No. 37 12 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. De Duitsche saillant wordt, nu de geallieerden van het Noorden, Zuiden en Westen aanvallen, steeds kleiner. De geallieerden maken ondanks den hevigen sneeuwval goede vorderingen en hebben in het Westen Ambly en het wegenknooppunt Samrée veroverd. De Amerikanen staan voor Laroche; een andere groep is om het stadje heen getrokken en staat nu ten Zuiden. Aan den weg Laroche-St.Vith is Vielsalm in geallieerde handen. De Duitschers hebben St.Hubert ontruimd. Bij Bastogne zijn de Amerikanen 1 1/2 km opge- rukt. Tusschen Bitche en Sarreguemines hebben de Duitschers een dorp veroverd; bij den tegenaanval wonnen de Amerikanen hier weer eenig terrein. Van Colmar uit oefenen de Duitschers druk uit op de plaatsen in de omge- ving van Straatsburg; ten Noorden van deze stad hebben de Duitschers weer versterkingen over den Rijn gebracht en er wordt in drie dorpen gevochten. Volgens oorlogscorrespondenten is de toestand hier zóó, dat van Rundstedt bereid is van elke afleiding gebruik te maken, om de druk in de Ardennen te verzwakken. LUCHTFRONT. 1100 Amerikaansche bommenwerpers hebben Woensdag Karlsruhe, Keulen en plaatsen op de Duitsch-Belgische grens gebombardeerd; tevens deden zij aanvallen op en achter het front, c.a. op 4 vliegvelden. Sinds het offensief heeft de Amerikaansche luchtmacht 35.000 ton bommen op 125 verkeerscentra geworpen. Er werden eveneens aanvallen gedaan op tankcon- centraties aan de oostoever van den Rijn tegenover Colmar en op Offenburg. In Italië werden 1000 vluchten gedaan en doelen in de Po-vlakte gebombar- deerd. Mosquito's bombardeerden Woensdagnacht Hannover. OOSTFRONT. In Boedapest is Woensdag meer terrein gewonnen dan ooit te vo- ren; 8 stadswijken, waaronder de fabriekswijk, werden genomen. Op een eiland werden 500 Joegoslavische en Poolsche arbeiders bevrijd. 3000 Gevan- genen werden binnengebracht. In de strijd om Boedapest verzamelen de Duitschers uit alle macht troepen en materiaal om te trachten de bezetting nog voor het te laat is te ont- zetten. Zij staan op 25 km ten Noorden der stad. De aanvallen werden gis- teren onder zware Duitsche verliezen afgeslagen. De Russen staan nog 2 km voor Komarno, de plaats van waaruit het Duitsche offensief tegen Boeda- pest gelanceerd wordt. De afstand van hier naar Bratislava is 90 km. In de Oostzee werd een 10.000 ton vrachtschip door de Russen tot zinken gebracht. ITALIE. Fransche oorlogsschepen beschieten onophoudelijk punten aan de Fransch-Italiaansche kust. Door het slechte weer was geen activiteit aan de fronten mogelijk. Vrijscharen hebben een pas tusschen het front en de Po-vlakte bezet. ATHENE. Afgevaardigden van de E.A.M. hebben Woensdag van generaal Scobie de wapenstilstandsvoorwaarden in ontvangst genomen. Op het eiland Kreta zitten nog steeds 9000 Duitschers en 5000 Italianen, voornamelijk op het westelijk deel van het eiland, waar sterke verdedi- gingswerken zijn. VERRE OOSTEN. Op Luzon hebben de Amerikanen een kuststrook van 40 km in hun bezit en zijn op sommige plaatsen reeds 25 km diep in het land bin- nengedrongen. Zij hebben een twintigtal plaatsen, waaronder 4 groote, veroverd, benevens 1 vliegveld, dat 50 minuten na de landing reeds in hun bezit was. Tot nu toe is er weinig Japansche tegenstand, daar de Japs veronderstelden dat de Amerikanen op de Zuidkust zouden landen. Gevechts- vliegtuigen nemen het Japansche verkeer van Manilla naar het Noorden on- der vuur, de wegen zijn verstopt door de gebombardeerde bruggen, verbran- de tanks, auto's enz. Van de spoorbrug is 1 boog vernield. Superforten hebben vanuit Br.Indië militaire installaties op Malakka ge- bombardeerd. Het 14de Britsche leger is in Midden-Birma verder opgerukt en staat 70 km van Mandalay. LAATSTE NIEUWS. Laroche in geallieerde handen. Amerikanen rukken vanuit deze plaats op naar St.Hubert en Bastogne. De Westpunt van de Duitsche saillant begint af te brokkelen. - In Athene wapenstilstand onderteekend door Gen. Scobie en de E.A.M. - 4/5 van Boedapest in Russische handen. -o- -2- OM DEN AANVOER. Uit alles blijkt, dat von Rundstedt als hoofddoel van zijn offensief Antwerpen in het oog had, waaruit de groote bedrijvigheid van den vijand langs onze groote rivieren en op Schouwen-Duiveland eveneens te verklaren is. Misschien heeft hij zelfs die hoop nog niet opgegeven. Antwerpen veroveren, de haven vernielen, de geallieerde toevoer daardoor ontzaggelijk bemoeilijken (want dan moet alles weer uit Cherbourg worden aangevoerd) was een doel, dat den Duitschen generaal zeer zeker wettigde tot zijn dagorder, waarin hij dan soldaten zeide, dat deze aanval de laat- ste groote, de beslissende zijn zou. Maarschalk Montgomery verklaarde deze dagen, dat het stand houden der Amerikanen te Bastogne daarom van zoo groot belang was, omdat Bastogne dezelfde beteekenis heeft als destijds El Alamein in Noord-Afrika, waar de beslissende slag geslagen werd, welke de ondergang der vijandelijke legers in Noord-Afrika inluidde. Het spreekt vanzelf, dat het geallieerde opperbevel met ondernemingen als deze van von Rundstedt, in principe ten allen tijde rekening gehouden heeft. Het offensief tegen de Westwall immers hangt af van den snellen aanvoer van wapens, munitie en andere, door het leger benoodigde, goede- ren. En juist omdat het met deze mogelijkheid rekening moest houden, kon het er niet aan denken de linkerflank te verzwakken en hield het de troe- pen achter de groote rivieren in ons land om, zooals wij reeds eerder uiteenzetten, de linkerflank te dekken. In deze streken zouden de legers bovendien hevig gehandicapt worden door een bevolking van ca. 4 1/2 millioen menschen, die aan alles gebrek hebben, en dus om voorziening in het noodige gaan roepen, zoodra zij den mond kunnen opendoen, misschien wel zoo luide, als in het thans bevrijde Neder- land het geval was. Door dit alles zouden groote transportmoeilijkheden kunnen ontstaan zeer dicht bij het front, hetgeen een nog verdere flank- verzwakking met zich zou brengen. Er wordt hier in alle toonaarden geklaagd en gemopperd over onze bond- genooten; wij herinneren daarom nogmaals aan wat een Britsche generaal der luchtlandingstroepen omtrent den opperbevelhebber zei: "Eisenhower is not a fool". Het ziet er niet naar uit, dat von Rundstedts hoop verwerkelijkt zal worden. Zijn verliezen zijn ontzettend; behalve duizenden en duizenden dooden, verloor hij reeds 25.800 gevangenen. Misschien zal hij echter toch nog trachten door te zetten zooals een andere Duitsche generaal, Ludendorff deed in het jaar 1918. Ook hij boekte aanvankelijk successen in de Duitsche bladen en verschenen met brallende koppen, zooals "Die Marne zum zweiten Male überschritten", "Der Feind vollkommen über den Haufen geworfen" en wat dies meer zij. Weer waande men de overwinning in zicht. "Nach Paris!" brulde Berlijn, nogmaals als in 1914, behalve degenen, die verder zagen dan de al te duur gekochte "overwinningen" van Luden- dorff. Zij zijn tenslotte naar Parijs gegaan. Duitsche afgevaardigden. Om vrede te vragen. In 1914 boekte het keizerrijk geweldige successen, die echter niet tot een beslissing voerden, want de geallieerden strekten de wapens niet en het keizerrijk kon geen vrede afdwingen. In 1918 boekte Ludendorff zijn laatste groote successen, maar hij be- reikte geen definitieve overwinning; de geallieerden werden niet be- slissend geslagen; hij bereikte zelfs geen doorbraak. Hetzelfde geldt van het Derde Rijk in 1940 en van Rundstedt in 1944/'45. -o- Door het volk te verwijzen naar de leiding der verzetsbeweging, heeft de Nederlandsche regeering aan deze beweging volmacht gegeven om het verzet tegen onzen doodsvijand te organiseeren. Wij maken erop attent, dat hieruit voortvloeit, dat het volk den leiders der verzetsbeweging heeft te volgen en niet hun bevelen in den wind mag slaan. Gehoorzaam- heid is thans eerste plicht, gehoorzaamheid aan die Nederlanders, die het uitvoerend orgaan onzer regeering zijn, -o- -3- SEYSS INQUART SPRAK EN ...LOOG. Gedurende anderhalf uur heeft Seyss Inquart het Nederlandsche volk doen weten, dat hij het beschouwt als object, waarmede het Derde Rijk mag doen wat het wil. Drie hoofdgedachten bevatte zijn rede: 1) De Duitschers hebben niets te maken het de voedselnood in Nederland. 2) De Duitschers mogen doen wat zij willen en het land geheel leegrooven. 3 De Nederlanders bezitten geen enkel recht van verzet tegen eenige maat- regel der Duitschers. Wat de voedselpositie betreft merkte S.I. op, dat deze gegarandeerd was tot den zomer van 1945 op het niveau van begin 1944, maar dat dit plan in duigen was gevallen door de inundaties en de transportmoeilijkheden. Hij verzweeg, dat de Duitschers deze transportmoeilijkheden veroorzaken door alle scheepsruimte in beslag te nemen, zoodra zij ontdekken, dat deze gereserveerd wordt voor de voedselvoorziening, alsook dat de inundaties door de Duitschers zijn bewerkstelligd. Met de spoorwegstaking heeft de voedselpositie niets te maken, en aan- gezien de Duitschers onze spoorwegen afbreken en het materiaal stelen, kan het spoorwegvervoer van geenerlei belang zijn voor de voedselpositie, want ook de weinige treinen, die beschikbaar zouden komen, zouden zij requiree- ren om te verhinderen dat het Westen bevoorraad wordt. Zij gebruiken den honger om het volk murw te krijgen voor den arbeids- inzet. S.I. vertelde ten overvloede, dat de Duitschers ons broodgraan leverden in ruil voor groenten; deze ruil was dan wel erg ten voordeele van het Derde Rijk. Verder merkte hij op dat de verbetering van de voedselpositie een kwes- tie is, welke alleen het Nederlandsche volk aangaat, en die mogelijk is, wanneer iedereen aan den gang gaat om het voedsel uit het Noorden naar het Westen te brengen. Hij zei er niet bij, dat deze Nederlandsche aangelegen- heid door de Duitschers wordt bedorven en wel doordat zij de mannen, de transportmiddelen en het .... voedsel, alsmede de brandstoffen in beslag nemen. Omtrent het sub 2) genoemde, zei S.I. dat het Derde Rijk hiertoe ten volle gerechtigd is, omdat Nederland destijds onvoorwaardelijk heeft ge- capituleerd. Dit is niet waar, want een generaal, die de vesting Holland commandeert, kan niet een onvoorwaardelijke capitulatie sluiten voor het geheele Rijk. In het Zuiden werd nog gevochten toentertijd; op zee en in de lucht werd en wordt nog steeds gevochten; generaal Winkelman was niet de Nederlandsche regeering, noch een Nederlandsche regeering, hij was ge- neraal, die door de Duitschers gevangen genomen en schoftig behandeld is, omdat hij weigerde hun leugens te bevestigen. Overigens beteekent onvoorwaardelijke capitulatie niet, dat men een volk mag uitroeien en het land leegstelen; dit zijn daden, die nergens juridisch, noch conventioneel geregeld of vastgelegd zijn, maar uitdenk- sels van het ziekelijk misdadige brein der Duitschers. De diefstallen zelf verdedigde hij door erop te wijzen, dat het Derde Rijk een totalen oorlog voert tegen het bolsjewisme en de Anglo-Ameri- kaansche plutocratie en dus op grond daarvan het recht heeft alles hier weg te halen, wat het voor dien strijd zelf noodig heeft. Deze leugen is zoo ontzentend dom en dwaas en doorzichtig, dat wij haar niet willen tegenspreken uit eerbied voor onze lezers. Het derde punt. De Nederlanders bezitten geen enkel recht van verzet tegen eenige Duitsche maatregel op grond van de onvoorwaardelijke over- gave. Dus wordt elke verzetsman doodgeschoten. S.I., die jurist was voor hij zijn geweten verkocht, acht het noodig de moorden op de verzetslieden recht te praten; maar hij zwijgt over de slachtingen onder onschuldige burgers, die niets met verzet te maken heb- ben, de slachtoffers der represailles. Verzet is rechtens in orde; en het Nederlandsche verzet staat onder de bescherming van het volkenrecht, waarvan het Derde Rijk zich niets aan- trekt. Wij hebben geen vrede met dat rijk gesloten, zelfs geen wapenstil- stand. Wij voeren nog steeds oorlog binnen en buiten de Nederlandsche grenzen tegen den doodsvijand der menschheid, die ons heeft overvallen als een sluipmoordenaar; wiens oorlog wij nooit voerden, noch wenschen te -4- voeren; met wiens plebejische domme verwaandheid wij niets te maken wil- len hebben, omdat een vrije Nederlander niets gemeen heeft met den slaaf- schen Duitscher. Alles wat de Oosterrijker ons vertelde was leugen en bedrog, behalve zijn openlijke verklaring, dat het de bedoeling is onze mankracht te ver- nietigen; dit was geen leugen, maar een onbeschaamde brutaliteit van een onbeschaafd mensch. Vele beloften deed hij, die hij alle zal breken, zooals elke nationaal- socialist zulks doet, omdat meineed, woordbreuk en trouweloosheid behooren tot het "unabänderliche Programm" der nazi's. Tot slot nog één verklaring van den Rijkscommissaris. Hij zeide, dat er in ons land minder menschen geëxecuteerd waren, dan er vielen bij één terreuraanval op Nijmegen. Met dezen aanval bedoelt hij een bombardement van onze bondgenooten. Reeds geruimen tijd geleden waren er tenminste e e n e n d e r t i g d u i z e n d Nederlanders gevallen voor de vuurpeletons van den vijand. Sindsdien zijn de massamoorden regelmatig doorgegaan; ook thans zijn weer biljetten aangeplakt, waarin dergelijke moorden op volkomen onschuldigen worden bekend gemaakt door de S.S. met bijvoeging van de leugen, dat deze slachtoffers saboteurs en terroristen zijn. Bovendien vermeldde S.I. niet de duizenden, die in de concentratiekampen stierven door martelingen, hon- ger, verwaarloozing en ziekten. Bij een luchtaanval der geallieerden, vallen gemiddeld enkele tientallen, wat ieder betreurt, ook onze bondgenooten zelf, maar wat onvermijdelijk is. Vast staat, dat het aantal slachtoffers van dergelijke bombardementen niet bij duizenden maar ten hoogste bij honderden te tellen is. De Rijkscommissaris sprak. De Rijkscommissaris loog. Hij kan niet anders. -o- VRIJHEIDSOORLOG. In haar nummer van 3 Januari l.l. dient "De Waarheid" het blad "Trouw" van repliek. Wij hebben ons oordeel reeds gezegd over dergelijk gehakketak en zouden op deze kwestie niet zijn teruggekomen, ware het niet dat "De Waarheid" hier de bekende brochure van Dr. Colijn ("Twee Werelden") aanhaalt en bo- vendien verwijst naar het beleid van het driemanschap der Unie, om te "be- wijzen", dat de oorlog aanvankelijk geen vrijheidsoorlog was. Maar voor den drommel, heeren redacteuren van "De Waarheid", gij zeidet toch, dat gij het wezen van den schijn wilt onderscheiden. Colijns brochure was een blunder (laat "Trouw" dit vooral niet vergeten) en het streven van het driemanschap naar samenwerking met het nationaal- socialisme een evengroote blunder, want nazi's willen geen samenwerking, maar slechts onderwerping, totale nihileering van alle persoonlijkheid, van geweten en eigen oordeel. Colijn, het driemanschap en vele, vele ande- ren waren wankelmoedigen, die hun geloof in de vrijheid verloren. Zij zagen over het hoofd, dat Groot-Brittannië den oorlog voortzette, Groot-Brittannië, dat van ons de vaan der vrijheid had overgenomen lang ge- leden, uit handen van den koning stadhouder, toen ons land daartoe op het terrein der internationale politiek alleen niet meer bij machte was, om als kampioen der vrijheid het veld der vrijheid te houden. Zij zagen niet in, dat Groot-Brittannië de oude traditie voortzette n.l. den onverbiddelijken strijd voor de persoonlijke vrijheid, de gewetensvrij- heid, traditie waaraan West-Europa zoo verknocht is, dat het zonder die niet zijn kan, omdat deze vrijheid het wezen van het Westen uitmaakt. Zij zagen niet in, dat daarom een rijk als het Derde van Hitler niet be- staan kàn in West-Europa, en dat het daarom van het uur zijner geboorte af strijd heeft moeten voeren, binnen- en buitenslands, en al zijn krachten opteert in dezen strijd zonder iets te bereiken, dat met de Westersche cultuur eenige verwantschap vertoont. Zij zagen dit over het hoofd en ... "De Waarheid" eveneens. Het verzet in woord en geschrift, met het zwaard of de brandbom, boven- of ondergrondsch gevoerd, dat sinds 1933 en reeds voordien tegen het nati- onaal-socialisme gevoerd wordt, ongeacht van welke zijde het komt, is strijd voor de vrijheid, vóór de Westersche cultuur en tegen de onvrijheid. Het is onverschillig door wie in dit opzicht blunders gemaakt worden, on- -5- verschillig ook of er belangen pro- of contra bij te pas komen. Waarom het gaat is - en dit is het wezenlijke - dat deze oorlog een V R I J- H E I D S O O R L 0 G is en was, dat de inzet in dezen oorlog boven alle partijpolitiek en geharrewar uitstijgt, want het hoogste en heiligste goed der menschheid is. -o- STAKING. "Ik heb je wel gezegd", kwam neef Pieter me triomfantelijk tege- moet. "Natuurlijk", zei ik, "wat eigenlijk?" Dat die spoorstaking op niets zou uitloopen". Ik wist nog van niets. "Weet je het niet? De sta- king eindigt op 17 Januari. Dan is het uit met de nonsens en dan krijgen we tenminste weer eten". "Heb je daarvoor treinen noodig?" vroeg ik onnoozel. "Neen, ############# maar dat heeft Seyss Inquart beloofd" zei hij met overtui- GESPREK MET # ging. NEEF PIETER # "O ja," viel ik hem bij, "en Seyss Inquart heeft nog nooit ############# iets gezegd, wat niet waar was. Die heeft beloofd, dat de Joden met rust gelaten werden; dat de politieke partijen zich vrij konden ontwikkelen; dat de achtergebleven gezinnen der tewerk- gestelden goed verzorgd zouden worden en dat de slachtoffers der straat- razzia's voedsel, tabak en verzorging kregen. Allemaal uitgekomen!" "Jij gelooft ook niets!" En toen ik driftig: "Neen, ezel, ik geloof niets. Ik geloof geen woord, dat door de Duitschers gesproken is. Ik heb niets vergeten van al hun beloften. Ik weet dat ze er niet één gehou- den hebben. Ik weet, dat hun politieke beleidenis de misleiding en de leugen verheft tot dogma. Ik geloof geen Duitscher." Toen moest ik adem halen: "maar wat die staking betreft, kan ik je wel zeggen, dat als ze mislukken mocht, dat te danken is aan jengelende, urmende, zeurende lam- melingen als mijn neef Pieter. Aan lafbekken, die huilen voor ze geslagen worden, en spijt hebben van al het behoorlijke, wat ze ooit in hun leven gedaan hebben. Aan mispunten, die altijd achteruit krabbelen. Aan slappe- lingen, die liever het eens gezegde A weer inslikken, dan kordaat B zeg- gen. Maar geloof me, Pieter, zoolang de staking nog niet mislukt is, blijf- ik gelooven aan de rest der Nederlanders; aan menschen van hun woord, aan menschen die vriend en vijand weten te onderscheiden; aan de menschen, die niet bukken voor wat ruzie aan hun onderduikersadres of moeilijkheden met aardappels. En als de staking wordt opgeheven, dan zullen de ex-stakers wel gauw aan den lijve ondervinden, wat Duitsche beloften waard zijn. Dan kunnen ze gaan spitten, omdat de geleidingen gesloopt en de trei- nen gestolen zijn. Behalve een uitgelezen schare, die Hollandsch voedsel naar Duitschland mag rijden. Dag Pieter!" -0- ZEKER er wordt honger geleden. Wij kennen in onze naaste omgeving meerde- ren, die des nachts van honger wakker worden. Wij zijn bijna alle onder- voed, en voelen ons lang niet fit. MAAR TOCH zou dit alles niet zulk een schrikwekkende invloed hebben op ons volk, wanneer het door eeuwenlangen welvaart niet verweekelijkt was. Wij behoeven niet terug te grijpen naar onze historie om voorbeelden te vinden van grooter uithoudingsvermogen. Wij kunnen volstaan met te wijzen op de Duitschers in den vorigen wereldoorlog. Daar was het gebrek veel grooter, dan thans bij ons. Zouden wij in uithoudingsvermogen onderdoen voor Duitschers? Misschien wordt het hier zoo erg, als destijds in het keizerlijke Duitsch- land; maar als wij reeds thans den moed opgeven, wat moet het dan later worden? Duitschland kon toen vrede sluiten. Wij niet. Wij kunnen ons alleen laten uitmoorden en vernielen, als wij ons voor beloften verkoopen. De Duitscher belooft en belooft, en breekt altijd zijn woord. Wij kunnen natuurlijk ook vechten, zelfs met een leege maag. Dan behoort -6- ons voedsel ons. Zoolang wij toegeven behoort het slechts den vijand. Toegeven beteekent de dood. Overwinnen is leven. Aan U de keuze. -o- TOUT COMME CHEZ NOUS. "Das schwarze Korps" wijdt een artikel aan den zwarten handel, die op ongekende wijze in Duitschland bloeit. Prijzen, die een jaar geleden in de bezette gebieden golden en als curiositeit genoemd werden (attentie s.v.p.!) zijn nu volkomen officieel in Duitschland. In de warenhuizen (die verdwijnen zouden sinds 1933, weet U nog wel?) kan men alleen rommel krijgen voor zijn geld, zoodat duidelijk blijkt hoe sterk het geld in waarde gedaald is. Dit werkt verlammend, weshalve het blad de boeren oproept om zooveel mogelijk voedsel te produceeren. Zoo ziet het er uit in Hitlers heilstaat volgens de officieele mede- dedelingen van het blad der S.S. De graanvelden van de Oekraïne, van Noord-Afrika, den Balkan en Frank- rijk verloren; Denemarken en Nederland uitgeplunderd. Zoo is Duitschland aangewezen op zijn eigen voedselproductie. Maar deze is onvoldoende, even- goed nu, als in den vorigen oorlog. Honger begint het Derde Rijk te besluipen. Volhouden, Nederlanders, volhouden! -o- ALS IN 1918. Gevangen genomen Duitschers zijn diep onder den indruk van het Ameri- kaansche spervuur, meldt Londen. Er waren er bij, die tengevolge van dit vuur vijf dagen zonder voedsel en munitie waren geweest. Waar de Duit- schers in de meerderheid waren, had de Amerikaansche artillerie hen her- haaldelijk verhinderd in stelling te komen. Ook beklaagden zij zich over het gebrek aan geneeskundige middelen en ambulances. Wat het eerste gedeelte van deze mededeeling betreft, deelen wij me- de, dat deze geheel overeenstemt met wat wij rechtstreeks uit Duitsche officiersmilieux vernamen, n.l. dat de Duitsche uitrusting aanmerkelijk in de minderheid is tegenover de Amerikaansche, en dat wanneer een Duit- sche divisie in het open veld een volledig bewapende Amerikaansche ont- moet, de eerste bevel heeft het veld te ruimen. Dit verklaart de razende terugtocht uit Frankrijk en België na den slag in Normandië. Wanneer zij echter in versterkt gebied komen: bergen, geïnundeerd ge- bied, delta's, de Westwall en dgl. moeten zij stand houden en kunnen het ook, daar dan het gebrek aan bewapening wordt aangevuld door bedoelde versterkingen. Maar ook deze bezwijken onder het Amerikaansche vuur. Von Rundstedts aanval geschiedde op een beperkt gebied met plaatselij- ke overmacht aan mannen. Desondanks is deze aanval zeer spoedig doodge- loopen en zijn de Duitschers reeds eenigen tijd weer in het elastische defensief, terwijl zij zich thans schijnen te willen terugtrekken. Wat betreft de klacht over het gebrek aan medische assistentie valt op te merken, dat dit herinnert aan den toestand in 1918, waarover o.a. Remarque bericht in zijn boek "Der Weg zurück". De toestanden in het Derde Rijk doen in vele opzichten denken aan die in de laatste dagen van het Keizerrijk. Koppen op, Nederlanders. Vechten, niet klagen. Wij winnen, als wij willen. -o- Minister Gerbrandy zei o.a., dat ons volk aan den rand van den afgrond staat. Daarom riep hij op tot verzet. Misschien zijn er onder U, die zeggen: "Wat helpt het?" Laten zij indachtig zijn aan het woord van Willem den Zwijger: "Men be- hoeft niet te hopen om te beginnen, noch succes te hebben om te volhar- den." Hij leidde de overwinning in, hij voerde ons op den weg van ons zelfstandig volksbestaan. Het minste wat wij moeten doen, is dit bestaan te verdedigen en te handhaven. ---