No. 51 14 Februari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. Het 1e Canadeesche leger heeft Kleef en Gennep veroverd. Het Reichswald is geheel van vijanden gezuiverd, en over de Niers is een brug- gehoofd gevormd. Tusschen Kleef en den Rijn is Griethausen veroverd. Door- dat de vijand de kanaalsluizen bij Kleef heeft opgeblazen, staat het ge- bied hier onder water. De vijandelijke tegenstand neemt toe; er staan thans zijnerzijds zeven divisies in het veld (eerst drie). Het Amerikaansche 3e leger heeft Prüm veroverd, een centraal bolwerk van de Siegfriedlinie. Over de Our is Vianden veroverd. De bruggehoofden bij Wallendorf en Echternach zijn tot één vereenigd. Ten Z.O. van Hagenau maken de Amerikanen vorderingen in de richting van den Rijn. De vijand heeft de Rijnstuwdam boven Mühlhausen opgeblazen. LUCHTFRONT. Maandag j.l., hebben de Amer. Ludwigshafen, Mainz en Wiesbade aangevallen. Maandagnacht bombardeerde de R.A.F. Stuttgart. Dinsdags werden de spoorwegknooppunten Osnabrück, Münster, Hamm, Brunswijk, Bremen en Cassel aangevallen. Vanuit Italië werd Weenen, Graz, Marburg en de spoorbaan over de Brenner gebombardeerd. OOSTFRONT. De troepen van maarschalk Koniev hebben de stellingen aan de Bober, een zijrivier van de Oder, doorbroken en zijn tot de Neisse doorge- drongen. Door de snelle opmarsch vielen den Russen vliegvelden in handen waarop 345 vliegtuigen. Zij hebben Glogan omsingeld, en staan voor Sommer- feld; van hier rukken zij op naar het N. teneinde de Duitsche Oderstelling bij Frankfort in den rug aan te vallen. In de streek van Glogan werden 150 plaatsen veroverd. In Poolsch Silezië werden Pless en Bielsko genomen, en rukken de troepen aan op M.Ostrau. In Pommeren werden Kallies en Neu Weddel veroverd, en rukken de troepen op in de richting van Stettin. Volgens dagorder ven maarschalk Stalin is Budapast geheel in Russische handen, aangezien de Duitsche commandant zich heeft overgegeven. In totaal zijn er 110.000 man gevangen genomen, en 49000 gedood. Hierbij waren ook Hongaren. DIVERSEN. De conferentie tusschen President Roosevelt, maarschalk Stalin en minister-president Winston Churchill, welke gedurende acht dagen ge- houden is te Jalta in de Krim, is geëindigd in volkomen overeenstemming tusschen alle partijen. Zie verder pag. 4 van dit nummer. Vooraf had President Roosevelt met Churchill een conferentie gevoerd in tegenwoordigheid der militaire deskundigen op Malta. De Nederlandsche ondergrondsche verzetbeweging heeft een communiqué ge- publiceerd in de wereldpers. Zie hieromtrent pag.4 van dit nummer. GRIEKENLAND. De burgeroorlog in Griekenland is ten einde; de Elas legt de wapens neer. Dit jaar zullen nog algemeene verkiezingen gehouden worden, en een volksstemming beslissen over den regeeringsvorm. Het nieuwe Belgische kabinet heeft de eed van trouw afgelegd aan den Prins regent, en is in eerste zitting bijeengekomen. Het kabinet bestaat uit 6 katholieken, 5 socialisten. 4 liberalen, 2 com- munisten en een partijlooze. De Yougoslavische regeering te Londen is naar Belgrado vertrokken om een regeering van nationale eenheid te vormen, en het regentschap te regelen. In Engeland is de eerste groep Nederlandsche kinderen, groot 500, aange- komen en allerhartelijkst verwelkomd. Zij zijn in Coventry, en zullen eerst in een kamp ondergebracht worden, later bij particulieren. Aan het station te Coventry stond een Engelsch jongetje gedurende vier uur met zijn ezeltje de kinderen af te wachten om hen op zijn ezeltje te laten rijden. De verdediging van Berlijn is opgedragen aan een onbekenden Beiersche ge- neraal, Ritter von Hauenschild, zoodat de rijkshoofdstad thans vier verdedi- gers heeft n.l. deze Beier, verder Himmler, Goebbels (als hoofd van de Berlijn- sche Volkssturm) en generaal Reimer, die in juli generaal werd wegens het neerslaan van.... de generaalsrevolutie. Twee van deze opperbevelhebbers heb- ben nooit gediend; de twee andere zijn onbekende militaire grootheden. -o- -2- Om den Europeeschen vrede. Om terug te keeren tot de volkerengemeenschap merken wij op, dat er eenheid dient te komen tusschen de centraliseerende krachten in de wereld en - wat ons in de eerste plaats aangaat - in Europa. Wat nu het begrip centralisatie aangaat wijzen wij op het volgende: Elke staat is centraliseerend naar binnen. Er zijn echter bondsstaten en eenheidsstaten, en wat deze laatsten betreft, is er verschil tusschen bijv. Frankrijk en ons land; in het eerste land wordt alles veel meer vanuit het regeeringscentrum bestuurd, dan ten onzent; Frankrijk is dus veel sterker gecentraliseerd. Het gaat ons hier echter niet om de binnenlandsche, maar om de buitenland- sche centralisatie, dus om die staten, die andere landen en volkeren aan- trekken, zonder dat zij deze met geweld binnen hun machtsspheer willen be- houden. Tot deze staten behoort, wat Europa betreft, in de eerste plaats Groot- Brittannië, dat weliswaar van oudsher een imperialistische mogendheid was, maar de strekking vertoont om de veroverde gebiedsdeelen van het Gemeene- best de vrijheid te geven binnen federatief verband. De Brit heeft een in- stinct voor vrijheid - ook voor die van anderen. Terwijl Groot-Brittannië de in dit opzicht meest vooraanstaande mogendheid is in het Westen van Europa, is de Sovjet-Unie hetzelfde in het Oosten. De- ze Unie is in principe federatief, en principes ontwikkelen zich nu een- maal naar hun inhoud. De Unie heeft dan ook tijdens den oorlog het beginsel der decentralisatie niet alleen erkend, maar het ook toegepast door die gebieden, welke ervoor in aanmerking kwamen, binnen het kader der federatie zelfstandig toe te kennen op militair gebied en op dat van buitenland- sche zaken. De Rus is evenzeer op vrijheid gesteld als de Brit, maar de Slavische opvatting der vrijheid verschilt van de onze, omdat de Slavische wereld- en levensbeschouwing van de onze onderscheiden is, wat ook met zich brengt zijn andere instelling tegenover den staat. Wij achten de Slavische opvattingen niet toepasselijk op den Westerschen mensch, maar wij zijn er tevens van overtuigd, dat de Slaven ons nimmer hun inzichten zullen willen opdringen, en nog minder dwingen. Waar wij echter in Oost- en West-Europa naar vrijheid streven (de zedelijke mensch kan trouwens niet anders) kunnen wij zeer wel samengaan, wanneer wij slechts democratisch genoeg zijn om eerbied te hebben voor elkaar, en wanneer wij - continentale staten - den Brit en den Rus maar hun bijzon- dere rol gunnen in de wereld, hetgeen niet beteekent, dat wij ons aan een van beiden onderwerpen. Samenwerken en samengaan veronderstellen vrijheid der samenwerkende deelen. Wij dienen eerder verheugd te zijn, dat er in Europa twee groote centra- liseerende machten zijn, omdat daardoor het proces van de organisatie van Europa vergemakkelijkt wordt, mits wij deze machten niet tegenwerken en zij elkaar niet voor de voeten lopen of erger. Organisatie van Europa - Vereenigde Staten van Europa; zonder deze rechtsordening is op den duur geen vrede in ons werelddeel mogelijk, ook al ontwapenen wij Duitschland tot den laatsten patroon, en al sluiten wij nog zooveel defensieve pacten. Alleen een hiërarchische rechtsordering waarborgt den vrede tusschen de betrokkenen. -o- In de voorgaande reeks artikelen hebben wij verschillende voorwaarden ge- noemd, welke vervuld moeten worden, wanneer de Europeesche vrede werke- lijkheid zal worden. Hieronder noemden wij o.m. de goede verstandhouding tusschen Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie. Misschien zullen er zijn, die hieraan twijfelen, vanwege het communisme. Wij zien in dit laatste geen bijster groote moeilijkheid, omdat de Brit ieder gaarne zijn overtuiging gunt, mits men hem maar zijn eigen gang laat gaan. De reden, waarom wij de mogelijkheid van botsingen niet geheel uitsluiten - al zien wij deze mogelijkheid zeker niet als bijzonder groot en dreigend - is gelegen in de eeuwenoude tegenstelling tusschen Rusland en West-Europa, een tegenstelling, waarin ook ons land danig heeft meege- daan. -3- Groot-Brittannië en de Republiek der Zeven vereenigde Nederlanden vreesden de opkomst van een machtigen Oostzeestaat, en onder Peter den Grooten be- gon het er veel op te gelijken, dat Rusland zulk een staat worden zou. Wij waren, samen met Engeland, vanaf toen zeer anti-Russisch. Laat men nu niet schimpen over den handelsgeest of iets dergelijks van ons land en dat der Britten; wij waren nu eenmaal een handelsstaat, en boven- dien jong, dus strijdlustig. Wie meent hierover een afkeurend oordeel te moeten vellen, heeft weinig begrip van de geschiedenis der volkeren. In 1876 heerschte in Duitschland een groote vrees voor Rusland. De aldaar gangbare opinie was, dat Rusland de Europeesche civilisatie zou overweldi- gen. Dostojewski, die dit verhaalt, voegt eraan toe, dat Rusland in Europa altijd verdacht en gehaat was. Een piquant feit is het, dat Nietzsche (verheerlijkt, maar absoluut niet begrepen door de nazi's) een bijna blinde bewondering koesterde voor Rus- land, en de hoop uitsprak, dat Rusland Duitschland zou veroveren, omdat er van Duitschland toch niets meer te verwachten was voor de beschaving en cultuur. De oude vijandschap tegen Rusland (die waarlijk niet een erfenis is van den handelsgeest of iets dergelijks, maar een uitvloeisel van innerlijke onbegrepen verschillen) vond nieuw voedsel in de Russische revolutie. De oorlog dwingt West- en Oost-Europa om samen te gaan. Laat ons hopen, dat dit samengaan tot een zoover gaand wederzijdsch begrip voert (ook aan Russische zijde ontbrak hieraan wel het een en ander), dat het duurzaam zal blijken te zijn. Maar dan dient aan alle verdachtmaking en haatprediking een einde te komen en tevens een Europeesche politiek gevoerd te worden. Fouten zooals door Engeland gemaakt in 1904, toen het Japan steunde tegen Rusland (een fout, die zich thans nog wreekt, want de Japansche overwin- ing op het Rijk der Czaren bevestigde de Japansche hoogmoed), dergelijke fouten dienen achterwege te blijven, wanneer wij Europa tot een eenheid willen opbouwen, een federatieve eenheid, niet overheerscht door één mo- gendheid, hetzij in politiek, hetzij in ideologisch opzicht, doch een een- heid, waarbinnen alle leden hun eigen nationale en dus cultureele leven kunnen leiden, en op deze wijze bijdragen tot de algemeene cultuur en be- schaving. -o- Cortège macabre. Langs den eindeloozen weg trekt een stoet van het Oosten naar het Westen. Ca. 1000 wagens, bespannen met 2000 doodelijk vermoeide paarden. Op elken wagen zitten gemiddeld 20 menschen. Zij zijn de gelukkigen, want elders staan langs de spoorwegen hier en daar en ginds personentreinen, volgela- den met vluchtelingen, treinen zonder ruiten, waar de koude vrieswind door heen blaast. Zij moeten wachten uren, soms dagen, omdat de militaire trans- porten den voorrang hebben. Inmiddels vriezen kinderen dood in de armen van hun uitgehongerde en verkleumde moeders. Zoo bericht Londen. Langs de land- en spoorwegen trekken ze voort, hortend en stagneerend, ge- teisterd door honger en koude; en duizenden sterven. Wij gevoelen geen leedvermaak, maar toch breekt ons het hart niet bij al dit leed. Want dichter bij huis, in onze eigen straten, zakken de menschen van honger en ellende ineen, of kwijnen langzaam weg. Talrijk zijn de kinderen, die ten onzent omkomen; talrijk de zwakken en ouden van dagen. Wij gevoelen geen leedvermaak, maar kunnen niet vergeten, dat wat in ons land voorvalt, opzettelijk veroorzaakt wordt door de vaders, mannen, broe- ders en zonen van dat volk, welks kinderen thans in het Oosten omkomen. Wij beseffen ten volle de verschrikking, welke door Duitschland vaart, want het volk der Duitschers doet ons dezelfde verschrikkingen ondergaan uit kwaadaardigheid, moordzucht en gemeenheid. Zij strijden slechts om anderen leed en onrecht aan te doen, en wanneer zij bezwijken, geldt voor hen het Woord: "Maar gij hebt niet gewild". -o- -4- COMMUNIQUE VAN ONZE ONDERGRONDSCHE VERZETSBEWEGING AAN DE WERELDPERS. De Nederlandsche ondergrondsche verzetsbeweging heeft zich namens het Nederlandsche volk tot de wereldpers gericht met de volgende woorden: Het Nederlandsche volk in bezet gebied strijdt bijna 5 jaar. Honderden en duizenden mannen zijn gevallen, tienduizenden opgesloten in concentra- tiekampen. Nog veel meer zijn al hun bezittingen kwijt geraakt. De spoorwegmannen staken al ongeveer een half jaar, zoowel voor de gealli- eerden als voor onszelf. Onze steden zijn verwoest. Maar wij zullen ze herbouwen. Onze fabrieken zijn vernietigd, maar we zullen ze beter herstellen. Ons land is onder water gezet, maar wij zullen het weer droog maken. De Duitschers denken ons te kunnen dwingen door ons uit te hongeren, maar wij denken aan het leed, dat andere volkeren hebben gedragen. Nu echter hebben zij den doodelijke slag voor ons volk uitgedacht door de deportatie van 9/10 van onze mannen. Ons land is dichtbevolkt; wij heb- ben geen groote bosschen, noch andere streken, waar wij ons verbergen kunnen. Toch zijn er honderdduizenden ondergedoken. Wij stelen en verval- schen distributiebescheiden, plunderen bevolkingsregisters enz. Als wij wapens hadden, zouden wij sterven als mannen. In plaats van ons als scha- pen ter slachting te laten voeren. Wij verzetten ons tot het uiterste, want de vijand wil alle mannen (tesamen nog 1 1/2 millioen) wegsleepen, die dan gedoemd zijn te sterven, omdat zij zonder voldoende kleeding en zonder medische verpleging zijn, terwijl talrijke besmettelijke ziekten heerschen. Wij vragen geen medelijden. Wij willen alleen, nu een oud cultuurvolk dreigt onder te gaan, dat alle strijdende volkeren hun stem zullen doen hooren, en dat dit wellicht door Duitschers zal worden vernomen, die in staat zullen zijn de maatregelen tegen te houden met het oog op de reke- ning, die zal moeten worden vereffend. Leve de Vrijheid! Wij zullen stand houden ! De ondergrondsche Verzetsbeweging. -o- De conferentie van Jalta op de Krim is geëindigd. De milit. plannen i.z. de overwinning werden definitief vastgesteld; de samenwerking tusschen de generale staven leidde tot volkomen, een elk be- vredigende coördinatie, terwijl de plannen in details zijn uitgewerkt en nog krachtiger slagen in O.,N.,W. en Z. te wachten staan, waaromtrent volkomen overeenstemming bereikt is, wat betreft plaats en tijd. De mili- taire conferenties worden voortgezet, telkens wanneer dit noodig is. Betreffende de bezetting van Duitschland is men tot een voor alle deel- nemers gelijke politiek en plannen gekomen; na de onvoorwaardelijke ca- pitulatie worden de definitieve voorwaarden bekend gemaakt. Elk der par- tijen zal een deel van Duitschland bezetten en daar contrôle en gezag uitoefenen. In Berlijn wordt de centrale contrôlecommissie gevestigd. Frankrijk kan desgewenscht aan de bezetting deelnemen. Het Duitsche militairisme, nazisme en alle n.s. instellingen worden vol- komen uitgeroeid. Elke gewapende groep zal onschadelijk gemaakt worden; de generale staf wordt ontbonden en elke mogelijkheid ontnomen om mili- taire leiding te geven; alle bewapening wordt vernietigd; alle oorlogs- industrie stilgelegd en onder controle gesteld. De oorlogsmisdadigers worden berecht. Alle door Duitschers veroorzaakte schade en verwoesting worden door materieele praestaties en diensten vergoed. Verder zullen alle maatregelen getroffen worden voor het bewaren van den vrede. De geall. zijn niet van plan het Duitsche volk te vernietigen, en hopen, dat het zich behoorlijk zal gaan gedragen en zoodoende een plaats zal verwerven in de gemeenschap der volkeren. Inz.Polen is overeenstemming bereikt; de Curzonlijn is aangenomen met enkele zeer kleine wijzigingen ten gunste van Polen. Er zal een voor- loopige Poolsche reg. gevormd worden uit Polen, zoowel in als buiten hun land, op uiterst breede democratische basis, onder leiding van Molo- tov, Clark Kerr en Harriman. De overige bepalingen vermelden wij in ons nummer van Vrijdag a.s. -o-