DE NIEUWE AMSTERDAMMER
No.17                                                         22 November 1944 -------------------------------------------------------------------------

                             FRONTNIEUWS.
Fransche troepen aan de Rijn.
In een verrassende doorbraak ten Zuid-Oosten van Belfort, bereikte het eerste Fransche leger den Rijn ten Noorden van Bazel, op een front van 30 km breedte. Belfort werd bevrijd. Vele honderden Duitsche soldaten vluchtten naar Zwitserland, waar zij werden ontwapend en geïnterneerd. Fransche artillerie bestookt reeds de Duitsche stellingen op den Oostoever van den Rijn. De Duitsche legers in de Vogezen loopen gevaar ingesloten te worden; zij zijn reeds van 3 kanten omsingeld. De geallieerden vernielen de Rijnbruggen teneinde de terugtocht af te snijden; de Duitschers zijn over een gebied van 150 km in volle terugtocht en ontruimen de Maginot-linie. Sarrebourg, Mühlhouse en talrijke dorpen zijn bevrijd.
Meer naar het Noorden bevrijdde het 3e Amerikaansche leger Metz; alleen in drie forten op den Oostoever van de Moezel bieden Duitsche troepen nog wanhopigen tegenstand. Inmiddels zijn de Amerikanen reeds 10 km voorbij Metz. Bij Thionville op Duitsch gebied oprukkende Amerikanen staan minder dan 3 km voor de Saar.
Ook de operaties van het 1e en 9e Amerikaansche leger bij Aken maken goede voortgang. Het 1e leger staat nog 6 km voor Düren; Eschweiler is door de Duitschers opgegeven en wordt gezuiverd. Amerikaansche troepen staan nog 5 km voor de Roer.
In het gebied tusschen Venlo en Düren hebben de Duitschers 8 à 10 pantser-divisies samengetrokken voor de verdediging van het Ruhrgebied.

De strijd in Nederland.
Het Duitsche bruggehoofd aan de Westoever van de Maas wordt steeds meer teruggedrongen. De Engelschen hebben tusschen Venlo en Roermond Kessel aan de Maas bevrijd. In de Peel werd Helenaveen bevrijd.

De luchtoorlog.
Dinsdag deden 1250 bommenwerpers, vergezeld van meer dan 1000 jagers aanvallen op olie-installaties bij Hamburg-Harburg en Merseburg. Voordien waren aanvallen ondernomen op olie-installaties, verkeersdoelen en voorraad-depots achter het front. Aangevallen werden o.a. Hannover, Wiesbaden, Bonn, Dürr en Koblenz.
Vanuit Italië deden Amerikaansche bommenwerpers een aanval op olie-instellaties te Blechhammer in Opper-Silezië.

Oostfront.
In Letland zijn de Russen ten Zuid-Westen van Mitau op verschillende plaatsen tot den aanval overgegaan. Ondanks hevige Duitsche tegenaanvallen konden de Russen zich op het veroverde gebied handhaven. In Oost-Pruisen zijn hevige artillerie en mortier-duels.
In Noord-Hongarije is bijna de geheele spoorlijn van Miskolez naar Boedapest in Russische hand.
In Albanië zijn de hoofdstad Tirana en de havenstad Durazzo bevrijd.

Verre Oosten.
Militaire doelen op Kioesjoe, het grootste eiland van Japan, werden door super-vliegende-forten uit China gebombardeerd.

Volgens Zwitsersche berichten is veldmaarschalk Kesselring zwaar gewond, toen zijn auto eenigen tijd geleden door Amerikaansche jachtvliegtuigen werd beschoten. Andere berichten melden, dat Kesselring vijf dagen na den aanval aan zijn verwondingen zou zijn bezweken.
Het geallieerde militaire bestuur in Duitschland heeft bekend gemaakt, dat de doodstraf is gesteld op verschillende misdrijven, o.m. op spionnage en wapengeweld tegen de geallieerde troepen, het verleenen van steun aan de nazi-partij of aan eenige andere door de geallieerden ontbonden organisatie, plundering, het onwettig bezitten van wapens, roof of lijkenschennis.
Deensche patriotten hebben op een werf te Kopenhagen 3 Duitsche nieuw-gebouwde schepen in de lucht laten vliegen, nadat eerst de arbeiders telefonisch gewaarschuwd waren.

                                      -2-
                         NEDERLANDS TAAK (2)
"Duitsche volk" is een mengelmoes van in hoofdzaak Germanen, Slaven en Kelten, van welke beide laatsten de Slaven vnl. in het Oosten van het Rijk, met name in Pruisen, doch ook elders, de Kelten in het Zuiden vnl. Beieren zich concentreeren. De groote beslissende strijd tussen Germanen en Kelten, welke kort voor het begin van onze jaartelling op het punt stond uit te breken, is verhinderd door de komst der Romeinen, en dientengevolge bleef de tegenstelling tusschen beide rassen onverzoend en duurde de spanning latent voort, wat in het Rijk tot allerlei tegenstellingen en wrijvingen leidde, temeer daar het Germaansche bevolkingsdeel sterk doorfilterd was met Slavische elementen, welke het mysticisme der Germaansche ziel sterk beïnvloedde en deed toenemen.
Waren de Kelten berucht om hun duistere woestheid, de Germanen om hun vernietigs-hartstocht en anarchisme (van politieke ordening wilden zij niet weten), de Slaven brachten hun mystiek in de Duitsche landen en tengevolge van dit alles vertoont "de Duitscher" een karakter, dat zich kenmerkt door variatie, maar dat allerminst een "uitgesproken" karakter te noemen is. Wel is daardoor een gemakkelijk vervallen tot karakterloosheid een opvallende algemeene Duitsche eigenschap.
In het Westen zijn de Duitsche landen bovendien nog sterk onder invloed van buitenlandsche cultuur geweest, in het bijzonder het Rijnland onder invloed der Fransche.

De geschiedenis van ons volk is een geheel andere; wij zijn, zoowel wat betreft ras als karakter honderdmaal "zuiverder" dan de Duitschers, wier pretentie, de crême de la crême van het Germanendom te zijn, ridicuul is. De Rijksidee is, zooals gezegd; een overblijfsel der feodaliteit, welke Bismarck en Hitler nieuw leven trachtten in te blazen (als men bij Hitler tenminste nog van blazen spreken kan), maar die sinds eeuwen uit den tijd is.
Het is thans een bij uitstek geschikt moment om deze idee voorgoed te begraven en "Duitschland" n i e t in duizend stukjes te verbrokkelen, maar de Duitsche landen te hergroepeeren en o.m. ons land invloed te geven over een deel van het oude Rijksgebied, opdat daar de blik wat ruimer worde. (Deze gedachte doet niets af van onzen eisch, dat een gedeelte van het huidige Rijksgebied aan ons land worde afgestaan na door de huidige bevolking te zijn ontruimd.)
Wij gelooven in de zegenrijke werking van onzen invloed, omdat ons volk een wereldwijden blik heeft, al waren wij door al te groote welvaart tamelijk vast ingeslapen. Men schimpt ten onzent graag over: het volk van kruideniers, renteniers enz. Niet geheel ten onrechte, maar vergeten wij niet, dat wij in wezen principieel anders zijn en dat het feit, dat wij indommelen oorzaak is, dat onze slechte eigenschappen den boventoon gingen voeren.
Onze grootheid - en wie zal ons volk grootsche karaktertrekken durven ontzeggen? - ligt in dat wereldwijde van ons karakter; onze kleinheid in onze neiging tot rentenier- en kruidenierschap, neigingen die angstwekkend voortwoekerden sinds wij van het wereldtooneel aftraden en ons terugtrokken in gezellige geldmakerij en -schraperij; toen wij niet slechts politiek, maar ook innerlijk neutraal werden t.a.v. het wereldgebeuren.
Wij zijn thans "met schorpioenen gekastijd" en ontwaakt; nu kunnen wij dus onze taak in de wereld wederom opvatten.
Niet Duitschland ingelijfd bij Duitschland, maar Nederland werkzaam als beschavingsfactor in de wereld en in het bijzonder onder de Duitsche volkeren, die getoond hebben nog te weinig karakter te bezitten en te weinig beschaving om geheel op eigen beenen te kunnen staan.
Wij hopen daarom onze plaats te kunnen innemen in het stelsel van internationale politie en contrôle, dat ten behoeve van de Duitsche volkeren zal moeten worden ingesteld.
                                       -o-

                                     -3-
                    DUITSCHERS EN VOLKENRECHT.
    Er zijn nog steeds Nederlanders, die denken dat alles wat de Duitschers hier te lande be- en vooral misdrijven in orde is, omdat wij met Duitschland in oorlog zijn; naar om te beginnen was de overval op ons land reeds lijnrecht in strijd met het volkenrecht, aangezien wij geenerlei geschil hadden met het Derde Rijk. Daaruit volgt onverbiddelijk, dat elke militaire handeling door de Duitschers in ons land verricht, dus ook het aanleggen van versterkingen en de inundaties, in strijd is met het volkenrecht. Maar bovendien heeft de Duitscher het recht van den bezetter in geen enkel opzicht toegepast, maar alle desbetreffende bepalingen verkracht. Hier volgen enkele van deze bepalingen:

--Het bestaan en de vrijheid van de burgers moeten geëerbiedigd worden;
het is dus verboden hen te dwingen om direct of indirect in welken vorm ook deel te nemen aan de oorlogsoperaties;
--Het is verboden burgers als gijzelaars te nemen;
--Het is verboden loyaliteit van de burgers te eischen;
--De nationale wetten blijven van kracht en de rechters spreken recht in naam der wettige regeering (in ons land dus in naam der Koningin);
--De bezittingen der burgers mogen niet worden aangetast; zij mogen niet in beslag genomen worden, noch vernietigd, behalve door rechtstreeks oorlogs-geweld  b.v. door artillerievuur, wanneer zij in de gevechtszône komen te liggen;

Requisities zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a) alles moet contant betaald worden;
b) de requisities mogen het strikt noodzakelijke niet te boven gaan;
  aan de burgerij moet voldoende worden gelaten om te leven; zij mogen alleen geschieden ten behoeve van het leger en niets anders be   treffen dan levensmiddelen, logies (inkwartiering), kleeding, trans   portmiddelen, paardevoer en benzine.

Onrechtmatig is dus:
-Het arresteeren van gijzelaars, Joden, studenten, communisten, enz.;
-deportaties;
-het wegvoeren der manlijke bevolking van haar haardsteden;
-de dwangarbeid; dubbel onrechtmatig waar deze verricht wordt ten behoeve van de militaire operaties van de Duitschers; en nogmaals extra onrechtmatig waar deze arbeid levensgevaar met zich meebrengt;
-het in brand steken van huizen en dorpen; het verwoesten van het grondgebied en der haveninstallaties (wel mogen de havens onbruikbaar gemaakt worden door schepen te laten zinken);
-het doorsteken van dijken;
-en verder in het algemeen alle terreurmaatregelen, zooals het doodschieten van burgers als représaille;
-het uithongeren der bevolking;
-het verhinderen der  voedsel- en kolentransporten voor de burgerij;
-de massadiefstal der fietsen (welke niets te maken heeft met requisities voor het leger);
-de textielvorderingen en het leegstelen der winkels, grossierderijen en fabrieken ten behoeve van de Duitsche bevolking en den Duitsch-Nederlandsche zwarten handel;
-het stelen van spoorwegmateriaal, machines en dgl. en het verwoesten van fabrieken en installaties;
-de straat- en huisroof (zaklantaarns, levensmiddelen, sieraden, enz.)

Alles wat de Duitschers in ons land bedrijven is één groote schurkerij, één groot, mateloos groot onrecht, één onzegbare perfidie. Maar wij zullen niets vergeten, niets.
                                -o-

Het allernieuwste nieuwe wapen.
Het schijnt noodig te zijn, dat het Duitsche volk met fantastische berichten zoet gehouden wordt. Het propaganda-apparaat van heer Goebbels maakt thans weer melding van nieuwe Duitsche jagers, die in enkele seconden tijds met z'n zevenen vijftig geallieerde bommenwerpers neerschoten. De tijd, dat het voldoende was, dat de jagers van de aanvallende bommenwerpers er een per minuut neerschoten, schijnt lang voorbij. De geallieerden maken het Goebbels niet gemakkelijk; ondanks alle nieuwe en nog nieuwere wapens worden de aanvallen op Duitsch gebied steeds heviger. Als het zoo doorgaat, zal hij een wapen moeten uitvinden, dat de bommen-

                                -4-
werpers vernietigt, nog voordat ze uit Amerika in Europa zijn aangekomen. Hoe het zij, dit nieuwste aller nieuwe wapens zal wel weer dezelfde weg gaan als zijn voorgangers: de electrische mitrailleur, de nevelwerper en zoovele andere; dezelfde weg die ook heer Goebbels gaat, naar de vergetelheid.
                                    -o-

                         MILITAIR OVERZICHT.
   Na twee maanden wachten schijnt nu de groote aanval van de geallieerden in het Westen te zijn begonnen. Toen zij voor twee maanden hun groote opmarsch dwars door Frankrijk en België voltooid hadden, waren hun verbindingen tot scheurens toe gerekt; zelfs moesten zij op enkele punten hun front terugnemen, terwijl de Duitschers, door het terugvallen op hun depots, kans zagen voorloopig stand te houden. Deze twee maanden zijn door de geallieerden goed gebruikt om hun aanvoer te regelen en hun legers te hergroepeeren. Zoo werd b.v. het geheele 9e Am. leger onder generaal Stimson, waarvan na zijn landing, te Brest niets meer was vernomen, ingezet tusschen het 2e Br. leger en het 1e Am. leger, ten Noorden van Aken.   De troepenconcentraties van de geallieerden zijn overweldigend; b.v. alleen al in de streek tusschen Venlo en Malmédy staan twee complete Amerikaansche legers en de rechtervleugel van het 2e Br. leger. Langs het gehee- le front staan 7 geallieerde legers tegenover ongeveer 60 Duitsche divisies, waarvan het meerendeel incompleet.    De aanval welke Donderdag j.l. werd ingezet is dan ook op een schaal, welke de andere operaties van den oorlog in het Westen in den schaduw stelt. De voorbereiding tot den aanval werd uitgevoerd door een bombardement van meer dan 3000 toestellen, die op de streek tusschen de plaatsjes Heinsberg, Jülich, Eschweiler en Düren in twee golven een bommenlast van ruim 10.00 ton wierp. Van de genoemde plaatsen, die door de Duitscher waren verbouwd tot complete vestingen, bleef maar heel weinig over. Na dezen aanval kwam een artilleriebombardement, waarvan alleen de geallieerden het recept schijnen te kennen. Het werd uitgevoerd door kanonnen van alle kalibers van 7,5 tot 24 cm, en met een intensiteit, die van 2000 kg/sec werd opgevoerd tot 4000 kg/sec. De Duitsche soldaten, na dit bombardement gevangen genomen, waren volledig verdoofd en versuft door het geweld. Het bombardement bespaart de geallieerden heel wat manschappen; zoo werd een dorpje bij Heinsberg veroverd, waarbij meer den 180 Duitsche gevangenen werden gemaakt. De Amerikaansche verliezen bedroegen slechts 1 doode en 5 gewonden.    De tactiek, welke de Russen zoo vaak tegen de Duitschers hebben toegepast    in hun laatste offensieven, schijnt ook door de geallieerden met veel succes te worden gebruikt. Zij bestaat hierin, dat over de geheele lengte van het front op verschillende plaatsen afwisselend wordt aangevallen. Zoodoende krijgen de Duitschers niet de gelegenheid om door het steeds verplaatsen van hun reserves en hun pantser-strijdkrachten, het front stabiel te houden. Dat zij het toch probeeren, hetgeen blijkt uit het verplaatsen van het 9e pantserleger van het front tegenover het 2e Br. leger naar dat tegenover het 9e Am. leger en het brengen van versterkingen van het Zuidelijk deel van het front naar Metz, is een bewijs te meer voor hun gebrek aan reserves. De resultaten blijken dan ook onmiddelijk: door het verplaatsen van de Duitsche strijdkrachten naar Metz, was het 1e Fransche leger onder generaal Bétoir, in staat op te rukken tot den Rijn. Aan de andere kant is het natuurlijk nog een open vraag of alle doorbraak-pogingen zoo goed zullen slagen. De Duitsche bevelhebbers aan het Westfront (von Rundstedt, Model en Blaskowitz) zijn militair genoeg om te weten dat dit de laatste verdedigingsmogelijkheid voor Duitschland is. En zooals de binnenlandsche verhoudingen in het Derde Rijk thans zijn, ziet het er niet naar uit of zij zich zullen houden aan de tactiek van korporaal Hitler: aushalten bis zum letzten...
    Misschien dat zij door tijdig prijsgeven van te ver vooruitliggende stellingen en het doen van tegenaanvallen de ondergang van het Derde Rijk nog eenigen tijd kunnen uitstellen; de ondergang zelf afwenden, dat gaat niet meer.
                                    -o-