruit voor groote categorieën voortvloeiende ontwrichting, het welvaartsprobleem acuut gemaakt. Deze revolutie ontketend door den individualistischen mensch, schiep chao- tische toestanden, doordat zij met den massamensch geen raad wist. Tenslotte belandden wij in den totalen chaos, waarin wij sinds vijf jaren verkeeren. Wat wij thans noodig hebben is een renaissance, maar deze kunnen wij niet bestellen. Wij zullen er aan moeten werken, zullen hardnekkig moeten stre- ven naar opheffing van den modernen mensch uit de materialistische spheer, waarin hij zoovele jaren, meer dan een eeuw, bevangen was. En om resultaat te bereiken zullen eerst de voorwaarden geschapen moeten worden om den mo- dernen mensch rijp te maken voor de voortbrengselen dezer renaissance. Dit beteekent, dat wij den massamensch moeten losmaken van het welvaarts- probleem, door het te maken tot een vraagstuk, dat wij hebben op te lossen. En dit beteekent, dat wij een sociale ordening scheppen, welke een einde maakt aan den maatschappelijken chaos, die ontstond doordat men hardnekkig poogde de ideeën van het individualisme toe te passen op massamenschen wier individualisme alles te wenschen overlaat, juist omdat zij massamen- schen zijn. Daarenboven echter zal deze ordening moeten dienen om den massamensch te dwingen zich maatschappelijk in te schakelen in het groote verband; uiter- lijke inschakeling is onvoldoende; hij moet leeren zichzelf te zien, niet slechts als een schakel, maar als een functie. Wij kunnen van hem niet eischen, dat hij een individualist is; wij moeten hem erkennen voor wat hij is. Maar wij moeten tevens leeren inzien, dat niet deze mensch de cultuur bepaalt, want het cultureele leven is geeste- lijk leven, geestelijke beheersching, en dit is een hooge persoonlijke qualiteit, welke den gemiddelden mensch vreemd is. Hem zegt vooralsnog meer de versregel uit de "Drei-Groschen-Oper" (film): "Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral" - waarbij wij dan "Fressen" stellen voor geheel het physieke genotleven - dan het bijbelwoord: de mensch kan bij brood alleen niet leven". Toegegeven moet worden, dat wanneer het leven opgaat in den strijd om het naakte bestaan, er voor hoogere beschaving en cultuur geen plaats is. Pri- mitieve volkeren in landen, waar de strijd tegen het geweld der natuur al- le krachten opeischt, bewijzen dit. Maar uit het feit, dat zij in die stre- ken blijven wonen van geslacht tot geslacht, blijkt evenzeer dat zij geen innerlijke behoefte hebben aan het een noch aan het ander. De mensch wordt niet eenzijdig bepaald door zijn omstandigheden. De vrijwel onbeschaafde en vrijwel cultuurlooze volkeren hebben geen ver- langen naar iets anders dan hun uiterst simpele en harde leven; zij zijn zelf simpel en gehard. Maar wij moeten toch niet voorbijzien, dat de boven geciteerde versregel er een is, die gezegd wordt in een film, welke over bedelaars en misdadi- gers handelt. Het overweldigende succes van deze film doet ons de vraag stellen, niet of de moderne massa uit bedelaars en misdadigers bestaat, -6- maar hoe het staat met haar onderscheidingsvermogen voor goed en kwaad. Het optreden der Duitschers, maar ook de noodtoestand onzer eigen bevolking en haar gevolgen, toonen ons, dat er velen zijn, zeer velen, die dat onder- scheid niet meer maken. Zij leven krachtens het beginsel: "Alles is geoor- loofd". Gelukkig echter zijn er ook de duizenden, die dit beginsel nadrukkelijk ver- werpen, alsook in de woorden: "Erst kommt des Fressen, dann kommt die Moral". En deze zijn het, die ons den moed geven om te pleiten voor een renaissance omdat zij het geweten zijn der massa, dat reageert en reageeren zal op een roepstem uit de speer van den geest. Renaissance, katharsis is noodig. En dus het scheppen der voorwaarden. Met den enkelen, in de cultureele milieux voorhanden wil, kunnen wij niet vol- staan. Dus moeten zij tot sociale ordening komen. Niet op de wijze der nationaal- socialisten, die slechts den volstrekten chaos kunnen verwekken, omdat zij den mensch niet erkennen en alle persoonlijkheid dooddrukken, waardoor zij slechts de walchelijkste aanbidding kennen voor macht en onrecht. Wij moeten, wat ons land betreft, de samenleving ordenen op Nederlandsche wijze, d.w.z. overeenkomstig den Nederlandschen volksaard, en dit beteekent dat die vrijheden gegarandeerd moeten blijven, welke in het begrip "grond- rechten" zijn vervat. Er moet een ordening komen van boven af, want de massamensch heeft leiding noodig, omdat hij massamensch is. Een Nederlandsche sociale ordening laat zich zeer wel verdragen met de Ne- derlandsche vrijheid, mits men in het oog houdt, dat de mensch der XXe eeuw anders is dan de Nederlander van de XVIIe, minder zelfbewust en met andere eischen; een mensch bovendien, die niet individualistisch voor zichzelf kan zorgen, omdat hij massamensch is, en zich zoo gevoelt. Daarnevens echter zijn er de zelfbewuste persoonlijkheden, die hun weg wel vinden in het leven en die krachtens hun wezen leiding geven. Zij zijn de voortzetters der zuivere vrijheidgedachte van ons volk, maar ook zij zijn geen XVIIe eeuwers meer: hun godsdienstig en philosophisch inzicht is die- per en breeder geworden, en dus zullen zij het dogmatische stof der eeuwen willen opruimen, den geest reinigen. Dit vereischt zelfinkeer. Alleen op deze wijze kan de Nederlandsche cultuur, kan het Nederlandsche volk een renaissance beleven, en een geestelijk zuurdesem zijn voor Europa en de wereld. -o-o-o- Pijnlijke vergissingen. In het nummer van 31 Jan. j.l. van "De Waarheid" werd een uiterst ernstige verdenking geopperd t.a.v. de plannen der Britten, in het bijzonder der Britsche regeering, en werd o.m. gezegd, dan het duidelijk was, dat deze regeering wegens haar reactionaire gezindheid beangst was voor den vrede, omdat deze de ware democratie zou brengen, waarvan de Britsche regeering niet gediend zou zijn. Wat door "De Waarheid" met "ware democratie" bedoeld wordt, is natuurlijk zonder meer duidelijk. Doch moet voor de redactie een pijnlijke ervaring geweest zijn, toen zij vernam, dat op de Krim-conferentie volkomen over- eenstemming en de nauwste samenwerking bereikt was, terwijl tevens Stalin als zijn overtuiging uitsprak, dat deze samenwerking na den oorlog zou blijven voortduren, alsmede, dat Churchill door de bevolking van Athene, incl. de Eam, tot eereburger benoemd is. -o- Waar zoovelen hun leven wagen, wilt U ons toch zeker Uw finantieele steun niet onthouden? Bedenk bij het bepalen van het bedrag, dat het hier niet gaat om een abon- nement op een krant, maar om steun aan onze goede Nederlandsche zaak. -o-o-o-