Website
inform.


9 SEPTEMBER 1939                       12 1/2 cent

Wereldgebeuren
SPECIALE REEKS VAN HET MAANDBLAD CULTUUR
REDACTIE: MR.DRS.A.BÖRGER

INHOUD Dus toch ... Oorlog Onze neutraliteit Wie is verantwoordelijk ? De Westwall Diversen Ongerijmdheden Toen (1914) en nu Menschen



*****************************************
In deze bewogen tijd hebben wij gemeend aan een veelvuldig verzoek om meer objectieve voorlichting, te moeten voldoen.
Naast de gewone nummers van Cultuur welke in het vervolg op den 20sten van elke maand zullen verschijnen, komt een speciale reeks, "Wereldgebeuren" die op den 8sten verschijnt. De prijs voor deze reeks bedraagt f 1.50 per jaar; gecombineerd met Cultuur 3.- per jaar. (Donateurs v. d. Studie-kring ontvangen deze reeks niet gratis).

Administratie W. L. Salm & Co., Nes 53 Amsterdam Postgiro 247718.
******************************************



Dus toch .....
OORLOG

Dus toch ! was de ontboezeming, welke ons ontsnapte, toen wij vernamen, dat Hitler in den nacht van Woensdag op Donderdag 24 Aug. het non-agressiepact met Stalin gesloten had. Want vanaf dat moment stond vast, dat hij den oorlog tegen Polen zou ontketenen, omdat hij een oorlog wil.
Herhaaldelijk heeft hij gezegd, dat hij vredelievend is en het Duitsche volk de verschrikkingen van een oorlog wenscht te besparen, maar zooals alle verklaringen van Hitler is ook deze principieel niet veel waard. Hij is alleen maar voorwaardelijk bereid niet ten oorlog te trekken n.l. onder de voorwaarde, dat hij alles krijgt wat hij eischt. Geeft men hem dit niet, dan verwijt hij de tegenpartij Duitschland tot een oorlog te drijven en dekt dan zijn eisch door er het woord "recht" op te plakken.
Het verdrag met Rusland is overigens de handigste domheid, welke het nazi-regime kon begaan, aangezien het door dit verdrag de internationale basis onder het nazisme wegslaat, nog afgezien van de bres, die erdoor geslagen werd in de eigen gelederen.
Deze kant der zaak zullen wij echter voorloopig buiten beschouwing laten en ons beperken tot de internationale gevolgen van het verdrag.
Hitlers anti-bolsjewisme was een der machtigste steunpilaren voor zijn bewind, aangezien internationaal de groot-industrieelen, zoowel als de grootgrondbezitters

1

benevens een belangrijk deel der boeren en talrijke middenstanders zijn beweging uit dien hoofde gunstig gezind waren, dus uit puur eigenbelang. Dit feit was ook daarom voor hem zoo veelbeteekenend, omdat zeer invloedrijke kringen der Lords, die tot de eerste voornoemde groepen behoorden en in nauwe relatie stonden met Chamberlain, het telkens weer voor hem opnamen en hem - in de periode van zijn strijd om de macht - zelfs enorme sommen fourneerden om zijn overwinning te bewerkstelligen.
Hitler, de doodsvijand der bolsjewisten !
Allen, die reactionnair waren en zeer velen, die een op economische macht gebaseerde maatschappij geprivilegeerde positie bekleedden, hadden een zwak voor den "beschermer der Europeesche cultuur."
De beschermer heeft zijn dankbaarheid getoond door hen de bitterste teleurstelling van hun leven te bezorgen op het moment dat von Ribbentrop de historische woorden uitsprak : "De Führer en Stalin zijn vrienden geworden."
Toen Hitler zijn internationale basis onder zich wegsloeg, stelde hij zich buiten de Europeesche samenleving. En aangezien hij voortdurend in den aanval is en op dat moment zelfs in hooge mate, was het zeker dat hij tot den oorlog besluiten zou, tenzij machtige binnenlandsche krachten zich tegen hem zouden verzetten. Maar deze ontbraken ten eenenmale.
Het verdrag met Rusland, gepaard met handelsovereenkomsten, moest hem de illusie geven, dat hij vrijwel onbeperkt over de Russische rijkdommen zou kunnen beschikken; een vergissing, welke hij op den duur wel zal merken, want eerstens beschikt Rusland niet over enorme overschotten voor uitvoer en ten tweede is er nog de zeer groote moeilijkheid van het transport en ..... van de betaling.
De Wilhelmstrasse meende een geweldig succes behaald te hebben, maar beging een enorme blunder, welke min of meer tot de leiders moet zijn doorgedrongen, toen Groot-Brittannië het verdrag met Polen onderteekende.

Evenals verleden jaar had Hitler zich opzettelijk in een impasse gebracht en evenals verleden jaar rekende hij erop, dat Chamberlain zou omvallen. Maar terwijl hij zulks in 1938 van te voren zeker wist, dank zij zijn Engelsche adellijke vrienden, wist hij het ditmaal in het geheel niet. Hij gokte en wierp tenslotte triomphantelijk de Russische troefkaart op tafel; echter zonder eenig effect te sorteeren, behalve voornoemd Engelsch-Poolsch verdrag.
Dat Engeland dit keer niet overstag zou gaan was te voorzien, omdat het voor dit land niet om Danzig gaat, noch om Polen, maar om het Britsche wereldrijk. Na Polen zou de Balkan aan de beurt komen en daarna Frankrijk, stuk voor stuk vlgs. het systeem van den Führer, waarbij dan vanzelf België en ons land worden ingerekend. En dit zou beteekenen, dat Duitschland, grenzende aan de Noordzee en den Atlantischen Oceaan alle Britsche imperiale zeewegen onder zijn contrôle zou hebben.
Alleen een dwaas gelooft, dat de Britten dit ooit zouden dulden. Wel had Hitler bezworen, dat hij geenerlei ambities heeft naar het Westen; maar wie gelooft zulks? Zelfs Stalin niet.
Met dat al is niet te ontkennen, dat men hem meer dan één kans gegeven heeft om uit de impasse te geraken, toen hij wist dat Engeland Polen te hulp zou komen (want dit is hem vaak genoeg verzekerd) maar hij wilde niet.
Het is mogelijk, dat hij alle nadrukkelijkheid ten spijt, de Britsche verklaring niet geloofd heeft.
Maar waarschijnlijk is, dat hij al te bereid was om ze niet te gelooven, omdat hij een oorlog noodig heeft ter afleiding van de binnenlandsche moeilijkheden. Nationaal-socialisme is in economischen zin oorlogseconomie en moet dus onherroepelijk tot een katastrophe voeren.
Negentig milliard heeft hij vlgs. zijn zeggen in 6 jaar tijds uit het Duitsche volk geperst en omgezet in vernietigingswerktuigen en wat daar bij behoort. Tegen een dergelijk beleid is geen volk bestand en het is alleen maar te voeren door menschen, die geen flauw besef hebben van economie.
In dit verband - de afleidingsoorlog - is interessant een opmerking in een zijner proclamaties : "Wij hebben NIETS te verliezen, alles te winnen."

2

Daarom kan hij gemakkelijk "alles" op het spel zetten, want alles is toch al verloren.
Hoe deze oorlog verloopen zal is niet te voorspellen, behalve in één opzicht: het nationaal-socialisme zal erin ondergaan, want het is oorlogsorganisatie in vredestijd, als voorbereiding voor den oorlog, en houdt dus op te bestaan met den oorlog.
Hierbij komt, dat het moreel van het Duitsche volk niet veel zaaks kan zijn, omdat de terreur voor den oorlog reeds zoo groot was, dat het erdoor gebroken moest worden.
Terreur - angst - is het slechtste middel om een volk duurzaam in bedwang te houden, want geen mensch verdraagt op den duur de angst voor alles en iedereen, ook niet het Duitsche volk, dat per slot van rekening een cultuurvolk is. Hoe serviel het ook zijn moge en hoe groot de kloof tusschen intellect en massa, per slot van rekening heeft in Duitschland niet tevergeefs de stem der vrijheid weerklonken buiten alle politiek om; denken wij slechts aan Heine, Schiller, Goethe enz. Daarom moet de vrijheidsgedachte in Duitschland weer herleven, zal het volk weer willen luisteren naar de stemmen der vrijheids-voorkampers, wanneer het proefondervindelijk tot de conclusie gekomen zal zijn, dat nazisme en militairisme slavernij is en dus geestelijke en materieele armoede.
Als deze oorlog voorbij is, zal het geestelijke en geographische aangezicht van Europa grondig gewijzigd zijn, zoo grondig dat velen het niet zullen herkennen, want de moderne oorlog is de geestelijke en materieele ruïne.
Maar Europa heeft dezen weg gekozen en zal hem moeten gaan tot het bittere einde.

Onze NEUTRALITEIT

Onze regeering heel de volstrekte neutraliteit afgekondigd. Voordien had Duitschland reeds doen weten, dat het onze neutraliteit strikt zou eerbiedigen. Zooals elke verklaring van het nazi-régime is ook deze volkomen waardeloos. Dat het momenteel onze neutraliteit erkent, wordt veroorzaakt door het feit, dat wij een gratis verlengstuk van de Westwall zijn en dus een bescherming vormen tegen Engeland, dat evenals Frankrijk voor de moeilijke opgave staat waar het Duitschland moet aanvallen.
Bovendien is ons land, gezien de betrekkelijk zware bewapening, niet zoo eenvoudig te bezetten, aangezien in den modernen tijd de aanvaller driemaal zooveel mannen in het veld moet brengen als de verdediger.
Natuurlijk zijn wij geen partij voor Duitschland, maar het kan momenteel niet voldoende troepen onttrekken aan zijn legers om ook ons land erbij te nemen. Op den duur echter is het allerminst zeker, dat het ons zal blijven ontzien, want voor het hedendaagsche Duitschland geldt zeer zeker het woord van 1914 :
Not kennt kein Gebot.
Merkwaardigerwijze waren vele lieden in ons land voor eenige dagen bevreesd, omdat Engeland niet een gelijkluidende verklaring had afgelegd. Dit bewijst een gebrek aan inzicht in de Engelsche mentaliteit. Men weet in Londen, dat wij op dergelijke ongevraagde vriendelijkheden niet gesteld zijn en is gentlemanlike genoeg om ons er dan niet mede lastig te vallen.
Waarmede wij niet willen zeggen, dat de Engelschen heiligen zijn; integendeel, want dan zouden zij geen wereldmacht vormen.
Maar in elk geval hebben zij verklaard, dat zij ons niet zullen aanvallen, zoolang de tegenpartij onze neutraliteit eerbiedigt; hierin zit een reserve, want waarschijnlijk zal men in Londen uitmaken of zulks het geval is; maar daartegenover staat dat de Engelsche beloften niet zonder meer volkomen waardeloos zijn, omdat het Engelsche volk niet zoo gemakkelijk alles slikt als het Duitsche.

3

Wie is
verantwoordelijk?

HITLER. Deze man heeft den oorlog ontketend. Zijn schuld staat vast. Hij heeft niet willen onderhandelen.
En nu het zoover is leest men in de buitenlandsche pers de scherpste uitlatingen over hem, worden in het Britsche parlement en de Fransche Kamer woorden gesproken, die herinneren aan de bekende uitspraak van Duff Cooper: "een driewerf meineedige verrader".
Eerst nu constateert de "Times", dat Hitler niet de man is om mede te onderhandelen; zegt de Labourleider Greenwood, dat hij het niet mogelijk acht, dat Hitler een overeenkomst sluit, die hij niet bereid zou zijn te verraden; spreekt Herriot van Hitlers brutaliteit, valschheid en cynisme.
Eerst nu!
Dit alles echter was reeds duizendmaal gezegd door niet-politici, door wetenschappelijke beoordeelaars.
Hitlers schuld staat vast, maar daarmede om te beginnen tevens die van zijn aanhangen en opzettelijke begunstigers.
Onder deze laatsten rekenen wij al diegenen, die Hitler en Mussolini geholpen hebben bij hun opkomst en daarna. Wij denken aan die Engelsche Lords, die Hitlers partij kozen, omdat hij z.g. tegen het bolsjewisme streed; aan de grootindustrieelen, zooals Henry Deterding en consorten; Thyssen, Krupp, Dupont de Nemours enz.; aan de nationaal-socialistische bewegingen in aller heeren landen en haar mantelorganisaties en gelijkgerichte ondernemingen, zooals ten onzent Nationaal Herstel.
Al diegenen dus, die bewust en gedreven door eng en kortzichtig eigenbelang hem hebben ondersteund en toegejuicht.
Wanneer wij dus over Hitlers schuld spreken, bedoelen wij daarmee niet te zeggen, dat hij alleen schuldig is.
"Ich bin der Trommler" heeft hij eens gezegd; inderdaad, hij wist hoe op de volksinstincten te speculeeren en daarom is hij gebruikt door en ten behoeve van de duizenden, die meenden aan zijn "ideologie" te kunnen verdienen; door en ten behoeve ook van de land- en volksverraders, die zich in zijn dienst stelden.
Natuurlijk valt het niet te ontkennen, dat hij zich persoonlijk verantwoordelijk stelde en nog steeds stelt voor al wat het Duitsche volk sinds 1933 deed. Hij heeft zich alle hoogste rangen in het rijk toegekend, een grenzelooze verantwoordelijkheid op zich genomen, des te lichtvaardiger omdat hij ongeschoold is en dus de moeilijkheden niet inziet, welke aan het bestuur van een land verbonden zijn, de gecompliceerdheid van het maatschappelijke en politieke leven niet begrijpt. Zijn politiek heeft hem onweerstaanbaar in den oorlog gedreven, toen zijn systeem: alle bruggen achter zich te verbranden onverwacht (d.w.z. voor hem onverwacht) faalde.
Men zal misschien opmerken, dat hij lang geaarzeld heeft. Dit heeft echter niets te maken met inzicht en verantwoordelijkheidsbesef.
Hitler is besluiteloos, bovendien bang voor Engeland en tenslotte bijgeloovig.
Zooals bekend zegt zijn horoscoop, althans een al andere horoscooptrekker heeft hem zooiets eens verteld, dat de maanden Maart en September voor hem gunstige maanden zijn. Het verdient dan ook opmerking, dat de oorlog met Polen den eersten September is begonnen.
Ondanks alles wat omtrent Hitler geschreven en gezegd werd door serieuse lieden, ondanks alle feiten, welke door iedereen geconstateerd konden worden, heeft men hem en zijn satellieten en buitenlandsche na-apers altijd au sérieux genomen, waaruit een bedenkelijk gemis aan critisch vermogen blijkt.
Hoe was het mogelijk, dat iemand, die ooit een zijner Rijksdagredevoeringen aanhoorde, dezen man ernstig kon nemen?

4

Alles theater met knaleffecten.
De nieuwste vondst was het aantrekken van het soldatenpakje. Men begrijpe echter wel, dat hij zelf erin gelooft.
Niet te ontkennen valt, dat de Führer somtijds feitelijke waarheden als koeien zegt; maar hierbij moet in het oog gehouden worden, dat hij ze niet mag aanvoeren ter verdediging van zijn doen en laten, omdat hij ze alleen beweert om het onrecht en het geweld, door zijn land gepleegd, te dekken.
Wij hebben in "Cultuur" vaak genoeg gewezen op de schandelijke onrechtvaardigheden van het verdrag van Versailles; Hitler echter doet niet anders dan het "Diktaat" afbreken door nieuwe "Diktaten" te scheppen.
Ook hebben wij - en wij waarlijk niet alleen - telkens weer gewezen op de noodzaak van economische dwangmaatregelen, opdat het gevaar bezworen zou worden. Men koos echter den anderen weg en zoodoende zijn wij thans in den oorlog terecht gekomen. EUROPA WAS WEL BEREID DEN BLOEDPRIJS TE BETALEN, MAAR NIET DEN GOUDPRIJS.
En zoodoende trekt de jeugd van Europa weer ten strijde, evenals in 1914 "voor vrede, vrijheid en democratie". De resultaten van 1914 hebben ons bitter weinig geleerd.

CHAMBERLAIN. "God weet, dat ik mijn best gedaan heb".
"Mijn hoop ligt in puin."
De Britsche premier sprak met ontroerde stem en later op den dag zei ook Daladier, dat hij ten zeerste ontroerd was.
Wij gelooven deze ontroering gaarne en nemen acte, maar denken tevens aan het klassieke gezegde, dat de goden hen, die zij verderven willen met blindheid slaan. Dit geldt niet alleen voor Hitler.
Hoe is het mogelijk, dat iemand niet inziet, dat in een wereld, waarin ieder zichzelf EN ALLEN ELKAAR bewapenen, de oorlog permanent voor de hand ligt. Temeer wanneer de leiding van de bewapeningswaanzin en van de wederzijdsche oorlogsbedreiging in handen ligt van iemand als Hitler.
De Füher was de dirigent van dit ballet des doods.
Aan hem werd het initiatief overgelaten. Noch Chamberlain, noch Daladier wisten iets tegen hem te ondernemen. Is het dan teveel gezegd, wanneer wij beweren, dat Europa geen werkelijke staatslieden heeft.
Tot economische dwangmaatregelen wilde men niet overgaan; integendeel werd er nadrukkelijk naar gestreefd de handelsbeweging met Duitschland te verlevendigen.
De commercieele belangen wogen o zoo zwaar; een boycot zou het economisch leven teveel ontwrichten. En zoodoende hebben wij dan nu oorlog, de grootste ontwrichter, die denkbaar is.
De handel zou de nadeelen uit een boycot voortvloeiende niet kunnen verdragen. Goed. Maar waarom sprong dan de staat niet bij? Nu werd toch wel onmiddellijk door het Britsche parlement een bedrag van £ 500.000.000.- gevoteerd voor de eerstvolgende 6 maanden.
Chamberlain is een oud man en tevens een zakenman; voor hem wordt alles beheerscht door het zaken-doen, ook de politiek. Een staatsman is hij niet, evenmin als Hitler, die eerder het tegendeel is.
Chamberlains zakelijke opvatting, dat het vanzelfsprekend is, dat men een overeenkomst naleeft, beheerschte bovendien zijn houding tegenover Hitler en Mussolini; het drong niet tot hem door, dat deze heeren er principieel andere opvattingen op na houden omtrent overeenkomsten.
Zijn helderste minister Anthony Eden ontsloeg hij, toen deze hem waarschuwde en op handhaving van de Volkenbondsbeginselen aandrong. Chamberlain ging brieven schrijven over zaken doen, kwam bij den duivel te biecht en thans van een koude kermis thuis.
Nu ligt zijn hoop in puin en nu wordt de jeugd van Europa weer den dood ingejaagd.

5

Hij heeft niet willen luisteren, wist alles beter, wierp zichzelf op als internationaal bemiddelaar, besliste niet slechts over nationale, maar ook over de internationale vraagstukken en stelde zich zoodoende verantwoordelijk voor den gang van zaken in de wereld en dientengevolge is hij mede-aansprakelijk voor het uitbreken van den oorlog, al heeft hij dezen niet gewild.
Nu zegt hij tegen het Duitsche volk, dat de Führer principieel zijn woord breekt maar destijds ontstak hij in toorn over degenen, die hem dit vertelden.
Met de hardnekkigheid van een grijsaard, die zich vastklampt aan een wereldbeeld dat niet meer bestaat en die bovendien gelooft, dat heel het menschengeluk afhangt van zaken-doen, bleef hij zijn opvattingen doordrijven en liet inmiddels zooveel wapens en grondstoffen aan Duitschland leveren, als dit land betalen kon.
Zijn gebrek aan inzicht en staatsmanskunst is niet minder dan verbijsterend.
Hij heeft niets ondernomen om Hitler het oorlogvoeren onmogelijk te maken, maar alles om Engeland in staat te stellen Hitler-Duitschland in een oorlog te weerstaan en inmiddels naar twee kanten te verdienen. Zijn vredespolitiek was principieel fout. Is het dan te verwonderen, dat zijn hoop in puin ligt.

MUSSOLINI. De Duce weet nog niet, welke partij hij kiezen zal : Hitler of de geallieerden. Hitler heeft hem met steun van Mussolini's schoonzoon Ciano (die naar verluidt door Grandi, den Italiaanschen minister van Justitie als imbecil gequalificeerd is) steeds meer in zijn macht gekregen. Gaat hij met Hitler mede, dan deelt hij in de nederlaag; kiest hij de partij der geallieerden, dan loopt hij gevaar om zijn loon bedrogen te worden, zooals Italië in 1919 door hen bedrogen werd. Weliswaar heeft Mussolini hieraan gedeeltelijk zijn opkomst te danken, maar het stemt hem zeker niet tot dankbaarheid en evenmin tot vertrouwen.
In het Britsche en Fransche parlement werden den Duce vele woorden van lof toegezwaaid voor zijn vredespogingen, maar hij weet zeer goed, dat het daarom thans niet gaat, maar om hem van de as los te krijgen. De democratiën hebben geenerlei bezwaar om met het fascistische Italië samen te werken met het doel het fascistische Duitschland neer te slaan terwille van vrede, vrijheid democratie. Mussolini moet er echter rekening mee houden, dat wanneer Duitschland verslagen is, het niet is uitgesloten, dat de democratische mogendheden hem, den Duce, het pistool op de borst zetten.
Het opnemen van Anthony Eden in het Britsche kabinet zal hem niet mild stemmen, maar anderzijds weet hij, dat de Führer zijn vriend niet is, al diens betuigingen van innige verknochtheid ten spijt. Hij weet zeer wel, dat Hitler maar één vriend heeft, dien eenen over wien hij voortdurend spreekt in den Rijksdag : Adolf Hitler.
Van groot belang is wat men Mussolini bieden zal. Destijds heeft Laval hem Abessynië geboden; wat zal men thans doen? Bovendien - welke garanties kan men hem geven, zoo dat hij erop rekenen kan, dat men althans op het oogenblik eerlijk van plan is de beloften gestand te doen en zich niet tegen hem te keeren? Het behoeft geen betoog, dat de Duce, al zijn vredespogingen ten spijt, medeplichtig is aan het uitbreken van den oorlog; in hooge mate zelfs, want niemand heeft Hitler meer gesteund en opgehemeld, dan juist hij.

STALIN. Zoo over iets, dan was er ontsteltenis over het "monsterverbond"

Stalin-Hitler. Waarom eigenlijk?
Stalin wantrouwt Hitler-Duitschland niet meer, dan de democratieën, die destijds trachtten Hitler naar het Oosten, d.w.z. tegen Rusland af te leiden; hij heeft herhaaldelijk zijn antipathie tegen de democratieën in het openbaar uitgesproken.
Stalin is een zeer middelmatig man, opportunistisch, z.g. realistisch, wiens buitenlandsche politiek overigens altijd is mislukt; al wat hij in China, Duitschland (vóór 1933) en Spanje ondernam en ook de Volksfrontpolitiek is op niets uitgeloopen.

6

Dat hij een kampioen zou zijn voor vrijheid en recht, kan slechts opkomen in de hoofden van politieke illusionisten. Dat hij communist en internationalist zou zijn, alleen in de hoofden der partijcommunisten.
Stalin is voor alles Stalinist en verder nationalist.
Onder Stalinisme verstaan wij : de politiek van economische opbouw van Rusland onder den vorm van staatskapitalisme en door middel van de persoonlijke dictatuur steunende op terreur.
Het principieele verschil tusschen Stalin en Hitler in dat de eerste Rusland economisch ontwikkelt, terwijl de laatste Duitschland economisch te gronde richt.
"Ik heb 90 milliard uitgegeven voor bewapening" zei de Führer vol trots.
Dit beteekent niet, zooals de "Tribune de Genève" vlgs. citaat in "Het Volk", beweert, dat dus "de waarheid" is, dat Duitschland rijk was en zeer gemakkelijk aan zijn verplichtingen had kunnen voldoen en gelukkig en in vrede had kunnen leven", maar enkel, dat Hitler kans gezien heeft de laatste welvaart van het Duitsche volk op te offeren op het altaar van den oorlogsgod.
De conclusie van de "Tribune" is wel wat erg oppervlakkig en getuigt van onwil of onwetendheid omtrent de toestanden in Duitschland.
Om het uitmergelingsproces te voltooien, gaat het land nu oorlogvoeren.

Stalin kan er als Stalinist en natonalist geen bezwaar tegen hebben, dat de Europeesche mogendheden elkaar uitputten; hoe meer des te liever, dan heeft hij rust aan de grenzen, want geen hunner is hem vriendschappelijk gezind.
Hij gaf Hitler een vrijbrief; hij haat Hitler-Duitschland evenzeer als Groot- Brittannië, dat op zijn beurt Rusland nimmer gunstig gezind was, ook niet ten tijde der tszaren.
Engeland is een wereldmacht en Rusland bezit een-zesde der wereld.
Door den vrijbrief te geven heeft Stalin zich mede verantwoordelijk gemaakt voor wat betreft het uitbreken van den oorlog - anders dan Hitler, die blindelings naar den afgrond schrijdt : anders ook dan Chamberlain, die eigenzinnig en betweterig zijn politiek doordreef, een politiek, welke niet vrij was van egoïsme t.a.v. het nageslacht (de jeugd). Was zijn triomphkreet verleden jaar niet : Peace for OUR time!.... Hij is 70 jaar!
Stalin is koel berekenend; maar de gevolgen overziet hij niet. Hierover te spreken zou ons te ver voeren en dus willen wij volstaan met de opmerking, dat een eventl. revolutie na Hitler in Duitschland het Stalinisme niet onberoerd zou laten. Dit is het ongewilde, maar positieve element in Stalins cynisme.

DE WESTWALL

Volgens de opvatting van een Fransch officier, waaromtrent wij kortgeleden lazen, is de Siegfriedlinie te nemen tenkoste van 2.000.000 man. Ofschoon generaals nogal royaal zijn met menschenlevens, komt het ons voor, dat de prijs voor de linie te hoog wordt in verband met het totaal aan menschen- materiaal temeer waar een degelijke berekening toch altijd betrekkelijk willekeurig is; het zouden er in de practijk evengoed 3.000.000 kunnen zijn, of "slechts" 1.000.000.
Het eenige wat wij van de Westwall weten is, dat hij veel minder sterk is, dan de Maginotlinie, die vlgs. deskundigen practisch onneembaar is d.w.z. ten koste van 15 à 20.000.000 menschenlevens.
De Duitsche linie is veel te haastig gebouwd en er is op tamelijk groote schaal gesaboteerd door de arbeiders. Wanneer de Franschen de linie zouden willen aanvallen, zouden zij om te beginnen steekproeven moeten nemen en op grond daarvan uitrekenen hoeveel menschen een algemeene aanval kost.
Waarschijnlijker is dat de geallieerden weer zullen trachten vanuit de Balkan aan te vallen; zij hebben daar alreeds een belangrijken bondgenoot : Turkije en wanneer Carol van Roemenië een weinig soepelheid betoont, zou Winston Churchill zijn krachten weer aan deze zaak kunnen wijden.

7
Diversen

Aan de "Neue Weltbühne" van 24 Aug. l.l.ontleenen wij een verhaal voor de juistheid waarvan de schrijver absoluut instaat, omdat hij nauwkeurige bevestiging heeft ingewonnen.
De geschiedenis speelt zich af in Praag en luidt als volgt : Tot voor korten tijd lag in de burcht - het Hradschin - een wacht van Duitsche soldaten. Er is toen iets zeer merkwaardigs voorgevallen. Een soldaat van de wacht was flauw gevallen en zijn kameraden wilden een ziekenauto laten komen.
In het wachtlokaal liggen twee alarmschellen naast elkaar : een voor de ambulancedienst en een voor het overvalcommando. In de verwarring hadden de Duitsche soldaten beide alarmbellen in beweging gesteld, en nu raasde -lang voordat de ziekenauto arriveerde - de auto van een tschechisch overvalcommando voor. De politie-agenten springen, gereed om aan te vallen, met de wapens in de vuist van hun zitplaatsen; gevolg : de Duitsche soldaten werpen de geweren weg en steken de handen omhoog.
De manschappen van de wacht werden door een bijzondere afdeeling van de SS gearresteerd; de bevelvoerende officier heeft, naar men zegt, zelfmoord gepleegd.

Dit verhaal is niet van dien aard, dat men er den indruk door krijgt, dat het moreel der Duitsche troepen erg schitterend is.
Wij willen hier natuurlijk geen conclusies uit trekken omtrent het uithoudingsvermogen der Duitsche soldaten, want de Duitscher is nu eenmaal een gehoorzaam mensch - een van zijn groote gebreken overigens - en dus zal hij ook nu wel weer gehoorzamen, zij het ook zonder heldenmoed, zijn plicht doen, zooals dat heet.
Maar wanneer in een veroverd land de soldaten al zoo gauw hun wil tot overgave toonen, hoe moet het dan gaan in een land, waarin gevochten wordt?

*

Hedenavond (5 Sept) hoorden wij door de radio een toelichting van Havas op de Fransche legerberichten, welke noodig was, omdat het publiek ze te laconiek en nietszeggend vond. Er werd immers nog geen doode in vermeld.
Het is typeerend, dat men erop zit te wachten, dat het nu eens flink zal losgaan. Ook wij hoorden van meerdere zijden opmerkingen als die, waarop het bericht van Havas blijkbaar doelde.
Dit ongeduld is niet altijd bloeddorstigheid, ofschoon er heel veel zijn, die zitten te wachten om te vernemen, dat de partij, welke zij haten (= vreezen) klop gehad heeft. Laten de menschen toch gerust zijn; er zullen nog genoeg dooden vallen ; als het een beetje wil, zullen wij ze weer bij millioenen kunnen tellen, dit keer ook achter de fronten, want dat de burgerij niet gebombardeerd zou worden is uitgesloten. Humaniseering van den oorlog is een bespottelijk begrip, alleen geschikt om er gevoelige zieltjes mee zoet - en bezig te houden.
Anderzijds willen wij nadrukkelijk waarschuwen, dat men niet onmiddellijk gelooven moet, wat de eene partij van de andere vertelt, d.w.z. van derzelver gruweldaden.
De bekende geschiedenis van de afgehakte kinderhandjes in België ligt nog versch genoeg in het geheugen, om van de gruwelen, die van de Japanners verteld worden maar te zwijgen.
Deze verhalen behooren tot de haatpropaganda, waardoor ook de neutralen vergiftigd worden.

8
*

Er worden gruwelen bedreven aan alle fronten; de heele oorlog is trouwens een groote gruwel.
Het lezen van oorlogsberichten is een kunst op zichzelf, wanneer men tenminste niet alles gelooven wil, wat men leest.
Om te beginnen moet men bedenken, dat alle partijen liegen; bij sommige ligt het er zoo dik op, dat een kind kan begrijpen, dat het niet waar is.
Zoo bijv. de verwoesting van Guernica, omdat het "een militair object" was.
Dit was een domme en groote leugen; de stad werd verwoest bij wijze van oefening door de Duitsche luchteskaders in dienst van Franco.
Een ander voorbeeld is de Japansche berichtgeving over de aantallen Russische vliegtuigen, welke vrijwel dagelijks in Mongolië worden neergeschoten. Deze aantallen zijn zoo groot, dat de berichten alleen nog maar belachelijk zijn. Ook het D.N.B. legt het er nog veel te veel op; het is niet handig, wat vanzelf spreek, omdat de propaganda van Goebbels ontstellend grof is tengevolge van het feil dat hij tot steeds grover middelen zijn toevlucht heeft moeten nemen, naarmate het Duitsche publiek meer afstompte.
In den vorigen oorlog is de Duitsche propaganda ernstig tekortgeschoten; wanneer zij voortgaat op de wijze, waarop zij thans bezig is, schiet zij weer te kort, waarschijnlijk nog erger.
Maar in ieder geval liegen beide partijen; niemand zegt : "Wij hebben een verschrikkelijke nederlaag geleden" of "wij zijn zoo of zooveel kilometer teruggeslagen". In zoo'n geval meldt de generale staf : "onze troepen trokken in volmaakte orde terug op tevoren gereed gemaakte stellingen" en "wij brachten den vijand belangrijke verliezen toe". Over de eigen verliezen zwijgt men of verkleint ze aanmerkelijk.
Het eigen volk mag niet verontrust worden.
Wij zullen nog voldoende gelegenheid hebben om bepaalde oorlogsberichten te ontleden.

*

Nog enkele woorden over de ondergang der "Athenia".
De Engelschen zeggen, dat het schip door een Duitsche duikboot is getorpedeerd. Dat is mogelijk.
De Duitsche verdediging, dat het onmogelijk is, omdat Hitler zooiets verboden heeft, zegt niets.
Dat de Engelschen beweren, dat het beslist een Duitsche duikboot was, spreekt vanzelf, want een dergelijke daad wekt woede in de harten der meeste menschen, des te sneller nu, omdat Duitschland in den vorigen oorlog een ontzaggelijk aantal booten heeft getorpedeerd. De haat zal toch in het algemeen sneller opvlammen, omdat er nog te veel sluimert in de menschen, die in den vorigen oorlog geleden hebben en die nu dezelfde soort verschrikking voor oogen hebben.
Is de boot getorpedeerd door een Duitsche duikboot, dan bewijst dit, dat de Duitsche regeering van plan is den oorlog volkomen genadeloos te voeren, zooals trouwens Hess heeft aangekondigd. En dan zal het zeker niet bij dit eene schip blijven, terwijl dan tevens elk dorp en elke koe tot militair object zal worden bestempeld met als gevolg: represailles. Bij de huidige verwoestingscapaciteit belooft dat fraai te worden.

9

Toen en NU

Nu geen hoerastemming; geen bloemen voor de soldaten - in Duitschland wel politieknuppels voor de vrouwen, die haar mannen niet konden laten gaan.
Geen opgewonden volksmenigten, die "Nach Paris!" en "A Berlin!" brullen.
Een noodlotsstemming.
Maar dit noodlot is niet te wijten aan een of andere hoogere macht; het is geen gevolg van het ondoorgrondelijk raadsbesluit van een of andere ongenaakbare en grimmige godheid; het is het gevolg van laksheid, domheid, hebzucht, eigenwijsheid, verdwazing, zelfvergoding, kwaadwilligheid, heerschzucht en vernietingingswil.
Evenals toen dreigt ook nu de simplistische opvatting te zullen zegevieren, die de wereld verdeelt in Zwart en Wit, Boozen en Goeden op grond van de sympathie, welke voor een der beide strijdende groepen gevoeld wordt.
Weer loopt men gevaar de wisselwerking uit het oog te verliezen, (wisselwerking, welke op alle gebied, ook op dat der politiek zich doet gelden) en op den duur slachtoffer te worden van de haatpropaganda.
Het is de bedoeling van dit tijdschrift (evenals van het maandblad "Cultuur") objectieve voorlichting te geven, niets goed te praten, geen tekortkomingen, fouten, leugens, aansprakelijkheden van wie ook te verdoezelen - een instrument te zijn bestemd om de gevolgen der leugen- en haatpropaganda te bestrijden.
Europa heeft den oorlog gekozen. Welnu ! laat ons dan waakzaam zijn, waakzamer dan na den vorigen oorlog, toen de uitwerking van de Volkenbondsgedachte in handen gesteld werd van hen, die alleen op wraak, macht en heerschappij waren ingesteld en die sindsdien de Volkenbondsidee onafgebroken hebben gesaboteerd.

Ongerijmdheden

Mussolini gelooft niet in de heilzame werking van den vrede, maar spande zich tot het uiterste in om een oorlog te vermijden.
(De borreltafelhelden hebben den grootsten mond).

Hitler noemt het bolsjewisme de doodsvijand van alle cultuur en zichzelf de vriend van Stalin.
("Hebt Uw vijanden lief"!)

Engeland en Frankrijk noemen zich kampioenen voor den vrede en leverden tot voor enkele weken wapenen en oorlogsgrondstoffen aan Duitschland.
(Zaken gaan voor het meisje.)

De Amerikaansche neutraliteitswet verbiedt wapenuitvoer in tijd van oorlog (naar de oorlogvoerenden) - maar niet in tijd van oorlogsvoorbereiding.
("Ben ik mijns broeders hoeder?")

Zweden verklaart nadrukkelijk zijn liefde voor den wereldvrede en tevens, dat het zich volkomen buiten elk conflict zal houden, maar het is de grootste ijzerertsleverancier van Duitschland.
(Zooals er dienende liefde is, is er verlenende vredelievendheid en neutraliteit.)

De Sovjets noemen zich strijders door de wereldrevolutie en de tweede Internationale, en pacteeren met den vader van het Anti-Kominternpact. ("Laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet".)

10
Menschen

Tom Schratsch zat in zijn atelier - zoo noemde hij tenminste de enorme zolderruimte, die hij in een der oudste grachtenhuizen gehuurd had - en trok woedend en binnensmonds vloekend aan zijn blijkbaar verstopte pijp.
Hij had zich nog wel voorgesteld om eens een half uurtje rustig te gaan zitten nadenken over wat er nu te verwachten was, nu de oorlog weer was uitgebroken en nu werden zijn bespiegelingen waarachtig gestoord door dat snorkende ding, dat niet wou trekken.
Nijdig wierp hij hem in een hoek, zocht zijn zakken na om te onderzoeken of hij nog een paar cigaretten had; tenslotte vond hij een verfrommeld pakje, waarin nog een paar kromgebogen en half leeggeloopen Camels.
"Goddank", zuchtte hij.
Tom was geen driftig man; hij hield van het leven, de menschen - onder dezen vooral van Elly - en van mooi weer; aan politiek deed hij niet, ten- minste tot voor kort. Want sinds het conflict tusschen Duitschland en Polen was uitgebroken, was de zaak veranderd.
Hij had een zwak voor Polen. Waarom wist hij eigenlijk zelf niet. Waarschijnlijk, omdat hij altijd beweerde van Poolsche afkomst te zijn; dit was overigens niet anders dan een bewering, welke alleen berustte op het feit, dat zijn familienaam vrijwel alleen uit medeklinkers bestond. Tom wist absoluut niet waar zijn naam vandaan kwam, maar hij had eens een oude krant gevonden uit den tijd van den oorlog van 1914, die hij als baby had "meegemaakt" en in die krant den naam Przmysl ontdekt.
Vanaf dat moment dateerde zijn Poolsche afkomst en zijn sympathie voor al wat Poolsch was, d.w.z. dat deze geleidelijk gegroeid was met het verhaal van zijn afkomst.
Erg diep zat de belangstelling overigens niet, noch voor Polen, noch voor de politiek en hij vroeg zich af of er meer van die gekken zouden zijn, die door dergelijke dingen hun sympathie lieten bepalen, zooals hij door een mond vol medeklinkers.
Wel vond hij het vervelend, dat er nu weer oorlog dreigde, maar enfin - zou wel weer met een sisser afloopen; om Danzig ging de heele wereld toch niet vechten. Onzin!
En wat dan nog, dacht hij verder. Laat ze vechten als ze d'r zoo'n plezier in hebben. Ik zit hier rustig in mijn kazemat, al is-ie dan niet bomvrij.

Onverwacht ging de deur open en trad Elly bin- nen, die vaak voor hem "zat", als hij geen geld had om een model te betalen of als de opgave teveel geduid eischte. Elly hield van Tom en dus hielp ze hem graag, niet in de laatste plaats omdat ze dan den geheelen dag bij hem was.
Hij schrok van haar gelaatsuitdrukking; ze was zoo bleek en ernstig.
"Wat is er?" vroeg hij haastig. "Ga zitten. Ben je ziek?"
Ze schudde het hoofd. "Nee ! Alleen maar bang. De oorlog is er."
"In Polen ! Dat weet ik."
"Nee, overal. Ik heb 't zoojuist gehoord."
"Overal? Hier toch niet?" antwoordde hij.
Weer schudde zij ontkennend. "Nee, hier nog niet, maar ik ben zoo bang, dat-ie hier ook komt." "Kom, kom, schattebout" - hij klopte haar op de schouder - "niet zoo dwaas. Wie dan leeft, die dan zorgt."
"Als de oorlog hier komt, valt er niet meer te leven. En bovendien, ik wil dat niet meemaken; ik wil niet; ik durf niet!" Haar stem sloeg over. "O God, Tom - luchtbombardementen, schuilkelders, angst dag en nacht, misschien vluchten.
Je hebt toch ook die foto's uit Spanje gezien? Laten me weggaan", eindigde zij smeekend.
"Waarheen?" vroeg hij.
"Kan me niet schelen. Naar Indië voor mijn part."
"Veel te dicht bij Japan, kindlief."
"Naar Amerika of Canada dan", hield zij vol.
"Kom je niet in; immigratieverbod; niks als werkloozen."
"Zuid-Amerika dan, Tom."
Hij glimlachte. Het werelddeel van de pronunciamento's en bovendien kunnen ze daar alleen landbouwers gebruiken. "Nee, we kunnen nergens heen, kind; tenminste nergens waar 't veilig is."
Ze borg haar gelaat in haar handen, die mooi en slank waren.
"Maar ik wil leven, Tom. We zijn toch nog jong. Nog zoo jong. Ik wil toch een beetje levensvreugde. Waarom is dit alles noodig?" vroeg ze snikkend.
Hij wist geen antwoord. Jong, dacht hij; leven, zon, levensvreugde; ja-ja, dat zoek ik nou juist ook.
Langzaam keerde hij zich om, ging voor het venster staan en keek naar de stralende helderblauwe lucht.
Boven de stad vloog een bommenwerper.
Achter hem snikte het meisje, nauwelijks hoorbaar.

11


Terwijl Hitler sprak: "Mocht ik vallen, dan zal de Generaal veldmaarschalk
Hermann Göring mij opvolgen......"

dacht Göring: "Een Führergaderobe! .... als ie ditmaal z'n
woord maar houdt"

12
---