No. 35 8 Januari 1945 ------------------------------------------------------------------------- BINNENLANDSCH NIEUWS. Vrijdag is de Spieghelschool aan de Marnixstraat door verzetslieden vernield, terwijl tevens een aanslag gepleegd is op het Gem. Arb.bureau aan de Passeerdergracht. Zaterdag kon dientengevolge geen aan- melding voor de arbeidsinzet in deze gebouwen plaats vinden. Zondagmiddag is het Gem. Arbeidsbureau door brand vernield. Ook zijn Vrijdag zes beambten van het bureau in "Atlanta" doodgeschoten we- gens overtreding van de regeringsbevelen uit Londen. Wij juichen dit initiatief van de verzetsbeweging van harte toe en verwach- ten, dat zij meedoogenloos zal doorgaan met haar tegenaanvallen tegen het Duitsche schrikbewind, en met de executies van landverraders en collabora- teurs. WESTFRONT. Veldmaarschalk Montgommerey is tot opperbevelhebber van alle ge- allieerde strijdkrachten ten Noorden van de Duitsche saillant benoemd; ge- neraal Bradley van die ten Zuiden van de saillant. Aan de Noordflank werd de weg La Roche-St.Vith doorsneden en rukken de troepen vanuit Grand Menil naar Houffalize. Bij Stavelot zijn de troepen over de Amblève getrokken en 3 km opgerukt. In het Westen hebben de geallieerden zich uit een dorp te- ruggetrokken. Bij Bastogne heeft het 3e Amerikaansche leger eenig terrein gewonnen. In het Saargebied werden de Duitschers tegengehouden en hebben de Am. een gedeelte van het terrein, dat zij de vorige week verloren hebben, terug ge- nomen (o.a. bij Bitche). In de Elzas hebben de Duitschers ten N. van Straatsburg troepen over den Rijn gezet; deze zijn geheel ingesloten en worden vernietigd. Bij de laat- ste poging om troepen over te zetten werden deze bijna tot den laatsten man gedood. LUCHTFRONT. De R.A.F. - heeft Zaterdagnacht Hanau, een belangrijk spoorweg- knooppunt en Neuss aangevallen. Zaterdag en Zondag heeft de Am. luchtmacht Keulen en Bonn en verkeerscentra in W.Duitschland gebombardeerd. De R.A.F. wierp in 7 dagen 14.000 ton bommen. OOSTFRONT. De Duitschers zijn er niet in geslaagd door de Russische stel- lingen om Boedapest heen te breken. Zaterdag werden 2 groote aanvallen ge- daan bij Bicske met parachutetroepen, S.S.doodskoptankdivisie en 2 divisies infanterie, De aanvallen werden afgeslagen. In Boedapest wordt nog verwoed gevochten; de Russen maken vooruitgang. De slag buiten Boedapest heeft ge- weldige afmetingen aangenomen; vóór de Duitschers versterkingen stuurden, stonden er 70 divisies in den Balkan. ITALIE. Het 8ste leger heeft in een tankstrijd van 3 dagen ten N. van Ravenna de overwinning behaald, zoodat de Duitschers hun poging om Ravenna te her- overen moesten opgeven. Ten O. van de Senio werden de laatste Duitsche troe- pen onschadelijk gemaakt. Veldmaarschalk Alexander heeft de Italiaansche patriotten opgeroepen om aan- vallen te doen op het Duitsche verkeer door de Brennerpas, dat herhaalde- lijk vanuit de lucht wordt aangevallen. GRIEKENLAND. Het Britsche leger is de toestand in Athene geheel meester. Scobie heeft zijn voorwaarden voor een wapenstilstand ingetrokken, daar deze niet langer van toepassing zijn. Aan beide zijden zijn veel gevangenen ge- maakt en de Elas heeft ook niet-militaire Engelschen en Grieken in gijzeling genomen en weigert het intern. roodekruis in de gevangenkampen toe te laten. Bij nieuwe wapenstilstandsvoorwaarden zullen ook de gevangenen en gijzelaars ter sprake komen! Gen. Scobie is steeds bereid met Elas-gedelegeerden te on- derhandelen en deze kunnen vrijgeleide krijgen. VERRE OOSTEN. Op Luzon zijn weer heftige luchtaanvallen gedaan, evenals op Kioe Sioe en op vliegvelden op Borneo, Celebes en de Molukken. De Amerika- nen zijn geland op het eiland Fais in de West-Carolinen. De Japs boden wei- nig tegenstand. In Birma hebben de Engelschen Akyab veroverd. DIVERSEN. Verleden week heeft minister Churchill, vergezeld van den Chef van de Britsche Generale staf een bezoek aan Frankrijk gebracht, waar hij een onderhoud had met generaal Eisenhower, veldmaarschalk Montgommerey, generaal de Gaulle en den Engelschen ambassadeur te Parijs, Luff Cooper. -2- BUITENLAND. Zondag l.l. heeft het Poolsche bevrijdingscomité zich omgevormd tot voorloopige Poolsche regeering. Deze regering heeft terstond doen weten, dat zij zich zal handhaven totdat de reactionnaire elementen zijn vernie- tigd; daarna zal een definitieve regeering gevormd worden door een met vrije verkiezingen gevormd parlement. Wie de geschiedenis van Polen kent, zal onwillekeurig denken aan de soms belachelijk tragische zittingen van den Poolschen landdag, welke slechts met algemeene stemmen besluiten mocht nemen. Bleek dit nu onmo- gelijk, dan loste men de moeilijkheid somtijds op door de tegenstemmende minderheid te vermoorden, de overblijvenden waren dan uiteraard eenstem- mig en dus was het besluit in orde en had wetskracht. De huidige voorloopige regeering zal zich handhaven, tot de reaction- naire elementen zijn vernietigd. De vraag is thans: ten aanzien waarvan reactionair? Gaat het alleen om de betrekkelijk kleine kliek, die voor den oorlog de macht in handen had of gaat het om elk een iegelijk, die een bepaald politiek program niet kan onderschrijven, althans stilzwijgend aanvaar- den? Hieromtrent blijkt voorloopig niets. Innerlijke verscheurdheid is een eeuwenoud euvel in Polen en hieraan is het te wijten, dat het land zoolang verdeeld was. De Polen hebben tel- kens opnieuw blijk gegeven zich niet te kunnen regeeren. Slechts nu en dan, wanneer een groot en idealistisch heerscher aan de macht kwam, wist Polen de innerlijke eenheid te handhaven en te doen gel- den naar buiten. Maar nauwelijks was deze regeerder tot zijn vaderen ver- zameld, of het land viel weer uiteen in elkaar beoorlogende en uitroeiende partijen. Tot nu toe heeft het Poolsche volk niet bewezen een deugdelijke staats- vormende kracht te bezitten. En wanneer wij nu hooren, dat volgens Reuter de Britsche regeering niet van zins is haar houding te veranderen tegenover de uitgeweken Poolsche regeering te Londen, dan zijn wij er vrijwel zeker van, dat Polen reeds thans weer, of beter gezegd, nog steeds zooals van ouds, laboureert aan zijn oude euvel tot groot nut en voordeel der buitenlandsche mogendheden. Men begrijpe goed! Wij kiezen hier geen partij voor of tegen de voor- loopige regeering, en dus niet tegen of voor de oude regeering te Londen. Wij constateeren slechts een feit. Wanneer wij vernemen, dat de agrarische en sociale instellingen de bijzondere aandacht der Voorloopige regeering hebben, dan verheugt dit ons, aangezien wij weten, dat er op deze gebieden de meest afgrijzelijke misstanden bestonden in het vooroorlogsche Polen. En wanneer wij de hard- nekkigheid der oude regeering constateeren, dan zijn wij overtuigd, dat deze onder het mom van bescherming der democratie met stelligheid beoogt bescherming van oude privileges, zoo niet uitsluitend, dan toch in elk geval niet in de laatste plaats. Maar dit verandert niets aan het feit, dat de Polen geen kans zien om althans voorloopig tot een schikking te komen, tot een regeering, welke alle partijen omvat, althans door alle partijen aanvaard wordt. Men is bezig er verhoudingen te creëeren, als in Griekenland, waar men ook allerwege overloopt van democratie, maar inmiddels er allerwege op uit is om het eigen standje te doen zegevieren. Van alle zijden worden voortdurend de beste wenschen en bedoelingen uitgesproken t.a.v. Polen; men bewondert - terecht - de moed der Poolsche soldaten, die overal vechten en overal even dapper. Maar wanneer het Poolsche volk geen kans ziet het eens te worden t.a.v. een bepaald politiek programma, dan vreezen wij, dat het land een speel- bal blijven zal, zooals het was, vele eeuwen lang. -o- Door de oude Poolsche regeering te Londen te blijven erkennen, verze- kert de Britsche regeering zich van de sympathieën van bepaalde bevolkings- groepen in Polen, waaruit wij meenen te mogen concludeeren, dat de Brit- sche regeering er nog geenszins van overtuigd is, dat de groepen, welke in de regeering te Lublin vertegenwoordigd zijn, op den duur de feitelijke meerderheid hebben. -3- Er wordt hoog politiek spel gespeeld in Polen. Het beleg van Warschau en de ondergang van de partizanen aldaar onder leiding van generaal Bor, vormen een episode van dit hooge en onverbiddelijke spel, een episode, waarover na den oorlog nog menig woord gesproken zal worden, ook tusschen de kabinetten. Het einde van deze episode is niet het einde van het spel geweest; dit gaat nog steeds door. De regeering te Lublin heeft kennelijk de sympathie van Moskou. Aan de grenzen van West-Europa, aan de uiterste oostelijke grenzen, zoeken de belangen der Sowjet-Unie en van het British Empire hun evenwicht. Wij hebben er reeds op gewezen in verband met den Griekschen burgeroorlog. Groot-Brittannië heeft geen bevordering van zijn belangen te verwachten van een communistische dictatuur in Griekenland en werkt deze dus tegen. Het kan dit des te gemakkelijker doen, aangezien het strijdt voor de de- mocratie. De door en voor het Empire gewenschte politiek stemt hier dus geheel overeen met het idealisme van dezen oorlog, dat zich heeft aange- gord om de dictatuur te verpletteren. Nu munten de Grieken al evenmin als de Polen uit in politieke handig- heid, zoodat wij zien dat de E.A.M. de Britsche regeering in de kaart speelt door eischen te stellen welke al te gemakkelijk geweigerd kunnen worden, en door verklaringen af te leggen, welke apert onzinnig zijn. Tot deze verklaringen behoort die, waarin werd medegedeeld, dat de E.A.M. sinds lang de eischen van generaal Scobie had ingewilligd en dat alleen de rechtsche organisaties nog gewapend waren. Generaal Scobie, verbaasd hoe het dan mogelijk was, dat beide partij- en doorvochten, wanneer één ervan ontwapend was, zooals de E.A.M. van de ELAS beweerde, drukte zijn vreugde erover uit dit te vernemen en consta- teerde verder, dat hij dus gaarne tot definitieve regeling wilde overgaan. Maar de ontwapende ELAS bleef op zijn standpunt staan en doorvechten. Scobie, en met hem de Britsche regeering, staan hierdoor weer sterker in de oogen van het overige Grieksche volk en van de wereld. Groot-Brittannië heeft belang bij de Middellandsche Zee; dit bepaalt de Britsche politiek in deze streken, waarbij wij in het oog moeten hou- den, dat door het Empire en de Vereenigde Staten de belangen van de Sov- jet-Unie in dit oude wereldtoneel sinds eenige jaren zijn erkend. Gezien nu de steigende invloed van de Sowjet-Unie in den Balkan en het nabije Oosten, moet Groot-Brittannië er op bedacht zijn een tegenwicht te scheppen, niet slechts ter plaatse, maar ook elders. Er zijn menschen, die met een van beide partijen sympathiseeren en dien- tengevolge de houding van de andere partij afkeuren, ongeacht wat deze doet, mits het ten nadeele van de partij, waarmee zij sympathiseeren, ge- schiedt. Dergelijke "zedelijke" oordeelen doen komisch aan. Wanneer wij het recht der Sowjet-Unie op invloed in de Middellandsche Zee erkennen, dan kunnen wij het zooveel oudere recht van Groot-Brittan- nië niet ontkennen. En wanneer wij erkennen, dat politiek een kwestie is van belangen en van macht (waartoe ook invloed behoort) dan kunnen wij niet anders ver- wachten, dan dat het oude spel der diplomatie doorgaat. De strijd tusschen de Sowjet-Unie en Groot-Brittannië is er een tus- schen een jongen staat en een ouden, waarbij de laatste het recht op ont- plooiing van den eersten wel erkent, maar anderzijds er toch voor waakt, dat deze ontplooiing niet teveel te zijnen koste plaats vindt. Anderzijds wil de jonge Sowjet-Unie zich zooveel mogelijk invloed verschaffen om zich zoo snel en sterk mogelijk te kunnen ontwikkelen. Ruimte, grondgebied, heeft zij niet noodig. Maar invloed kan zij niet missen. Alleen wereldvreemde idealisten kunnen gelooven, dat de Sowjet- Unie haar politiek niet door reëele belangen laat bepalen. Churchill heeft Stalin bij herhaling een groot leider genoemd. Zij begrijpen elkaar. -o- -4- HET IS TIJD. Wat wij hier schrijven is gericht tot de Nederlandsche mannen en vrouwen, die zich bewust zijn van hun Nederlanderschap. Dus niet tot de eerloozen, de karakterloozen en lafaards, de botte, domme egoïsten, die naar de aanmeldingsbureaux hollen, waar de vijand, de DOODS- VIJAND van ons volk hen vangt om hen op te stoken in het laaiende vuur van den oorlog, van zijn satanischen oorlog. Wij spreken tot de mannen en vrouwen met eergevoel, karakter, moed en nationaal besef. Wat staat thans op het spel ? Nederland ! Waar staan wij ? Aan het front ! De geallieerde legers en vloten, waarin en waarop ook onze mannen dienen, strijden hun bloedigen strijd tegen het Derde Rijk, het Rijk van Satan. Zij hebben niet in de eerste plaats de taak om ons land te bevrijden, maar slechte deze: den vijand te vernietigen en hem te slaan en te verslaan op dat terrein, waar bij bet beste te treffen is. De beslissing hieromtrent ligt bij het geallieerde opperbevel. Niet bij U noch bij ons, maar uitsluitend bij hen. En zij hebben reeds ruimschoots bewezen, wat zij waard zijn. Tot nu toe gebruikt het geallieerde opperbevel onze groote rivieren als natuurlijke flankdekking. Hierover past ons geen oordeel. Niet wij, maar generaal Eisenhower moet de veldslagen leveren. Wij hebben een andere opdracht, n.l. 1) alles na te laten en niets te doen, wat de strijdkracht van den vijand kan vergrooten; en 2) zijn oorlogsmaatregelen zooveel mogelijk te saboteeren. Dit brengt gevaar met zich maar - wij citeeren nu het manifest der gezament- lijke verzetsbewegingen, getiteld: "De Regeering heeft gesproken" - "Geen verzet beteekent den ondergang. Verzet kàn ook ondergang beteekenen, maar is tevens de eenig overgebleven mogelijkheid tot redding." Het is onomstootelijk Himmlers bedoeling om overeenkomstig de nazi-ideo- ligie ons geheele volk uit te roeien na het dienstbaar gemaakt te hebben aan de doelstellingen van het Derde Rijk. Himmler eischt onverbiddelijk den zelfmoord van ons volk. Wij eischen thans van onze mannen, dat zij mannen zijn, kerels met een wil en met moed. Van onze vrouwen, dat zij niet onderdoen willen voor de vrouwen van Haar- lem onder Kenau Simonsd.Hasselaar, die de mannen steunden met woord en daad, zooals ook de vrouwen in Alkmaar en Leiden deden. Wij eischen van Nederlanders, dat zij Nederlanders zijn en geen vader- landslooze, ideaallooze en willooze ellendelingen. Dit is het groote tragische moment voor ons volk sinds vele eeuwen, waarin wij onze toekomst moeten redden voor onze kinderen, of hen in het ver- derf storten. En nogmaals citeeren wij bovengenoemd manifest: Van ons wordt gevraagd alles, wat wij als volk zijn en verzameld hebben aan geestelijk en materieel bezit, alles wat onze vaderen geloofd en ge- hoopt, en alles waarop onze kinderen eenmaal een nieuwen vrij Nederland zullen grondvesten, waarheid, gerechtigheid, vrijheid, onze volkskracht en onze eer, te bevestigen. Op ons trekken de tijden zich samen. Ootmoedig tegenover de ontzaggelijke opdracht, waarvoor wij zijn gesteld, maar vastberaden en trouw aan de bevelen van de regeering van onze grijze Koningin, die ons in moed en onverzettelijkheid is voorgegaan. ------ Iedereen in overheidsdienst, elke werkgever en elke tusschenpersoon tusschen de Duitsche instanties en de werknemers, die de regeerings- bevelen niet nakomt, is een landverrader. Elke werkgever, die zijn personeel niet alle hulp verleend, waartoe hij bij machte is, is een saboteur en collaborateur. Het is thans bittere ernst. Laat niemand der bovenbedoelden denken, dat dit maar woorden zijn. Het gaat om het bestaan van ons volk. -o- Den vaderland getrouwe Blijf ik tot in den dood. ---