No. 50 12 Februari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS BINNENLAND. Gisteren (Zondag) hebben in de omgeving van Amsterdam razzia' plaats gevonden o.a. te Ouderkerk, Diemen, Amstelveenscheweg, waarvan meer- dere honderden mannen tot 45 jaar het slachtoffer werden. De gevangenen zijn opgesloten in een loods aan de Levantkade. WESTFRONT. Donderdag is maarschalk Montgomery met het 1e Canadeesche lege een offensief begonnen op een front van 10 Km ten Z.O. van Nijmegen. Reeds werden de eerste verdedigingsstellingen doorbroken en Nijdel, Cranenburg, Niel, Frasselt en Ottersum veroverd. Bij Millingen werd de Rijn bereikt o- ver een front van 11 Km. Millingen is van vijanden gezuiverd. Volgens de laatste berichten zijn de Canadeezen in Kleef doorgedrongen en woeden daar verbitterde straatgevechten. De geall. zetten tanks en vlammenwerpers in. Kleef ligt 20 km van Nijmegen en slechts 7 Km voor Emmerik a. d. Rijn. Ook in en ten Z. van het Rijkswoud zijn vorderingen gemaakt. De troepen trok- ken om Gennep heen. Reeds werden 3500 gevangenen binnen gebracht. De tacti- sche luchtmacht nam bij helder weer aan het offensief deel. Het 1e Amerikaansche leger heeft Schmidt veroverd en vecht aan de boven- loop van de Roer om de belangrijkste dam. De vijand heeft hierin een gat gemaakt, maar het water van de Roer, dat eerst was gestegen, neemt reeds weer af. Radio Oranje meldt de verovering van Prüm, dat 17 Km ten O. van de Belgische grens ligt en een steunpunt van de Siegfriedlinie is. Tusschen Hagenau en, den Rijn hebben de Amerikanen een bruggehoofd over de Moder gevormd. In de Elzas ten Z. van Straatsburg is alle vijandelijke te- genstand gebroken. De geheele linker Rijnoever is in handen der Franschen. De vijand verloor hier 23000 man, waaronder 17000 gevangenen. LUCHTFRONT. Donderdagnacht bombardeerde de R.A.F. olieraffinaderijen in Politz bij Stetting, benevens het Ruhrgebied. Berlijn werd door Mosquito's aangevallen. Vrijdag bombardeerde de Amerikaansche luchtmacht met 2000 ma- chines synthetische oliefabrieken te Lützkensdorf en industrieele doelen in Weimar en Maagdenburg. Zaterdag werden oliefabrieken in Dülmen (Westfa- len) en E-bootbunkers in IJmuiden gebombardeerd. Zondag viel de Amer. lucht- macht wederom Dülmen aan. Deze oliefabrieken voorzien het Noordelijk deel van het Westfront van benzine. 250 gevechtsbommenwerpers vielen Osnabrück. Münster en Cassel aan. Mosqui to's bombardeerden Hannover. De gewone olieraffinaderijen liggen thans alle stil; van de fabrieken van synthetische olie zijn nog slechts drie in werking, en worden thans gebom- bardeerd. OOSTFRONT. In O.Pruisen wordt de toestand van den vijand zienderoogen slequi ter. Volgens dagorder van maarschalk Stalin werden Elbing en Pr.Eylau ver- overd, en het Frisches Haff over een breed front bereikt. De wig tusschen O.Pruisen en Duitschland is nu 30 Km breed. In Pommeren werden Deutsche Krone M.Friedland veroverd. Volgens dagorder van maarschalk Stalin heeft het leger van maarschalk Ko- niev over een frontbreedte van 160 Km ten N. van Breslau de Oder overschre- den en is 60 Km diep opgerukt en heeft Liegnitz, 65 Km van Breslau, Haynau en verschillende andere steden veroverd. Breslau is van drie kanten inge- sloten. De Russen staan thans halverwege de Poolsche grens en Dresden. De vijandelijke stellingen aan de beneden-Oder loopen gevaar vanuit het Z. afgesneden te worden. Volgens- vijandelijke berichten maken de Russen ten Z. van Gleiwitz eveneens voortgang. VERRE OOSTEN. Op Luzon maken de Amerikanen goede vorderingen, evenals in Birma het Britsche leger. Tokio en Rangoon werden door groote formaties Su- per-Fortresse gebombardeerd. DIVERSEN. België: De soc.dem. van Acker heeft een algemeen kabinet gevormd, waarin katholieken en communisten zitting hebben. - De Nederlandsche regee- ring heeft bij Amerikaansche banken een crediet van 100 millioen dollar op- genomen voor de wederopbouw van Nederland. - Himmler heeft het opperbevel van de centrale sector aan het Oostfront op zich genomen. Oproep aan de Duitsche spoorwegmannen. Het opperste geallieerde hoofdkwar- tier heeft aan de Duitsche spw.mannen opgeroepen om te weigeren verder mede te werken aan de verlenging van den oorlog. -o- -2- DE REGEERINGSCRISIS. Ten overstaan van H.M.de Koningin heeft een vrije discussie plaatsgevon- den over aangelegenheden het bevrijde gebied betreffende, door vertegen- woordigers der diverse groepen en belangen, die hiertoe naar Londen zijn overgekomen. H.M. wenscht blijkbaar geheel zelfstandig tot een persoonlijk oordeel te komen omtrent hetgeen noodig is; dat is van groot belang wegens het scherpe politieke inzicht onzer Landsvrouwe. Wij juichen het optreden van H.M. daarom ten zeerste toe, achten het tevens een merkwaardige coincidentie, dat eenige dagen later de kabinetscrisis uitbrak. I.z. de houding van de afgetreden ministers van den Tempel en Albarda vernamen wij nog, dat zij in de Britsche pers hun houding hebben toege- licht en verdedigd. Wanneer dit waar is, kunnen wij hierover slechts ons leedwezen uitspreken. Immers - waartoe dient deze verdediging tegenover het buitenland ?- Vanzelfsprekend bemoeit de Britsche pers zich met de crisis, en spreekt haar oordeel en haar verwachtingen uit. Maar is dit een reden voor de afgetreden ministers om in diezelfde pers een oratie pro domo te houden ? Het komt ons voor, dat de Nederlandsche pers hier- voor in de eerste plaats in aanmerking komt, omdat het Nederlandsche volk recht heeft op verantwoording. Een verklaring in de Britsche pers door de H.H.Albarda en van dan Tempel kan moeilijk anders te interpreteeren zijn, dan als een verdediging van de desbetreffende personen van zich- zelf tegenover ........ de wereld. De beide ministers hebben verklaard, dat er altijd volkomen overeeenstem- ming geheerscht heeft binnen het kabinet, een uitspraak, die ons danig verbaast, want hoe is het dan mogelijk, dat er plotseling een minister- crisis losbarst? Minister Burger gaf blijk van aan te slappe houding. De beide sociaal-democratische ministers kiezen zijn partij, zij zijn het dus met hem eens, en waren het dus evenzeer met hem eens. Maar maar blijft dan de homogeniteit van het kabinet, waarover zij spreken ? Het is vooralsnog een duistere historie, behalve wanneer wij aannemen, dat de ministers nooit volkomen op de hoogte waren van elkaars opvat- tingen, noch van wat er leeft en woelt in ons volk. Dit laatste hebben wij dikwijls meenen te moeten opmaken uit beschouwingen, welke de Neder- landsche radio uit Londen deed hooren. Omtrent het eerste kunnen wij slechts gissen. Mocht dit het geval geweest zijn, dan zal daaraan nu wel een einde komen, want bij de vorming van het nieuwe kabinet zal wel duidelijke taal gesproken worden, zooals reeds thans het geval is tegen- over H.M. en tegenover den premier. -o- WALCHEREN. Zondagavond sprak den Doolaard voor de radio er, vertelde hoe bitter hij teleurgesteld was geweest, toen hij voor het eerst bevrijd Nederland bezocht had. Hij was geschrokken van de schotjes en hokjes, welke de menschen wilden oprichten, geheel zooals vóór den oorlog en van het feit, dat de wederopbouw blijkbaar geheel uit "kankeren" bleek te bestaan. Maar - zoo vervolgde hij - toen had ik alleen Brabant bezocht en daar slechts met de intellectueelen en middenstand gepraat. Thans is hij op Walcheren geweest en heeft daar dingen gezien en gehoord, welke hem zijn geloof in de herrijzenis van ons vaderland hebben herleven. Met elken vloed stroomt er ca- 30.000.000 kub.meter zeewater Walcheren binnen door de gaten bij Westkapelle, Vlissingen, Veere, Rammekens enz. Maar toch zegt Waterstaat dat de dijken vóór den herfst gedicht moeten zijn, omdat anders de najaarsstormen alles weer teniet zouden doen. Den Doolaard beklom de toren van Middelburg en overschouwde het eiland. Niets dan water en sneeuw, doode boomen en ineengestorte huizen, honder- den en honderden. Het was alles triest, maar troostrijk was de wetenschap dat de dwang, welke men de boeren had moeten uitoefenen om hun hoeven te verlaten, den dood van honderden menschen heeft voorkomen. Waar 5 menschen kunnen wonen, wonen er thans zestien. Het schoonste ei- land van Nederland is een woestenij. Maar men is er vol goeden moed en vol vertrouwen, DIT JAAR VOOR DEN HERFST MOETEN DE DIJKEN DICHT ZIJN. Luctor et emergo. -o- -3- DE INVLOEDSPHEREN EN HET RECHT. Vóór 1939 waren de belangrijkste invloedspheren in deze streken van den aardbol de Balkan en Noord-Afrika. In den Balkan stonden het Derde Rijk en Italië tegenover elkaar, terwijl in Noord-Afrika dit laatste land tegenover Frankrijk stond. Door den oorlog kwamen Hitler en Mussolini tot een compromis, terwijl al spoedig Frankrijk zijn invloed in Noord-Afrika teloor zag gaan. Thans is dit alles volkomen veranderd. Italië heeft allen invloed verloren, en daar in Noord-Afrika Frankrijk nog slechts Spanje tegenover zich vindt, heeft het en weinig meer te duchten, aangezien het British Empire voor niemand een bedreiging vormt, wanneer men het niet aantast in zijn rechten. Wij moeten hierbij bedenken, dat Italië nooit een serieuze tegenstan- der was, en dat het slechts in staat was zich als groote mogendheid voor te doen, doordat de Fransche staatsorganisatie in hooge mate ver- molmd was, terwijl Groot-Brittannië een meer dan welwillende, want in den grond der zaak uiterst slappe politiek voerde krachtens het principe "peace for oux time", een leuze, die erg sterk herinnerde aan een andere bekende, of als men wil beruchte leuze, afkomstig van Madame de Pompadour "après nous le déluge". De zondvloed kwam practisch na Chamberlains tijd, want hij stierf aan het begin van den oorlog, maar hij kwam niet na onzen tijd. Italië was een tweede-rangs mogendheid, en zal er thans misschien wel een van den derden-rang worden, daar het niet meer in Noord-Afrika wordt toegelaten, waarmede dan de rust in dat gebied weder verzekerd is, omdat Spanje geen rol speelt. In den Balkan staan de zaken anders. Niemand behoeft er aan te twijfelen, dat Hitler Mussolini bedrogen zou hebben, wanneer het Derde Rijk deze oorlog had gewonnen. Want dit rijk zette de Orient politiek van het keizerrijk onverdroten voort (het Derde Rijk heeft bitter weinig origineele politieke denkbeelden geopperd) en zou er geen seconde aan gedacht hebben om met eenigen Italiaanschen eisch rekening te houden. Maar de Duitsche droom betreffende het Nabije Oosten is vervlogen, en Duitschland voor onafzienbaren tijd uitgeschakeld als machtsfactor in de wereld. En aangezien Italië al evenmin meer een een rol speelt, zijn beide kemphanen van het strijdtoneel verdwenen, en zou de Balkan "niemandsland" zijn - althans gezien vanuit de gezichtshoek der invloedspheren - ware het niet, dat thans een grootste Europeesche mogendheid op den voorgrond getreden was: de Sovjet-Unie, door generaal Smuts den kolossus van Euro- pa genoemd, wiens gebied zich uitstrekt van de Oostzee tot aan Wladiwo- stok, en misschien binnen niet al te langen tijd van den Atlantischen oceaan tot voornoemden haven aan den Grooten Oceaan. Gezien het overwegend Slavisch karakter van den Balkan, spreekt het vanzelf, dat dat deel van Europa door de Sovjet-Unie wordt opgeeischt, niet als een soort van koloniaal bezit, maar als invloedspheer. Laten wij hierbij niet over het hoofd zien, dat de Sovjet-Unie als jonge mogendheid behoefte heeft zich naar buiten te laten gelden. Bovendien is de Sovjet-Unie Middellandsche-Zee-mogendheid geworden, en de Britten - die deze zee toch altijd als hun domein beschouwen, althans als een domein, waarop zij groote privileges bezitten - zijn te groote realisten om deze realiteit te miskennen, al kunnen zij den voet dwars zetten, wanneer hun rechten in het gedrang komen. Hier doet zich een vraag voor. Heeft eenige groote mogendheid eenig recht op invloedspheren, of is dit een aanmatiging? Wij hebben reeds meermalen ons standpunt bekend gemaakt, dat er staten zijn, die onder voogdij moeten staan van andere staten, welke in cultureel opzicht en wat beschaving betreft op hooger plan staan. Nu geven wij gaarne toe, dat de invloedspheere niet zoozeer beoogt de op lager plan staande volkeren te leiden en bij te staan, dan wel om er voordeel van te trekken. -4- Wij weten echter, dat uit de feitelijke verhoudingen het recht geboren wordt; dat feitelijke verhoudingen, wanneer zij duurzaam blijken te zijn, zij zich vanzelf ontwikkelen tot rechtsverhoudingen. In ons geval is de feitelijke verhouding de invloedspheer, welke tot nu toe vrijwel uitsluitend een kwestie was van politieke macht. En nu meenen wij, dat de wereld thans rijp in om deze aangelegenheid op rechtsniveau te ordenen, al zien wij zeer wel in, dat zij haar kans kan laten voorbij- gaan. Natuurlijk blijft de invloedspheer een politieken kant behouden, terwijl het bovendien geenszins ontoelaatbaar is, dat de mogendheid, die den in- vloed uitoefent politieke en andere voordeelen heeft bij de zaak. Maar daarnevens en niet bijkomstig, dienen de belangen van de bevolking van het betreffende gebied in het oog gehouden worden, wat dus insluit, dat de betreffende volkeren gehoord worden, al hebben zij niet in alles het laatste woord. Zij moeten desnoods gedwongen kunnen worden om mede te werken aan de rechtsorganisatie der wereld, maar deze dwang mag niet door een bepaalde mogendheid op eigen gelegenheid worden uitgeoefend, maar dient een internationale aangelegenheid te zijn. Komt men hiertoe niet, dan blijft alles beperkt tot groote mogendheden- politiek, en blijven de al te onrustige broertjes een gemakkelijk ob- ject en middel voor de belangenstrijd der groote mogendheden. Daarom juichen wij het toe, wanneer tusschen de Vereenigde Staten, Groot- Brittannië en de Sovjet-Unie overeenkomsten gesloten worden inzake de verdeeling der invloedspheren, maar wij gaan verder en verwachten, dat dit gezien zal worden als een onderdeel van de internationale organi- satie van den vrede, waaraan wij nog vele, vele jaren zullen moeten wer- ken alvorens wij over redelijke resultaten kunnen spreken. -o- HET INTERNATIONAAL CONGRES VAN VAKVEREENIGINGEN. Wat tot nu toe tot ons is doorgedrongen omtrent dit congres, dat te Lon- den gehouden wordt, bewijst, dat men allesbehalve critiekloos tegenover elkaar staat en in de arbeiderswereld nog bij lange na niet alles pais en vree is, noch koek en ei. Dit is natuurlijk zoowel een gevolg van verschil van opvatting tusschen de verschillende nationaliteiten i.z. persoonlijke vrijheid, recht van vereeniging, overheidsinmenging enz., als van het feit, dat er binnen de vakvereenigingswereld een aanmerkelijke verschuiving naar links schijnt te hebben plaats gevonden, wat niet verwonderlijk is, omdat een oorlog altijd de tendenz heeft radicale stroomingen te ontketenen, terwijl tevens de enorme beteekenis der Sovjet-Unie voor het verloop van den oorlog niet zonder invloed gebleven is. Een verzoek om de afgevaardigden van de vakvereenigingen uit Italië en andere, zoojuist van het fascisme bevrijde, landen tot het congres toe te laten vond wel steun bij de Fransche gedelegeerden, maar ontmoette veel weerstand bij Sir Walter Citrine. Interessant is de redevoering, welke deze hield omtrent de behandeling van Duitschland na den oorlog. Hij zei o.a. dat het noodig is een ab- solute overwinning op Duitschland te behalen, zoodat de Duitschers nim- mer over voorwaarden kunnen spreken waarop zij gecapituleerd zouden zijn, en waardoor bovendien de mythe van de onoverwinnelijkheid van het Duitsche leger definitief gebroken wordt. Hiernevens eischte hij totale uitroeiing van de grondslagen van het Duitsche militairisme, hetgeen volgens hem niet slechts beteekent, dat de generale staf en wat dies meer zij wordt opgeheven, maar dat bovendien de macht der banken, groot- industrieeën der Pruisische grootgrondbezitters wordt gebroken. Vermeldenswaard is verder hetgeen hij zeide omtrent de door Duitschland te verrichten herstelbetalingen, welke n.l. niet zoozeer in geld, als- wel in goederen en diensten zouden moeten bestaan, diensten te verrichten door Duitsche arbeiders, waarbij contrôle der internatio- nale vakbeweging noodzakelijk geacht wordt om uitbuiting te voorkomen. Maar zeide hij, de geplunderde landen hebben recht op herstel, al zal Duitschland jarenlang onder contrôle moeten staan. ---