DE NIEUWE AMSTERDAMMER No. 27 15 December 1944 -------------------------------------------------------------------------- FRONTNIEUWS. WESTFRONT. In het Saargebied vallen de Amerikanen over een 70 km breed front de Zuid Duitsche flink aan. 16 km ten Z.O. van Saarbrücken zijn zij over de Duitsche grens. De bruggehoofden bij Dillingen en Saarlautern wer- den uitgebreid. Op 3 plaatsen zijn de Am. over de rivier de Blies. Het laatste van de 22 forten van Metz heeft zich overgegeven; 500 Duitschers werden gevangen genomen. Ten Noorden van Hagenau hebben de Amerikanen bij Selz den Rijn bereikt en de plaats Weissenburg genomen. Tusschen Pirmasens en Karlsruhe brengen de Duitschers nieuwe tanktroepen in den strijd. In de sector Monschau zijn de Am. 3 km opgerukt en naderen de Roer. Het 9e leger heeft zijn front nu langs de westelijke oever der Roer. LUCHTFRONT. Als gevolg van de zware bombardementen op de spoorwegknooppun- ten Munster, Hamm en het overige Ruhrgebied moest het verkeer omgelegd wor- den over de meer zuidwaarts gelegen routes. Daarom heeft de geall. lucht- macht in de afgeloopen weken Koblenz, Bingen, Mainz, Frankfurt en Hanau ge- bombardeerd. De eenige spoorwegen die nu nog beschikbaar zijn, zijn in het Noorden Giessen en in het Zuiden Aschaffenburg en Darmstadt, welke plaatsen deze week eveneens reeds zijn aangevallen. In December zijn reeds 12 aan- vallen op deze knooppunten gedaan zonder noemenswaardige tegenstand van de Luftwaffe en bodemafweer. Alleen Berlijn en de oliefabrieken worden verde- digd. HONGARIJE. Bij Boedapest woedt een zware tankslag; de stad wordt van 2 zij- den door de Russen bedreigd. In het Noorden vechten zij in een voorstad, 5 km van het centrum en hebben daar tevens eenige andere plaatsen veroverd. In een daarvan bevindt zich het pompstation van Boedapest. De Duitschers versterken de spoorbrug die van Boeda naar Pest loopt; in het hooge stads- gedeelte zijn sterke Duitsche stellingen. Hevige regens belemmeren de ope- raties ten zeerste. DIVERSEN. In het hooge Noorden zijn 2 Duitsche duikbooten door de Russen tot zinken gebracht. - H.M."Tromp" is een Australische haven binnengeloopen. LEYTE. De Amerikanen hebben den aanval ingezet op de laatste Japanners die nog op het eiland zijn. 3 Japansche troepentransportschepen zijn tot zinken gebracht in de haven van Ormac, daar deze niet wisten dat de haven reeds in Amerikaansche handen was. Vliegende forten hebben op het eiland Hondu de stad Nagoya, de stad der vliegtuigfabrieken, gebombardeerd. Vanuit Britsch- Indie werden doelen in Siam aangevallen door Super Vliegende forten. GRIEKENLAND. In de toestand is weinig verandering; er wordt hevig gevochten. Op de door generaal Scobie gestelde voorwaarden is nog geen antwoord geko- men. De oude generaal Plastiras, die in Griekenland groot aanzien geniet, is uit Frankrijk in Griekenland aangekomen en heeft een onderhoud met Papandreou gehad. - Volgens generaal Smuts is iedere Z-Afrikaander het met de houding der Britsche regeering eens; zij moet de orde handhaven en kan de verantwoordelijkheid niet van zich afschuiven. - Min. Bevin zei op het congres der Labourpartij, dat hij achter de politiek der regeering staat; zij wil de Grieksche bevolking zich laten uitspreken bij verkiezingen en een plebisciet over de monarchie, maar voor alles moet rust in het land zijn. Door de vergadering werd een motie aangenomen, waarin de toestand in Griekenland ten zeerste wordt betreurd, en waarin de regeering verzocht wordt, alle stappen te doen teneinde tot een wapenstilstand te geraken. LONDEN. Wegens overbevolking zijn er plannen ontworpen om Londen te decen- traliseeren en geheel nieuwe stadsdeelen te bouwen. Ook de industrie zal gedecentraliseerd worden. Met de plannen is een oppervlakte van 7500 km2 gemoeid. Een keten van luchthavens zal om de stad aangelegd worden, met een groote centrale luchthaven. LAATSTE NIEUWS. In den Boven Elzas zijn de Duitschers tot een zwaren tegen- aanval overgegaan met groote versterkingen en een nieuw model tank. Deze aanval is bedoeld als een afleidingsmanoeuvre van den aanval der Amerikanen op Karlsruhe. Voor de Moskousche zender "Freies Deutschland" heeft generaal Paulus weder- om het Duitsche volk opgeroepen tot opstand tegen het nazi-regime. -o- -2- OM DE RIJKSGEDACHTE (IV) In elk volk zijn democratische tendenzen aanwezig, zoo ook in Nederlandsch Indië. De vorm der Indische democratie moge verschillen van die van West- Europa, zij is er niet minder democratisch om. De Javanen bijv., de kust-Maleiers van Borneo e.a. kennen volkomen democra- tische instellingen. Genoemde Maleiers kiezen volkshoofden, die alle maat- regelen nemen in overleg met het volk; een zuiver democratisch stelsel dus. De Nederlandsche regeering echter stelde zelf hoofden aan, die door het volk bespot en geminacht werden, maar die ook geenerlei overleg pleegden met de bevolking. Het valt niet te ontkennen, dat een dergelijke houding der regeering niet bevorderlijk is voor de democratische ontwikkeling van het volk, maar wel geheel past in het kader van een koloniaal bewind. De Nederlandsch Indische democratie kan zich slechts ontwikkelen, wanneer zij daartoe de gelegenheid krijgt en daartoe is noodig uitbreiding van het onderwijs, zoowel quantitatief als qualitatief. Want zooals thans de toe- stand is, kan wel aan elken Indonesiër - behalve voorzooverre zij behooren tot de achterlijke volken en zich niet individueel daarboven hebben uitge- werkt - actief kiesrecht gegeven worden, maar geen passief. Voor dit laat- ste is voorloopig dus een criterium noodig, een criterium dat aan beteeke- nis verliezen zal, naarmate de ontwikkeling voortschrijdt. Verder is vooralsnog noodzakelijk een stelsel van getrapte verkiezingen, alsmede een bepaalde verhouding tusschen de vier bevolkingsgroepen, welke niet door de quantiteit, doch door de qualiteit moet bepaald worden, al mag hierbij aan de qualiteit niet de alles beslissende rol worden toegekend. De tientallen millioenen Indonesiërs kunnen niet door een handjevol verte- genwoordigd worden. Wij moeten recht doen in Indië, onze taak vervullen en de bevolking tot ontwikkeling brengen en tot grooter eenheid. De bevolking van het groote Nederlandsch Indische gebied is rijk gevari- eerd, maar heeft geen kans gehad om zich te ontwikkelen tot geconsolideer- de staten, doordat het Nederlandsche gezag dit onmogelijk maakte. Dienten- gevolge kon er ook geen verdeeldheid ontstaan, zooals Europa kent en steeds gekend heeft, waardoor oorlog hier een al te vertrouwd verschijnsel werd. Nederlandsch Indië kende dit niet. Integendeel, er ontstond een gelijkge- richtheid, ondanks alle verschillen, want allen werden vanuit hetzelfde gezichtspunt geregeerd en stonden tevens gelijkelijk negatief tegenover de Nederlandsche koloniale politiek. Toch ontstond er geen Indonesisch nationaal gevoel, daarvoor zijn de ver- schillen te groot in nationaliteit, en eigenlijk is de uitdrukking "Indo- nesisch nationalist" dan ook misleidend. Er zijn daar meerdere nationaliteiten, meerdere culturen en beschavingen, welken het door ons toedoen onmogelijk gemaakt is om elkaar te bestrijden en eventueel te vernietigen. Wij vormen de alles overkoepelende macht, wel- ke in bepaalde opzichten eenheid in voelen en streven bewerkstelligde. Nu kunnen wij ons daarvoor op den schouder kloppen, maar wanneer wij daarbij het door ons gepleegde onrecht, en het daaruit voortvloeiende leed, verge- ten, geven wij ons een onverdiend compliment. Wij hebben veel gedaan voor Nederlandsch Indië, maar het Nederlandsche be- lang praevaleerde altijd, en omdat het altijd overwoog, pleegden wij zoo- veel onrecht, Wanneer wij samen verder willen optrekken, zullen wij onze functie: de al- les overkoepelende macht te zijn, moeten handhaven, maar met deze innerlij- ke verschuiving, dat onze macht primair een zedelijke macht worde. Laat ons vooral Erasmus niet vergeten. Laat ons werkelijk de "oudere broeder" zijn. Wanneer wij dit schrijven be- zielt ons geenerlei sentimentaliteit, of wereldvreemd altruïsme. Wij weten zeer wel, dat het tot verdere ontwikkeling brengen van een zoo groot en in vele opzichten zoo weinig ontwikkeld gebied, groote inspanning eischt, en -3- dat deze inspanning een belooning vraagt, waarbij wij willen herinneren aan de woorden "de arbeider is zijn loon waardig". Ieder die arbeidt, het- zij hij professor is of kolensjouwer, heeft recht op loon naar werken. Zoo ook de mannen, die naar Nederlandsch Indië gaan voor de verdere ontwikke- ling van die gebieden en hun bevolkingen. Maar dit mag niet langer betee- kenen, dat het Nederlandsche belang moet praevaleeren; integendeel, wij moeten thans inzien, dat er niet meer alleen sprake is van onze belangen, maar van Indonesische belangen, waarbij die van de daarbij betrokken Neder- landers zijn inbegrepen. De Aziatische volkeren hebben nog steeds de blanken noodig, want deze zijn de leermeesters der volkeren op wetenschappelijk, staatkundig en cultureel gebied, maar dit wil niet zeggen, dat de blanken het recht hebben Azië te overheerschen ten eigen bate. Azië en Europa hebben wederzijdsche belangen in de Aziatische wereld; daar- van dienen beide hun profijt te trekken, maar gezien vanuit het oogpunt van het zedelijk belang van Azië, dat op hooger plan gebracht moet worden. Al te snel heeft Japan gemeend, niet slechts dat het Europa en Amerika op- zij gestreefd was, maar zelfs voorbijgegaan. Deze zelfoverschatting wreekt zich thans aan Japan en het geheele Oosten. Japan was nog niet zoover; sinds de overwinning echter op het vermolmde Russische keizerrijk, blies het zich vervaarlijk op en dacht heel hoog van zichzelf. Ook China, dat thans als de vierde groote wereldmacht beschouwd wordt, staat nog niet op gelijk niveau met Europa, hoeveel bewondering de Chinee- sche cultuur ook vinden moge in ons werelddeel. Er was eenigen tijd geleden groote verontwaardiging waarneembaar in de Ver- eenigde Staten, wegens corruptie in de omgeving van Tsjang Kai Tsjek, waar- om? In 1936 schreef Lin Yutang: "Oppervlakkigheid, geslotenheid en omkoop- baarheid, deze drie zusters hebben China altijd geregeerd en doen dat nog. China is een machtig begrip, naar wij moeten het bij alle waardeering niet overschatten. Azië heeft nog Europeesche leiding noodig, maar de Aziaten hebben geener- lei behoefte meer aan koloniale overheersching. De "jongere broeder" is niet de bediende van "den ouderen", en naarmate hij zelf ouder wordt en in wijsheid toeneemt, dient hij ingeschakeld te worden in de familie-aangelegenheden en er zijn stem en invloed te laten gelden. Dit geldt voor Nederlandsch Indië, dat reeds voldoende volwassen zonen be- zit om zelf een hartig woordje mee te spreken in de eigen aangelegenheden. (wordt vervolgt) -o- VAN HOOREN ZEGGEN In de Wieringermeer sterven dagelijks langs den weg gemiddeld drie men- schen van degenen, die er - meestal tevergeefs - heentrekken om voedsel te bemachtigen. In Amsterdam vinden hier en daar plunderingen plaats van bakkerswinkels en -karren. De Duitschers in ons land hebben nog altijd spek, worst, vleesch, vet, bo- ter, eieren en kaas, Twee van de drie gemalen, welke de Wieringermeer droog houden, worden elec- trisch gedreven; deze twee worden binnen zeer kort stil gelegd, tengevolge waarvan dan tweederde van de Wieringermeer onderloopt. Oven de dijken van Noord Holland zweept de storm het water, dat soms meer dan een voet hoog staat op den weg. Dijken incl. spoordijken worden door het water onderwoeld. Vele streken zijn in een moeras- en merengebied herschapen, een trooste- looze eenzaamheid, kil, triest, verlaten, met hier en daar een zwerver, die voedsel zoekt. Laten zij die zoo huiverig zijn voor annexatie en zoo een zielsmedelijden hebben met die arme Duitschers, hieraan denken. Voor alle zekerheid zullen wij het NIET vergeten. -o- -4- ECCE HOMO. De Nederlandsche hervormde kerk, de Remonstrantsche Broederschap, de Roomsch Katholieke Kerk, de Doopsgezinde Sociëteit en de Gereformeerde Kerken hebben aan Seyss Inquart een fel bewogen schrijven gericht, waar- in zij haar diepste verontwaardiging uitspreken over "de verkrachting van het gebod der menschelijkheid", waaraan de Duitschers zich ten onzent schuldig maken. Het zal U niet onbekend zijn, mijnheer de Rijkscommissaris, dat de kerken van Nederland telkens in getuigenis en prediking het Nederlandsche volk gewaarschuwd hebben, zich niet door de in deze jaren opgeroepen wraak- en haatgevoelens te laten overheerschen. Met groote verontrusting moeten zij thans tegenover U verklaren, dat door bovengenoemde daden (be- doeld zijn de razzia's en de tewerkstelling onder artillerievuur, na een transport, dat te erg is voor beesten) die haat- en wraakzucht zoo worden gevoed, dat zij niet zien hoe het menschelijkerwijze na den oorlog tot een werkelijk samenleven en samen arbeiden der volkeren kan komen." Het is niet voor het eerst, dat de Kerken protesteeren, maar het zal wel weer tevergeefsch zijn. Zij richten zich tot Seyss Inquart, maar wie en wat is deze man? Een landverrader en verder een werktuig, een onderdeel van een systeem, het systeem van Satan. Satan heerscht in de wereld, voorzooverre deze zucht onder het Duitsche geweld. Satan heeft den Duitschen mensch uitverkoren om zijn aardsche wer- kelijkheid te zijn. En de Duitscher doet, wat zijn Satanische geest hem inblaast. De Duitschers hebben zich vereenigd onder den vorm van het Satanisme; menschen die den Duivel aan de wereld brengen. Zoolang zij hierin volharden, zoolang zij hun systeem, Satans systeem, niet prijsgeven, kan geen enkele Duitscher anders doen dan hij doet: den wil van Satan volbrengen. Later zullen zij zeggen: "Wir haben es nicht gewollt", later wanneer het te laat is. Geloovigen zullen zeggen, dat het nooit te laat is om zich te bekeeren. Goed, maar let wel: "om ZICH te bekeeren." Duitschland zal gaan jammeren - en gedeeltelijk doet het dit reeds, voorzooverre het de onvermijdelijkheid der nederlaag inziet - wanneer het te laat is. Dan zal het zich bekennen tot wat men wil, zal het heel erg menschelijk gaan doen. Maar dan is het te laat om zich te bekeeren. Dit had eerder moeten geschieden. Dan zal het de rekening, de ontzaggelijke bloedschuld moeten voldoen, en het zal nogmaals de kans krijgen om ZICH te bekeeren door te bewijzen, dat het den Duitscher ernst is met zijn bekeering tot waarachtige menschelijkheid, door eerlijke betaling en boetedoening. Het is goed, dat het protest der Kerken opklonk, opdat de Duitscher later niet kan zeggen: "Had Gijlieden ons dan gewaarschuwd. Had ons gewe- zen op de dwalingen onzes weegs." Ontelbaar zijn de waarschuwingen geweest sinds 1933; dringender, steeds dringender werden zij gedurende den oorlog. Maar gij, Duitschers, "gij hebt niet gewild." -o- DEMOCRATISCHE OP- EN AANMERKINGEN (II). In ons voorige artikel spraken wij over de Britsche democratische op- vattingen, voorzoover deze in het parlementarisme tot uitdrukking komen. Onwillekeurig dringt zich thans de vraag op: Waarom moet eigenlijk de min- derheid zich neerleggen bij wat de meerderheid besluit? Anders gezegd: Waarom heeft de meerderheid 't voor het zeggen? Heeft zij altijd gelijk? Het antwoord op deze vraag luidt natuurlijk ontkennend. In de politiek gaat het niet in de eerste plaats om het gelijk-hebben, maar om wie de macht bezit. Dit klinkt niet prettig, maar het is daarom wel waar. Het is de macht van den nummeriek sterkste, die den doorslag geeft. Er is dus geen sprake van geweldpleging; er komen geen geweren, kanonnen of mitrailleurs bij te pas, maar doodsimpele stembriefjes. En zoover is men in Europa in zedelijk opzicht gekomen - althans in democratisch Europa - dat men deze zedelijke -5- macht prefereert boven de natuurlijke macht der wapenen, in het binnen- landsch bestuur tenminste. Menschen die van oordeel zijn, dat een stelsel niet deugt, verderfe- lijk of onmenschelijk is, of wat dan ook, kunnen zeer wel hun theorieën op papier zetten en keurig uitwerken; en natuurlijk vinden zij wel gehoor. Maar zoolang zij niet de meerderheid des volks van hun gelijk hebben overtuigd, blijft hun schrijven en spreken een prediking in de woestijn, en kunnen zij alleen maar dan hun zin doordrijven, wanneer zij hun zin met geweld aan het volk kunnen opleggen. Dit beteekent burgeroorlog. Hoe zoo een oorlog verder verloopt, doet hier niet ter zake. Wat ons interesseert, is dat hier ook de macht be- slist, zij het dan niet de vreedzame macht van het stembiljet. Of een burgeroorlog, dus het natuurlijk geweld, noodig is, hangt af van de regeering van het land. Een regeering, die de ontwikkeling van den geest des volks onderkent, zal nooit voor een burgeroorlog komen te staan, wanneer zij tenminste rekening houdt met de ontwikkeling en er niet recht- streeks tegenin gaat, zooals de keizerlijk Russische deed, en lang voor haar de koninklijke Fransche regeering der XVIIIe eeuw. Meerderheidsbesluiten als zoodanig hebben niets te maken met gelijk of ongelijk, menschelijkheid of onmenschelijkheid enz. ; zij kunnen zoo- wel het een als het ander dekken. Het is zeer wel mogelijk, dat de minder- heid een veel hooger menschelijk standpunt inneemt, maar zoolang de meer- derheid van het volk op deze hoogere menschelijkheid niet gesteld is, blijft de minderheid wat zij is. Democratie berust des op macht, evenzeer als dictatuur, maar op een principieel andere macht dan deze, terwijl zij bovendien de vrijheid der persoonlijkheid erkent. Dit laatste doet feitelijk ook mede in Churchills houding in het par- lement. "Wanneer gij mij als regeering wenscht, moet gij mij erkennen." Hij bedankt ervoor om loopjongen of boodschappenjongen te zijn van de volksvertegenwoordiging, welke echter harerzijds hem duidelijk aan zijn verstand kan brengen, dat zij het heelemaal niet met hem eens is, en hier- bij zoover gaan kan, dat zij hem naar huis kan sturen, waarna hij het recht heeft om tegen de nieuwe regeering den strijd aan te binden, maar natuurlijk, in het parlement of daarbuiten, in woord en geschrift. Demo- cratie en parlementarisme zijn beschaafder regeeringsvormen den de dicta- toriale, welke laatste trouwens ook de vrije persoonlijkheid niet erkent en niet kan erkennen. Wij spraken in het voorgaande over een minderheid, die eventueel een hoogere menschelijke opvatting tot uitdrukking brengt. En nu denken wij vanzelf aan de in ons vorige artikel genoemde omschrijving der hoogere democratie, welke "De Waarheid" zegt voor te staan. Deze hoogere demo- cratie zou dan zijn die van het werkende volk. Het werkende volk kan natuurlijk niet anders omvatten dan al diegenen, die productieve arbeid verrichten, tenzij "De Waarheid" het werkende volk wil beperken tot de handarbeiders en kleine boeren, maar dan schakelt zij een groot deel van het werkende volk uit op grond van een ideologie. Dat werkende volk echter is, althans in ons land, allesbehalve een ho- mogene eenheid, en wanneer dus de democratische gedachte het veld houdt, zal de meerderheid van het werkende volk moeten beslissen hoe of wat. Wij kunnen niet inzien waarin hier het hoogere democratische schuilt, boven het gewone democratische, dat wij in Europa kennen. "De Waarheid" stelt, dat in Europa buiten de Sowjet-Unie geen demo- cratie bestaat, maar de dictatuur van een minderheid, n.l. die der kapi- talisten. Wij meenen dat te moeten ontkennen en wijzen erop, dat - het- geen de bezettingstijd al te duidelijk bewijst - de overwegende meerder- heid van het Nederlandsche volk bedoelde "minderheidsmentaliteit", ge- naamd: winstbejag, bezit. Zoolang dit het geval blijft, kan de democratie in Nederland niet anders opleveren dan een getemperd kapitalisme, indivi- dualisme, liberalisme of hoe men het noemen wil. Dat "De Waarheid" het communisme hooger schat is een andere kwestie, die met de democratie als zoodanig niets te maken heeft. -6- MET HONGER EN LEUGENS! Het avondblad van de Telegraaf van 12 December houdt zich met veel ophef bezig met de wanhopige voedselsituatie der groote steden en het geheele Westen des lands. Hoe weinig geloof ook het Nederlandsche volk gelukkig aan de legale pers schenkt, de bewijsvoering van den Nazi-hoofdredacteur v.d. Heyden is zoo hypocriet, dat wij ons geroepen voelen, ten overvloede te waar- schuwen. Zij is bovendien een zoo schaamtelooze verdraaiing der feiten, dat wij niet zwijgen kunnen, ook al wilden wij. Hier is het hart vol! Het bewuste artikel betoogt: de spoorwegstaking was een ingrijpen in de krijgshandelingen en ontsloeg de Duitschers van de verplichting voor de voorziening der Nederlanders te zorgen (sic); voorts hebben de betrokken Nederlandsche autoriteiten geen maatregelen genomen om met de toch nog wel beschikbare vervoermiddelen de voedselsituatie te red- den. Dit nu zijn twee schaamtelooze verdraaiingen. De stakers handelen in opdracht van hun eenige wettige regeering, in overeenstemming met het geallieerde opperbevel. Zeker, hiervan moeten zij, en wij, de ge- volgen dragen. Doch de gevolgen, welke men ons thans op de schouders laadt, houden met de staking geen rechtstreeks verband. De Duitschers zijn inderdaad ontslagen van de plicht, voor ons te zorgen. Doch geen waar Nederlander, of hij zou wenschen dat de Duitschers die plicht, die zij immer ten gunste van den voedselexport hebben verzaakt, nimmer op zich genomen hadden. En dat de Duitschers thans van bovengenoemde plicht ontslagen zijn, machtigt hen niet, thans de aanwezige voorraden te stelen, zoogenaamd ten behoeve van hun troepen, in werkelijkheid opnieuw voor wegvoering. Ten tweede: de Nederlandsche autoriteiten hebben niets k u n n e n organiseeren, omdat hun daartoe de middelen onthouden worden. De Tele- graaf citeert den Rijkscommissaris (30 Sept.) "Het ligt dus aan de Ne- derlanders zelf of zij door het handhaven van de rust en orde, alsmede door het gebruik van alle verkeersmiddelen door dezen winter heenkomen." Dit nu beteekent niet, dat de Duitschers ons niets in den weg zullen leggen. Want het zwaartepunt ligt, met typisch Duitsche hypocrisie, bij het woordje "alle". Met andere woorden: alleen indien de spoorwegen me- de in die verkeersmiddelen begrepen zijn, mogen de Nederlanders voor hun eigen voedselvoorziening zorgen. De praktijk is bekend, doch worde hier gereleveerd: De Duitschers hebben zich op het standpunt gesteld, dat zoolang de spoorwegstaking duurt, de steden zullen hongeren. "Het voedsel zal per spoor komen, of het komt er niet in." In overeenstemming daarmede hebben zij schepen met boter uit het Noorden bij de Oranjesluizen teruggezonden. Zendingen boter werden o.a. bij de Vami in beslag genomen. De spijsolie werd na- gejaagd door de Duitschers, en kon slechts met slinksche middelen gered worden. Dit is de wijze waarop de Duitschers ons de zaak "overlaten". Alle transporten te water worden gecontroleerd; voedselzendingen worden on- herroeppelijk in beslag genomen. De steden zullen hongeren! Inderdaad! Gelijk de Telegraaf schrijft: "Langer wachten is zelfmoord." Inderdaad, "het is misdadig de aanwezige mogelijkheden langer onbenut te laten!" Welnu, heer Van der Heyden, heer Seyss Inquart, heer Rauter en hoe het pak misdadigen en handlangers verder heeten mag. Het is misdadig, wat gij thans doet of goedpraat. En het is een der smerigste misdaden, welke gij tot nog toe gedaan hebt. Hoe lang nog hoopt gij het volk klein te houden door de broodkorf hoog te heffen? Weet, wat gij doet! Weet dat deze gruwelijke zonde zich zal wreken, want dat ook hiervoor de dag den vergelding aanbreekt. Het volk weet, dat niet de Nederlandsche regeering, noch het geallieerde op~ perbevel, maar alleen Gij en Uw trawanten schuldig zijt! ---