Website
inform.
 

Byzantijntjes

DOOR EEN RUSTELOOZE


      Nu Dimitroff voor de derde maal de rechtszaal uitgesmeten is, komt men er in West-Europa eindelijk achter, dat er in den Balkan ook communisten zijn, en wel heel gevaarlijke.
      "Hoe kan dat nou?" zegt mijn oud-oom, die als gepensionneerd stenograaf van de Tweede Kamer bij de heele familie voor een autoriteit op politiek gebied geldt. "Die landen in den Balkan, dat zijn toch landbouwstaten? En bij communisme denk ik altijd aan fabrieksschoorsteenen en norsche, zwarte gezichten van ontevreden arbeiders!"
      Dan trekt hij zijn groene, zijden das recht en kijkt mij vragend aan.
      - Ja oom, het is gek, maar in den Balkan is het communisme tusschen korenaren verwekt en in een schapenschuur geboren, op vlakten waar honderden kilometers ver geen fabrieks-schoorsteen te zien is. En van de tien mannen die zich in Bulgarije b.v. voor communist uitgeven hebben er acht nooit van Karl Marx gehoord. Want het Balkancommunisme is grootendeels een protest-communisme. Van elke tien schoolmeesters in Bulgarije zijn er zes communist. Op elke honderd studenten in Joegoslavië telt men vijf en zeventig revolutionnairen. Toen de Duitsche schrijver en communist, Ernst Toller, na het congres van de P.E.N.-club eind Mei een reis door Joegoslavië maakte, werd hij op elk groot station door honderden opgetogen studenten gehuldigd. En wanneer Dimitroff zich in Leipzig of Berlijn nijdig maakt, zijn er in de uithoeken van den Balkan Montenegrijnsche herders en Bulgaarsche keuterboertjes, die geestdriftig de aardkluiten rond zich heen gooien.

      En toch zijn ze in hun diepste hart geen echte communisten. Ze maken enkel lawaai uit protest. Uit protest tegen de Byzantijntjes.
      De Byzantijntjes: dat zijn koning Boris van Bulgarije en koning Alexander van Joegoslavië.       En wanneer ik u hun gedragingen heb toegelicht, zult u meteen weten waarom er in den Balkan nog altijd herrie is, een herrie die door een druk op den knop op elk gewenscht oogenblik naar Europa kan overslaan; waarom het Balkan-Locarno en het nieuwe Zwarte-zee Pact-in-de-maak hersenschimmen zijn; waarom alle onderhandelingen rond de Donaufederatie een voudig geklets in de ruimte blijven.
      De heele Balkan wordt op het oogenblik snel gemechaniseerd, en mensch en dier ondervinden de zegeningen van de moderne Westersche techniek. De eenigen, die zich niet gemoderniseerd hebben, zijn de koningen. Boris en Alexander regeeren allebei, alsof er geen 1933 op de kalender staat, maar 933.
      U ziet dat er in den Balkan, het gebied van het voormalige keizerrijk Byzantium, nog altijd een nauw verband bestaat tusschen hermelijn en hoogmoedswaanzin.

      Koning Boris kan zich verontschuldigen. Wanneer men hem zijn autocratische neigingen verweet, zou hij eenvoudig antwoorden: "Ik ben erfelijk belast!" Want hij is de zoon van Ferdinand, dien het Bulgaarsche volk nu nog "den Verrader" noemt, het prinsje van Koburg, dat er van droomde keizer van Byzantium te worden; die zijn volk verried en verkocht, en het twee maal achter elkaar tegen de stamverwante Serviërs ten oorlog joeg. Een paar jaartallen om uw geheugen op te frisschen.

      1915. Ferdinand van Koburg verklaart den oorlog aan de Serviërs. Tijdens de eerste week van de mobilisatie worden drie duizend vreedzame Bulgaarsche boeren gefusilleerd, die geweigerd hebben de Serviërs aan te vallen. De voorzitter van de boerenpartij. Alexander Stamboulisky, de grootste staatsman dien de Balkan ooit gekend heeft, gaat de gevangenis in.

      1918. Het Bulgaarsche leger muit. Ferdinand de Verrader vlucht. De eenige die hem verdedigt is Protogueroff, de voorvader der Bulgaarsche comitadjis, ex-kampioenen voor de onafhankelijkheid van Macedonië en nu soldeniers van den Duitschen keizer. Boris volgt zijn vader op en zweert de gebruikelijke eeden op de grondwet. Alexander Staniboulisky wordt minister-president van het boerenland Bulgarije. Hij regeert met de grondwet in de hand. In het Bulgaarsche parlement, de roerige "Sobranje" zitten 20 % communisten. Starnboulisky valt hen enkel vreedzaam aan op hun eigen terrein, door wijze hervormingen.

      1922. Stamboulisky loopt door de straten van Sofia aan het hoofd van een stoet van 50.000 boeren. Achter hem een geweldig transparant met de woorden: "Van de Zwarte Zee tot de Alpen, en van de Aegeische Zee tot de Adriatische leeft één volk van broeders: de Zuidslavan!"
      Dit woord is Stamboulisky's doodvonnis. De verwezenlijking van dit trotsche devies is slechts in één vorm mogelijk: een federale, Zuid-slavische republiek.
      De vloed van de republkeinsch georiënteerde boerenbeweging zwelt. Boris en Alexander, tot nu toe belden constitutioneele koningen, voelen allebei het onheil naderen. Maar Boris is er het ergste aan toe. Hij hoort de veldmuizen aan zijn troon knabbelen. Alexander ook, maar in Joegoslavië is de boerenpartij slechts een der vele. In Bulgarije is de toestand anders. In de Bulgaarsche Sobranje zitten wel is waar nog steeds een paar communisten, maar negen tienden der afgevaardigden zijn agrariërs; en hun aanvoerder is de stier Stamboulisky, de boer met de zwaaiende zwarte haren en de donderende stem, waarnaar de boeren van den ganschen Balkari geestdriftig beginnen te luisteren.

      Juli 1923. De geheime liga "Kubrat", bestaande uit ontevreden officieren, die door den vredelievenden Stamboulisky met half pensioen naar huis zijn gestuurd, bereidt onder de auspiciën van koning Boris een staatsgreep voor. Stamboulisky en tientallen ministers en afgevaardigden worden door het leger en de comitadjis ingerekend. De comitadjis snijden Staniboulisky op zijn boerderij de rechterhand af, waarmee hij het voorloopige vriendschapsverdrag met Joegoslavië had onderteekend. Na een marteling, die dagen lang aanhoudt, daalt hij gruwelijk verminkt ten grave. De laatste bezoeker op de boerderij is koning Boris geweest. Starnboulisky's broer wordt aan de handen onder aan een vrachtauto vastgebonden. Wanneer het vehikel na een snellen rit terugkomt, hangen er enkel nog maar twee bloedende armen onderaan.

      Nog drie ministers en veertien Kamerleden worden afgemaakt. Het nieuwe fascistische gouvernement, onder professor Tsankof, dat de scholen als gevangenissen gebruikt, verkondigt in de goedgeloovige Europeesche pers dat de Bulgaarsche boerenpartij een geheim verdrag met Moskou had gesloten. Een paar van de gevluchte boerenministers protesteeren in Parijs. Bijna niemand luistert. In Bulgarije wordt de staat van beleg afgekondigd en in elk dorp worden tientallen leden van de boerenpartij eenvoudig neergeschoten. De boerenpers wordt verboden, maar de communistische kranten worden vrij gegeven. Professor Tsankof bereikt zijn doel. De gesarde boeren, die voor hun oogen hun vrienden en familieleden zien neerschieten zwenken uit wanhoop naar links en komen te zamen met de luttele communisten in opstand. Het leger wordt met kanonnen en mitrailleurs op hen losgelaten. Er is nog een militaire controle-commissie in het land; en opdat de Fransche en Engelsche officieren het vele schieten niet zullen hooren, wordt er order gegeven de boeren met de bajonet neer te steken. De soldaten weigeren het beulswerk. Zij worden vervangen door de inderhaast gemobiliseerd kozakken van het voormalige witte leger van Wrangel en door de hulpvaardige comitadjis; voor hen is moorden met de bajonet of revolver een dagelijksche, prettige en goed betaalde bezigheid.

      1925. 20.000 Bulgaren liggen met doorboorde ruggen in de ongebluschte kalk. De "orde" hersteld. Koning Boris is plotseling niet bang meer voor veldmuizen. Want als er weer een aan den troon komt knabbelen, zet Ivan Mihailoff er zijn bespijkerden hak op. De comitadjid verkondigen triomfantelijk, dat Boris hun beschermheer is. Hij zit nu stevig op zijn troon; een echt Byzantijntje, beschermd door zijn bloedige lijfwacht, de comitadjis.

      1932. Bulgarije wordt nog altijd op fascistische wijze geregeerd. De helft van de communistische fractie wordt in de straten van Sofia door comitadjis neergeschoten. Bij de autopsie der slachtoffers blijkt dat de kogels bijna alle aan den rugkant zijn binnengedrongen. Waarom wint het communisme veld in Bulgarije? Omdat de boer een taai geheugen heeft. Hij spreekt tot zijn zoon smalend over "Boris de Laatste". En de jonkman, die in een met bloed bespat huis opgevoed werd, wordt natuurlijk geen agrariër meer, maar communist. Uit protest!

      Indien koningin Willielmina de Tweede Kamer eens naar huis stuurde, de gemeenteraden degradeerde tot den rang van adviseerende lichamen, generaal Snijders de functie van minister-president gaf, de ministerieele veranwoording op haar eigen schouders nam en het land voortaan bestuurde met behulp van de heer Mussert, professor Gerritson en Baars als uitsmijter ......
      Ik hoor u al luidkeels lachen. En ik lach zelf bulderend mee. Want zoo iets is in Nederland onmogelijk. Alleen reeds omdat koningin Wilhelmina, men moge verder denken over het koningschap hoe men wil, een bedachtzame vrouw is. En koning Alexander van Joegoslavië, die pas met koning Boris is gaan praten, had veel beter eens onze koningin de hand kunnen komen kussen.
Koning Alexander woont in zijn paleis te Dedinje op de heuvels boven Belgrado. In den paleistuin zijn de groote kazernes van de koninklijke roode garde, de bewakers van den potentaat van Joegoslavië.
      Want koning Alexander is sinds vier jaar dictator. Als hij 's morgens klaar is met scheren, veegt hij als zuinig mensch zijn veiligsheidsmesje af aan een waardeloos papiertje, een bladzijde van de grondwet b.v., die aan touwtje naast de koninklijke waschtafel hangt.

      Koning Alexander moet zuinig wezen. Hij heeft slechts een inkomen van zestig millioen dinar, oftewel in begrijpelijke munt: 1.250.000 dollar. De president van de Vereenigde Staten verdient wel is waar slechts 75.000 dollar, maar de Vereenigde Staten hebben ook geen last van Byzantijnsche tradities. Duizend jaar geleden liepen langs den Hudson slechts naakte Indianen  rond. Bovendien zijn de Vereenigde Staten een land, waar de crisis heerscht. En daar heeft Jougoslavië geen last van. Er zijn wel heele streken waar de boeren regelmatig honger lijden, zooals Dalmatië, Herzegowina en Montenegro, maar dat heeft niets met de crisis te maken. Het is altijd zoo geweest en zal wel zoo blijven, want het budget kan met zoo iets geen rekening houden; het leger is duur en de koning nog duurder.
      Ook al omdat hij een mooie, dure vrouw heeft, koningin Marie, de dochter van de koningin-moeder van Roemenië, Maria. Alexander en Maria hebben drie beelden van zonen. En het is heel begrijpelijk, dat een moeder het heerlijk vindt wanneer haar zoontje later een goede betrekking krijgt. Koningin Maria wil haar zoontje met alle geweld op den troon hebben van een land, dat vast en zeker voorbestemd is een agrarische republiek te worden. Want de Slowenen en Kroaten zijn in hun hart republikeinen, en de Serviërs hebben genoeg van de dynastie. Met dat dreigement voor oogen ging de mooie, trotsche koningin Maria in 't geheim aan politiek doen. Zij begon zich te bemoeien met lastige ministers.

      De eerste was Raditsj, de voorzitter van republikeinsche Boerenpartij. Hij was een kletskous en een raar zeeschip, maar hij had het volk achter zich. Een dolle Montenegrijn schoot hem en zijn broer in 1929 midden in 't Parlement dood. Koning Alexander greep deze gelegenheid aan om de dictatuur uit te roepen. Zoogenaamd om in de ontstane verwarring het land bijeen te houden.
      Jammer genoeg ontdekte men later, dat de moord in hofkringen was voorbereid. En toen de koningin-moeder van Roemenië aan haar dochter vroeg hoe de vooruitzichten waren, antwoordde zij (dit is historisch!): "Niet kwaad. Nummer 1 is al uit den weg geruimd. Nu no. 2 nog, en dan is alles in orde."
      Nummer twee, dat was de ex-minister-president Pribitsjewitsj, door treurige ervaringen met den heerschzuchtigen koning republikein geworden; de man, aan wien Alexander zijn kroon te danken heeft. Hij werd opgelicht en zoo maar, zonder vorm van proces, stiekum 2 jaar lang in een klein dorpje weggemoffeld. Na een lange hongerstaking liet Alexander hem eindelijk naar Tsjechoslowakije vertrekken. En om 't morrende volk tevreden te stellen, schonk Alexander zijn land weer een parlement. Maar daar komen alleen koninklijk goedgekeurde partijen in, en de stemming is openbaar, ten overstaan van de politie! Wie niet netjes stemt, komt op de zwarte lijst en verliest zijn nering.
      Nu begrijpt u misschien, waarom in Joegoslavië de jeugd ook al communistisch is. En waarom breede volkslagen thuis, achter gesloten deuren, rustig over den komenden oorlog spreken. Hun gedachte is: "Als wij de wapens maar eerst eens in handen hebben, dan..... !" Maar voorloopig regeert Alexander nog, als alleenheerscher, met behulp van een heirleger gendarmes en spionnen.
      Hij is nergens bang voor. Toch: voor geschiedenisboekjes. Want daarin staat, dat de vier Servische koningen, die de grondwet schonden, alle vier door het volk zijn afgezet of vermoord.

      Indien de Byzantijntjes eens verdwenen....!
      Dan zou er in den Balkan onmiddellijk een federale Zuidslavische republiek tot stand komen, met 20 millioen inwoners en een leger, waar heel Europa, maar speciaal Italië, voor zou beven en sidderen, want de Serviërs en Bulgaren zijn de beste soldaten van Europa.
      Dan zou het uit wezen met het Fransche geknoei, het Italiaansche gekonkel en den Duitschen "Drang nach Osten" in de richting Bagdad.
      Dan zou Oostenrijk een machtigen ruggesteun hebben, en ware 't ingewikkelde Donauprobleem spoedig opgelost. Niet op de manier van Tardieu, den knecht der Fransche kanonnenkoningen, maar in dien zin, dat de Balkanfederatie de grondslag zou kunnen worden voor een Europeesche federatie.
      Doch dit alles mag niet. De Balkankoningen bij de gratie Gods hebben 't anders bekonkeld. Eerst hun goed betaalde betrekking, en dan pas de vurige wensch hunner vertrapte volkeren naar broederschap en vrede.
Den Doolaard. (?)

hw.17.jan.2016