D E   N I E U W E   A M S T E R D A M M E R
                  Voortzetting van OP WACHT IN AMSTERDAM
No.10                                                      6 November 1944
                              FRONTNIEUWS
Westfront.
Ten Zuiden van de Schelde is het laatste Duitsche weerstandsnest bij Heyst geliquideerd. België is nu geheel bevrijd. In totaal werden in dit gebied 12.250 gevangenen gemaakt.
    Vlissingen en Domburg zijn bevrijd; de geheele kuststrook tusschen deze twee plaatsen is van Duitschers gezuiverd. Andere troepen naderen Middelburg. De Canadeezen zijn 2 Km over de Sloe-dam.
Geallieerde troepen hebben N.Beveland en Tholen, welke reeds door de Duitschers ontruimd waren, bezet.
    Ten Westen van den Bosch is een nieuwe aanval ingezet op de Duitsche troepen, die zich nog ten Zuiden van de Maas bevinden. De Engelschen zijn erin geslaagd het hardnekkig verdedigde afwateringkanaal over te steken en zijn 2 Km opgerukt. Ten Westen en Oosten van dit kanaal is de Maas-oever reeds in handen der Engelschen. De bruggenhoofden over de Mark zijn samengesmolten tot één bruggenhoofd en hier werden o.a. Fijnaart, Kreek en Terheyden bevrijd.
    De haven van Antwerpen kan binnenkort in gebruik genomen worden, daar alleen de mijnen in de Schelde nog geveegd moeten worden.
    Ten Z.O. van Aken hebben de Amerikanen in een plaatselijk offensief de plaats- jes Vossenack en Schmit veroverd; het laatste plaatsje moest echter weer ontruimd worden en werd daarna hevig met bommenwerpers aangevallen. In de Vogezen en de Ital. Zeealpen bij de Fransche grens zijn vorderingen gemaakt.

Luchtfront.
    De zware luchtaanvallen op Duitsland werden voortgezet en o.a. op Düsseldorf (4000 ton), Berlijn, Hamburg, Harburg, Hannover, Saarbrücken, het Ruhrgebied en Bochum. Vliegtuigen uit Italië hebben Regensburg, München, Augsburg er Linz gebombardeerd.

Verre Oosten.
    De Amerikanen hebben de aanval ingezet tegen de laatste groote plaats op Leyte, die nog in handen der Japanners is. Bij aanvallen op Cebu en Negros werden 37 toestellen op de grond vernietigd en 10 neergeschoten. Vliegende forten hebben voor de 2de maal in 24 uur Rangoon in Birma gebombardeerd.

Overige fronten.
De Russen zijn Boedapest tot op 3 Km genaderd. De Russ. artillerie beschiet het centrum der stad. Een voorstad op 6 Km afstand van Boedapest is in Russ. handen. De spoorlijn Boedapest-SZolnok dreigt afgesneden te worden; de troepen die zich nog aan het Theissfront bevinden, komen dan in moeilijkheden.

Oost-Pruisen. De Duitsche aanvallen ten Noorden en Zuiden van Goldapp zijn op de Russ. stellingen te pletter geloopen. In de loop van het gevecht konden de Russen bij een tegenaanval terreinwinst maken. De Duitschers hebben zware verliezen aan manschappen en materiaal.

Diversen.
Een zeer groot convooi is naar Rusland en terug gevaren zonder dat een enkel vrachtschip tot zinken werd gebracht. Alleen een klein hulpschip is verloren. In de Poolcirkel hebben groote eskaders Duitsche duikbooten herhaaldelijk aanvallen op dit convooi gedaan. Daarbij werden 3 duikbooten tot zinken gebracht en verscheidene beschadigd. De begeleidende vliegkampschepen hebben in totaal 1000 vlieguren gevlogen.
Engeland. De minister van luchtvaart heeft bekend gemaakt, dat in de maand October 100.000 ton bommen op Duitschland is geworpen. Dit is meer dan de Duitsche luchtmacht gedurende de geheele oorlog op Engeland heeft geworpen, de V 1. inbegrepen.
In Engeland werker momenteel 71,4 mill. vrouwen mee aan de nationale arbeid. 90% van deze vrouwen zijn ongetrouwd en tusschen de 18 en 45 jaar.
                                      -o-

                                      -2-
                          GEEN EMIGRATIE.
    In "Parool" van 2 November j.l. lezen wij uittreksels uit het Londen- sche blad "Vrij Nederland", waarin o.a. critiek wordt uitgeoefend op het bezoek van minister Welter aan Zuid-Amerika om daar een onderzoek te doen naar de mogelijkheid, dat land beschikbaar gesteld wordt voor door inun- datie getroffen Nederlandsche boeren.
    "Zijn we dan al zoo ver", aldus de schrijver in het Londensche "Vrij Nederland", dat we onze ondergeloopen gebieden hebben opgegeven en ons tot Zuid-Amerika wenden om hulp? Er zal nog heel wat moeten gebeuren eer we ten overstaan van de geheele wereld een bankroet erkennen." Er wordt dan verder gewezen op het bekende voorstel van minister van Kleffens i.z. annexatie van Duitsch grondgebied, welk voorstel ondanks de vele moeilijke zijden van dit vraagstuk toch een aanmerkelijk reëeler perspectief opent dan een kolonisatie in Zuid-Amerika.
    Vanzelfsprekend zijn wij het geheel met den schrijver dezer critiek eens, zelfs gaan wij nog verder en verwerpen het kolonisatiedenkbeeld volkomen.
    "Gouverner c'est prévoir". En men kan zeggen dat de regeering juist handelt door er rekening mede te houden, dat de annexatie niet plaats zou kunnen vinden, om welke reden dan ook. Maar dan ziet men over het hoofd, dat het kolonisatieplan, alleen al doordat het geopperd wordt, een verzwakking beteekent van het recht van Nederland op schadeloosstelling door annexatie van Duitsch grondgebied. En tegen deze verzwakking van ons recht protesteeren wij nadrukkelijk. Dit Nederlandsche recht is onaantastbaar en onze regeering heeft de plicht deze annexatie-eisch kategorisch te stellen.
    Wij accepteeren niet, dat onze boeren geëxporteerd worden naar Zuid- Amerika.
    Zeeuwsche boeren huizen op hun zolders; de Nederlandsche vlag waait boven de hoeve. Zij wachten geduldig af, geduldig en verbeten, op hun eigen grond; den eeuwenouden, bevochten in den strijd tegen de zee, den eeuwigen strijd van het Zeeuwsche volk, verzinnebeeld in zijn wapen.
    En zij zijn niet de eenigen.
    Hoe kan men deze mannen voorstellen om naar Zuid-Amerika te emigreeren? Wanneer emigratie noodig zou zijn, zouden Duitsche boeren dezen weg moeten gaan, Duitsche boeren, die als soldaten medehelpen om ons land te verwoesten en inundeeren, en die, voorzooverre zij niet als soldaat, S.S.man of wat dan ook, dienst deden, medeplichtig zijn, zooals het ge- heele Duitsche volk zulks is aan alle onrecht ons door het Derde rijk aangedaan.
    Het zal echter niet noodig zijn, dat Duitsche boeren emigreeren, want Duitschland bezit grond genoeg, veel en veel meer dan wij.
  Wij willen geen hulp bij de gratie van eenige regeering, hetzij in Zuid-Amerika, hetzij elders. Wij eischen ons recht.
    Daarom verzetten wij ons met uiterste nadrukkelijkheid tegen het opofferen van Nederlanders aan de Duitschers en hun schanddaden en gruwelen. En wij geven de geïnundeerde gebieden niet op, behalve, zooals van ouds aan onzen grooten vriend en vijand, de zee, wanneer hij onverbiddelijk zijn deel eischt.
    Wij zullen weer inpolderen, onze dijken herstellen, onze landen droog- malen. En wij zullen grondgebied nemen van den grooten roofstaat Duitsch- land, terwijl wij tevens zullen medewerken om aan zijn schijnbestaan als Reich een einde te maken.
                                -------

    Wij eischen ons recht, doch willen meer dan alleen dat, want wij wil- len ook medewerken aan de ontwikkeling van het internationale recht en zijn ordening, ontwikkeling tevens en vorming van cultureele gemeenschappen. Daarom staan wij voor het Reich te verdeelen in vier statengroepen zooals uiteengezet in no. 3 van "Schuld en Boete", alsmede internationale contrôle op deze groepen.

                                -3-
    Wij willen de volkeren niet vernietigen of economisch te gronde richten, want wij zijn geen nationaal-socialisten, maar voor deze volkeren de voorwaarden scheppen, waaronder zij zich tot beschaving, welvaart en rust kunnen ontwikkelen.
  Maar om te beginnen eischen wij ons recht, ons onvervreemdbaar recht op schadeloosstelling, want ook dit is een voorwaarde.
                                     -o-

                           DE STEILE WEG
    De oorlog loopt ten einde. Dat geven zelfs de voorzichtigsten toe. Onder deze omstandigheid is het begrijpelijk, dat men zich gaat bezighouden met de vraag, door welke maatregelen men een herhaling van dergelijke catastrofes kan voorkomen. Het is goed, dat men dat doet; doch dan willen wij vooropstellen, dat het alleen geschieden kan in een zoo ruim mogelijk verband.
    Wie uitsluitend streeft naar het voorkomen van oorlog, bestrijdt een ziekte slechts in haar verschijnselen. Oorlog is geen doel in zichzelf. Dat is hij vroeger wèl geweest. Dat is hij, voor sommigen zelfs kort geleden nog geweest. Dat is hij misschien nog voor een kleine kliek.
"Junkers" die meenen dat de hoogste roeping van den man op het slagveld ligt. Doch hoevelen zullen het nog zijn. Hoevelen zullen, met afgeschoten beenen, verblinde oogen, verminkte handen, aan het graf van vrouwen, kin- deren en vrienden nog beweren, dat een oorlog "frisch, und fröhlich" is?
    Oorlog is een uitbarsting, doch de ziekte schuilt dieper, onder de oppervlakte. Soms is het nog alleen maar machtsbegeerte, veroveringsdrang. Soms, zooals in het Duitsche geval tot tweemaal toe, is het bovendien de wensch, de gevolgen van een gevoerde bankroetpolitiek af te wenden, door er anderen voor te laten betalen in grondgebied, koloniën, handelsverdragen. Doch soms ook is het een geheel samenstel van spanningen, belangen- tegenstellingen, veroorzaakt door verschuivingen in beteekenis en groeikracht van volkeren en volkengroepen, waarmede de gevestigde verdeeling der wereldschatten geen rekening houdt.

    Stelt men in deze dagen de quasi-simpele vraag: hoe voorkomen wij in de toekomst een herhaling van dezen oorlog, dan is het antwoord: door Duitschland klein te krijgen. En als men dan verder vraagt: en hoe voorkomen wij een oorlog tusschen anderen? dan krijgt men van vijf uit de tien menschen heelemaal geen antwoord, en van vier anderen een vage formule hooren. "Dumbarton Oaks" zal men bij voorbeeld hooren. Doch ook Dumbarton Oaks is voorloopig nog maar een geluid.
  Hoe denkt men zich de inrichting van een wereldorganisatie? Om dat te beantwoorden, moet men eerst vragen: welke taak heeft een wereldorgani- satie?
    Het is de groote verdienste, en tegelijk het groote gebrek van Dum- barton Oaks, dat de plannen zich vooral schijnen te beperken tot het handhaven van de internationale orde.

      DE GROOTE VERDIENSTE.
Een wereldraad, een tribunaal, of zelfs een "Geneve" is ongeschikt om de eigenlijke conflicten, de eigenlijke tegenstellingen, die aan oorlogen ten grondslag liggen, op te lossen.
    Niemand kan in ernst gelooven, dat staten, in vergadering bijeen, met begrip voor elkander kunnen oordeelen over belangen die ook henzelf aangaan. Een dergelijk tribunaal neemt onherroepelijk de gestalte van een rechtbank aan, en de rechtzaal is misschien geschikt om voorschriften te doen naleven, doch zij is de slechts denkbare plaats om eens rustig over de oplossing van belangenstrijd te praten. Wil Dumbarton Oaks daarom iets beteekenen, dan moet met kracht worden vastgehouden aan de eisch, dat de "wereld-raad" zich strikt bepaalt tot handhaving van voorschriften!

    HET GROOTE GEBREK.
Het gevaar, dat schuilt in Dumbarton Oaks, is dat veel menschen geneigd zijn, de oplossing van alle werkelijk groote moeilijkheden te verwijzen naar het gebied, waar vage, universeele redmiddelen uitkomst moeten geven. Met magische woorden stelt men zichzelf en anderen dan gerust. "Een soort Volkenbond" moet het maar opknappen. Daarmede is  de persoonlijke verantwoordelijkheid opgeheven, de belang stelling geblust, de zaak afgedaan. Dat is steeds gevaarlijk, doch

                                -4-
dubbel gevaarlijk, wanneer dergelijk magisch vertrouwen wordt gegeven aan een instituut, dat naar zijn natuur ongeschikt is om de gewenschte functie te vervullen, en zijn eigenlijke functie alleen kan vervullen zoolang het niet belast is met werk, waartoe het niet te gebruiken is.
    Dumbarton Oaks dreigt zulk een "geluid" te worden; een magisch redmiddel, een universeel geneesmiddel. Daartegen willen wij met klem waarschuwen. Er kan veel goeds uit Dumbarton Oaks voortkomen, doch alleen, als men zich realiseert, dat het een waardeloos paradestuk is, wanneer zich niet daarnaast het streven naar internationale aaneensluiting daad- werkelijk kristalliseert.
    Men moet zich goed duidelijk maken, dat het een ieders persoonlijke verantwoordelijkheid is, verder te streven naar werkelijke internationale aaneensluiting. Het is een moeilijke weg dien wij aanwijzen. Een steilen weg. Doch dien steilen weg moeten wij gaan. En het is deze steile weg, die ons werkelijk verder brengen zal.
                                -o-

              NEDERLANDSCH INDIE.
De regeering heeft voor Nederlandsch Indië een vijf- jarenplan ontworpen voor den wederopbouw, waarvan de kosten beraamd zijn op $ 2,4 milliard. Het plan voorziet in de verschaffing van voedsel, medische hulp, kleeding en woningen, terwijl verder voor het herstel van verkeer, industrie, cultures, mijnbouw enz. werktuigen en machines beschikbaar worden gesteld.
Het plan is op vijf jaar beraamd, omdat verwacht wordt, dat het zeker dien tijd duren zal, alvorens de bedrijven weer rendeeren. Directeur van den wederopbouw is Dr. P.H.W.Sitsen, thans op weg naar Australië.
                                -o-

        ECONOMISCHE SAMENWERKING.
In het Engelsche blad "The Economist" wordt gesproken over nauwere samenwerking tusschen de West-Europeesche staten, te weten Groot-Brittannië en de vijf westelijke continentale mogendheden Frankrijk, België, Nederland, Denemarken, Noorwegen. Uitteraard beziet het blad dit vraagstuk hoofdzakelijk vanuit den economischen hoek. Het ageert voor vermijding van werkeloosheid, alsmede voor het sluiten van een tariefverbond tusschen genoemde staten, dus opheffing van de economische grenzen. Een goed denkbeeld.
Welvaart is een zeer belangrijke voorwaarde voor vreedzame ontwikkeling, zoowel nationaal als internationaal. De algemeene welvaartspolitiek der XVIIe eeuw heeft ons dit voldoende geleerd. Men schimpt graag op de regentenheerschappij en wij erkennen haar gebreken, maar moeten toch niet in de fout vervallen ook haar groote waarde te erkennen, speciaal in economisch opzicht.
Er waren toen zeven provincieën, die poogden samen te werken binnen het gebrekkige kader van de Unie van Utrecht. Het ging alles moeilijk en hortend en somtijds tumultueus. Maar tenslotte ontstond harmonie. "The Economist" propageert de idee der economische samenwerking tusschen zes staten. Laat ons dit denkbeeld in ernstige en ook welwillende overweging nemen en trachten uit te maken welk belang bij verdeeldheid zij hebben, die zich ertegen verzetten.
                                        -o-

                  EEN PLAIZIERIG ARTIKEL.
In Vova schrijft Henk Plaizier, dat de bezetting door de N.S.B.ers gevoeld wordt als een druk, die hun nationale gevoelens kwetst. Wonderlijke nationale gevoelens houden sommige menschen er op na. Men verraadt en verkoopt zijn landgenooten, loopt zich het vuur uit de sloffen om zijn vaderland te helpen verwoesten en de inwoners te vermoorden. Men schuwt geen enkelen vorm van landverraad, noch hoogverraad. En vroolijk en wel verklaart men, wanneer het kanongebulder van de geallieerde legers nader komt: wij hebben samengewerkt met den bezetter, omdat wij de belangen van ons v o l k willen dienen. Sic! En als klap op de vuurpijl: de bezetter is niet de vijand.
Heer Henk Plaizier schijnt onpleizierig te transpireeren den laatsten tijd.
                                        -o-

                      LAATSTE NIEUWS.
Geertruidenherg en Heusden bevrijd. De geheele zuidoever der Maas, van 's Hertogenbosch tot het Volkerak, met uitzondering van 2 kleine Duitsche bruggehoofden bij Moerdijk en Willemstad; nu in geallieerde handen. Straatgevechten in Middelburg.
                                -o-

Website
Inform.